Sietske de Boer

Zijn afschuwelijke dood heeft de Marokkaanse Rif wakker geschud : Mohsin Fikri, visverkoper, werd op 28 oktober vorig jaar verpletterd in een vuilniswagen, toen hij probeerde te voorkomen dat zijn handelswaar (500 kilo illegaal geviste zwaardvis), die in beslag was genomen door de politie, vernietigd zou worden. Sindsdien protesteren de inwoners van Al Hoceima vreedzaam tegen, alles bij elkaar, het autoritaire systeem, de corruptie, de massale werkloosheid, de armoede… En vervolgens ook tegen de repressie : een dertigtal leiders van de Hirak (de ‘beweging’) zijn de laatste dagen gearresteerd, onder wie de belangrijkste leider van de protesten, Nasser Zafzafi, 39 jaar, na twee dagen van spanning.




Pierre Vermeren, gespecialiseerd in Marokko, en onderzoeker aan de Universiteit Paris –I, gaat in op de oorzaken van de protesten.

Zeven maanden na de dood van Fikri is de protestbeweging niet verzwakt. Hoe komt dat ?
De emoties liepen hoog op onder de bevolking. Dat hebben de Marokkaanse autoriteiten goed begrepen, en ze hebben, bij wijze van uitzondering, een voorbeeldige reactie willen geven. Er zijn onmiddelijk ministers afgestuurd op de familie Al-Fikri. Justitie heeft haar werk verricht, er zijn mensen veroordeeld. Het Paleis heeft gedacht dat de situatie vanzelf zou kalmeren. Maar de Riffijnen zijn koppig. De beweging heeft een sneeuwbaleffect gehad, en is zelfs gegroeid, dankzij twee factoren. De ene factor is recent : sinds de Arabische Lente nemen de mensen geen blad meer voor de mond, en durven ze misstanden luid en duidelijk aan de orde te stellen. De andere factor is historisch, dat is de ‘Riffijnse geest’.

Een traditie van opstanden ?
In heel Marokko hebben de Riffijnen de reputatie moeilijke mensen te zijn, koppig, en dat ze ruziezoekers zijn. Dat schrikt een beetje af. De Rif is de dichtstbevolkte regio van het land. Deze Mediterrane bergstreek heeft zijn eigen specifieke geschiedenis, het is een nogal geïsoleerde en behoudende samenleving. Deze vorm van marginaliteit berust op een verleden waar de Riffijnen uitermate trots op zijn. In het bijzonder is de Riffijnse oorlog – en de kortstondige ‘Republiek van Abdelkrim’ [van 1921 tot 1927, noot van de redactie] zeer belangrijk in de herinneringen. Al-Hoceima was ook een middelpunt van het ‘broodoproer’ in 1984. Tijdens de Marokkaanse Lente was het de enige stad waar doden vielen [vijf personen kwamen om in een brand in een bankgebouw tijdens een manifestatie.

Het is een van de armste streken van het koninkrijk…
Dat wat eerst een specifiek cultureel aspect was van de Rif, is een economisch aspect geworden. De enige bronnen van inkomsten zijn het geld van de emigranten, van de smokkel en van de teelt van en handel in hashisch. Het is grotendeels Hassan II die hiervoor verantwoordelijk is, want nadat de opstand in de Rif van 1958 – 1959 op uiterst wrede wijze onderdrukt was, heeft de koning de regio gestraft omdat men de euvele moed had gehad tegen de Marokkaanse Staat in opstand te komen. Mohammed VI heeft geprobeerd dit isolement te doorbreken. Een van zijn eerste reizen was naar de bakermat van Abdelkrim, waar hij aankondigde de Berber-cultuur te willen erkennen. Op politiek niveau heeft hij zich omringd met diverse Riffijnse adviseurs. Op economisch niveau heeft hij veel middelen toegewezen aan het Agence des provinces du Nord. Maar de investeringen hebben zich geconcentreerd aan de beide uiteinden van de regio, Tanger en Oujda. De afstand tussen deze beide steden is 500 kilometer. Er is een snelweg aangelegd, maar dat levert geen eten op en dat creëert geen activiteiten.

Ligt de sociale kwestie ten grondslag aan deze opstand ?

De grote steden in het land hebben zich sinds een jaar of vijftien ontwikkeld : Casablanca, Rabat en zelfs Tanger. Maar in de Rif ontbreekt het nog steeds aan alles : infrastructuur, ambtenaren, werkgelegenheid et cetera. De kloof tussen deze beide Marokko’s wordt steeds groter. Tot nu toe was emigratie een ontsnappingsmogelijkheid. Het land is op het nippertje de dans ontsprongen in de jaren 80, 90 en 2000 doordat miljoenen mensen erin slaagden te vertrekken. Daarentegen is de emigratie opgehouden in 2008 toen de Europese crisis uitbrak. De jongeren kunnen nu geen kant op. Dat is een factor om rekening mee te houden om de huidige woedeuitbarsting te begrijpen en te verklaren.

Nasser Zafzafi is gearresteerd nadat hij de preek van een imam had onderbroken, afgelopen vrijdag.

Heeft het conflict ook een religieuze dimensie ?
Ja, dat is voor de koning een rode lijn die niet overschreden mag worden. De Staat schept van de Riffijnen het beeld dat ze separatisten zijn, en dat ze op etnische basis opereren, zodat het koninkrijk gedestabiliseerd wordt. De imam heeft de manifestanten in Al-Hoceima verweten dat ze ‘fitna’ aanmoedigden, tweedracht en chaos, en dat is een zeer ernstige beschuldiging. De grote vraag is de kwestie van de Leider der Gelovigen. [het gegeven dat de koning de hoogste religieuze leider is.

Het Riffijnse nationalisme is, historisch gezien, niet anti-religieus, eerder het tegenovergestelde, maar het behelst wel een breuk met deze trouw aan de sultan of machthebber. Dus, voor het Paleis betekent dit dat als de bevolking weigert trouw te zweren aan de koning als Leider der Gelovigen en in zijn naam het gebed te verrichten, het systeem zal instorten. Toen Zafzafi de imams verweet ‘betaald te worden door het Paleis’ lag dit gegeven er impliciet aan ten grondslag. En iedere Riffijn weet dat.

Kan de arrestatie van de leiders de beweging stoppen ?
De Staat heeft ervoor gekozen een streep te trekken op de eerste dag van de ramadan, een maand waarin iedereen gespannen is en er maar weinig voor nodig is om zaken te laten escaleren. Ik voorzie twee mogelijke scenario’s. Beroofd van zijn leiders, kan de beweging uitgaan als een nachtkaars. Of de zaak ontaardt in geweld. Bij het minste of geringste, waneer er bijvoorbeeld een demonstrant omkomt, of de politie gaat over de schreef, kan de situatie snel verslechteren. Het was altijd al zo dat de machthebbers de Rif uitermate streng bewaken. De regio is tot het uiterste gemilitariseerd. Op dit moment beperkt het oproer zich tot Al Hoceima, maar wanneer het zich uitbreidt naar de grote steden in het Noorden, zullen de autoriteiten in paniek raken.
Célian Macé.

Vertaling van het interview met Pierre Vermeren, onderzoeker gespecialiseerd in Marokko, en werkzaam aan de Universiteit Paris-I in Frankrijk, gepubliceerd in Libération op 30 mei 2017.
Na de arrestatie van talloze leiders, de afgelopen dagen, kunnen de protesten bij het geringste incident ontaarden in geweld, volgens wetenschapper Pierre Vermeren.