De Marokkaanse Vrouwen Vereniging Nederland (MVVN) ziet zich in haar ondersteuningswerk voor Marokkaanse vrouwen met en zonder verblijfsrecht geconfronteerd met het probleem van in Nederland wonende vrouwen en meisjes die door hun echtgenoot en vader worden achtergelaten in Marokko. De MVVN beschouwt dit dumpen van vrouwen en meisjes als gedrag dat voorkomt uit de structuur van patriarchale overheersing. Met klem wijst de MVVN af om het probleem te koppelen aan de islam en de kwetsbare positie van vrouwen instrumenteel te misbruiken door er het zoveelste oeverloze debat over “de islamitische cultuur” van te maken. Wij pleiten er daarentegen voor om op te komen voor de belangen van de betrokken vrouwen en hen te ondersteunen in hun streven om weer naar Nederland te komen en hier een zelfstandig en onafhankelijk bestaan op te bouwen.
Wij roepen zoveel mogelijk organisaties en personen op om zich te scharen achter de volgende uitgangspunten:
1. De regelgeving van de Marokkaanse staat is in de kern patriarchaal en bevordert de superieure positie van mannen ten opzichte van de inferieure positie van vrouwen. Dat wijzen wij af.
2. Het systeem van patriarchale overheersing is geen uitvinding van de islam, maar komt in alle delen van de wereld voor, ook in Nederland. Het is daarom zinloos, foutief en contraproductief om in het kader van de problematiek van achtergelaten vrouwen en meisjes te verwijzen naar “de Marokkaanse cultuur” of varianten daarop.
3. Seksueel en ander lichamelijk en geestelijk geweld moet altijd en overal worden bestreden, of dat nu in Marokko of in Nederland plaatsvindt.
4. De Nederlandse staat collaboreert met de Marokkaanse staat door geen stelling te nemen tegen de patriarchale druk en dwang waaraan de achtergelaten vrouwen in Marokko blootstaan. De Nederlandse staat verleent niet alleen geen steun aan achtergelaten vrouwen bij hun pogingen om naar Nederland terug te keren, maar werkt die terugkeer en het streven van de vrouwen om hier een zelfstandig bestaan op te bouwen zelfs maar al te vaak tegen.
5. In het kader van de problematiek van achtergelaten vrouwen en meisjes moet de prioriteit van steunorganisaties en anderen niet liggen bij het bespreekbaar maken van veronderstelde taboes via publieke debatten en andere projecten, maar bij het concreet ondersteunen van de betrokken vrouwen en meisjes in hun streven om een zelfstandig bestaan op te bouwen. Ook moet de druk op de Nederlandse staat worden vergroot om de regelgeving en de bureaucratie aan te klagen die voor de betrokken vrouwen en meisjes enorme hindernissen opwerpen.
De volgende twee situatieschetsen onderstrepen het belang van de zaak.
Situatieschets 1
Een Marokkaanse “importbruid” wordt binnen drie jaar verblijf in Nederland – dus gedurende de periode van het afhankelijk verblijfsrecht – in Marokko achtergelaten door haar echtgenoot. De echtgenoot pakt haar verblijfsdocument en paspoort af en laat haar achter in het huis van zijn ouders. In Nederland schrijft hij haar uit de gemeentelijke basisadministratie. Hij geeft aan de IND door dat het huwelijk is beëindigd en dat zijn ex-vrouw nu in Marokko verblijft.
De vrouw kan naar de Nederlandse ambassade in Marokko gaan en daar aangeven dat ze is achtergelaten. De ambassade kan op grond van informatie van de IND beslissen om haar een tijdelijk reisdocument te geven. Met dat document keert ze terug naar Nederland en belandt ze uiteindelijk bij de politie die de GGD inschakelt om haar opvangmogelijkheden te onderzoeken. De GGD gaat regelmatig op de stoel van de IND zitten en stelt vragen als “Waarom bent u niet in uw land gebleven?”. De vrouw raakt daardoor in de war en kan niet uitleggen dat Nederland een rechtsstaat is waarin alleen de rechter bevoegdheid heeft over het vervallen of toekennen van verblijfsrecht. Ze beseft onvoldoende dat ze in Nederland recht heeft op rechtsbescherming en rechtshulp om in het kader van wederhoor haar verhaal te doen bij de rechter over de wijze waarop haar verblijfsdocument is afgepakt. Haar verblijfspasje is weg, maar haar recht op verblijf op grond van de Vreemdelingenwet en de Algemene wet bestuursrecht is niet definitief vervallen.
In alle gevallen zijn in Marokko achtergelaten vrouwen het slachtoffer van huiselijk geweld en andere vormen van uitbuiting en mishandeling door hun echtgenoot, en in veel gevallen door hun schoonfamilie. In veel gevallen besluiten de GGD en andere instellingen om de vrouw geen crisisopvang aan te bieden, omdat het geweld niet recentelijk heeft plaatsgevonden. Het feit dat zij gedwongen is achtergelaten, wordt niet beschouwd en erkend als een vorm van (machts)misbruik. Het is voor de MVVN-medewerkers frustrerend om deze praktijken mee te maken. Tijdens kantooruren verblijven deze vrouwen in het gebouw van onze organisatie. Voor de medewerkers ontstaan er duivelse dilemma’s. Moeten we de vrouw na kantoortijd op straat zetten of onderbrengen bij sociaal netwerk dat zwaar is overbelast?
Situatieschets 2
Een Marokkaans-Nederlandse vrouw en haar Marokkaans-Nederlandse kind worden door hun echtgenoot en vader in Marokko achtergelaten. De vrouw kan naar Nederland terugkeren, waarna ze terecht kan komen in omstandigheden die in situatieschets 1 zijn beschreven. Als ze naar Nederland terugkeert, kan ze haar kind niet meenemen omdat het Marokkaanse recht van toepassing is dat bepaalt dat de echtgenoot en vader te allen tijde het juridische gezag (“wilaya”) over het kind heeft. Zowel jonge kinderen als tienermeisjes worden op deze wijze achtergelaten. In veel gevallen wordt de moeder zo gestraft omdat ze haar kinderen niet goed zou opvoeden. De Nederlandse staat laat deze kinderen aan hun lot over, ook al hebben ze de Nederlandse nationaliteit.
Conclusie
De Nederlandse staat is op de hoogte van deze toestanden. De staat laat dit gebeuren, blijft passief en toont zich niet bereid om hierover in het belang van de achtergelaten vrouwen en meisjes bindende afspraken met de Marokkaanse staat te maken. De problematiek heeft in de ogen van beleidsmakers en bestuurders geen prioriteit, in tegenstelling tot bijvoorbeeld het verdrag over strafzaken dat minister Ernst Hirsch Ballin een paar jaar geleden heeft afgesloten met de Marokkaanse staat.
Dat leidt ertoe dat Marokkaanse en Marokkaans-Nederlandse vrouwen dankzij medeplichtigheid van de Nederlandse staat worden onderworpen aan religieus-patriarchale regelgeving die in strijd is met internationale mensenrechtenverdragen. Het burgerschap en de rechten van de betrokken vrouwen en hun kinderen houden bij de grens van Nederland blijkbaar op te bestaan. Maar diezelfde Nederlandse staat eist van deze vrouwen wel dat ze integreren en zich “de Nederlandse normen en waarden” eigen maken. “Daarom moeten migranten niet alleen kennisnemen van de kernwaarden van de Nederlandse samenleving, maar deze ook verinnerlijken”, meldde minister Lodewijk Asscher onlangs nog.
Over de MVVN
De MVVN heeft als missie om de maatschappelijke positie van Marokkaanse vrouwen te versterken, in Nederland en in Marokko. Door directe opvang, hulpverlening, juridische adviezen en doorverwijzingen in dialoog met achtergestelde en mishandelde vrouwen zijn wij in staat om telkens aan te tonen op welke punten de geldende regels en heersende praktijk ten koste gaan van een gelijkwaardige behandeling van Marokkaanse vrouwen. De concrete ervaringen en de vertaling daarvan naar de media en naar de diverse ambtelijke instellingen zijn integraal onderdeel van ons werk. Veelal zijn deze instellingen zich onvoldoende bewust van de problematiek waar – bijvoorbeeld – in Marokko gedumpte vrouwen of in Nederland uitgebuite en mishandelde vrouwen verstrikt in zijn geraakt. Naast pleitbezorging en belangenbehartiging spant de MVVN zich in om de doelgroep toe te rusten met expressiemiddelen, zodat de vrouwen op hun eigen wijze en op hun eigen kracht vorm kunnen geven aan hun ervaringen en verhalen. Zo werkt de MVVN steeds vanuit de concrete levenservaring van de vrouwen aan het opbouwen van kennis en informatie en aan het signaleren van knelpunten en rechtsongelijkheid. Zo hopen we ruimte te kunnen scheppen voor hun emancipatie en participatie in Nederland en in Marokko. De sturende waarden daarbij zijn steeds het recht op zelfbeschikking en solidariteit.
Doordat veel problemen in Nederland ontstaan als afgeleide van de situatie in Marokko, zoals de patriarchale familiewetgeving en het gebrek aan democratische ruimte, met name voor de Amazigh (Berbers), richt de MVVN zich ook op de situatie in het land van herkomst. De opstand van jongeren en anderen die onder de noemer van “de Arabische lente” de afgelopen tijd ook in Marokko de aandacht trokken, heeft ons werk een bijzonder accent verleend. De MVVN liep voorop bij het agenderen en manifesteren van de eisen die de demonstranten in Marokko richtten tot de koning en zijn paladijnen.
De bevordering van rechtsgelijkheid en emancipatie door middel van zelforganisatie en empowerment vormt de kern van onze methode die zich uitstrekt van individuele steun tot en met politieke vertalingen van de noden en verlangens van onze vrouwen.
Organisaties en personen die zich willen scharen achter de vijf genoemde uitgangspunten en achter de geest van deze verklaring, kunnen dat doorgeven aan de MVVN. Hoe meer organisaties en personen het met de MVVN eens zijn, hoe breder de steun kan worden die achtergelaten vrouwen en meisjes nodig hebben.
mvvn.nl