De Minister van Buitenlandse Zaken van Spanje Alfonso Dastis belooft het dossier te onderzoeken omtrent het gebruik van chemische wapens gedurende de Riffijnse oorlog.
Dit was zijn antwoord naar aanleiding van het vragenuurtje in het Spaans Parlement op woensdag 07/02/2018. De vraag gesteld door Joan Tarda, parlementslid behorende bij de links republikeins catalaanse partij( Esquerra Republicana de Catalunya), kwam naar aanleiding van een brief die 2 jaar geleden gestuurd werd door het Amazigh World Assembly naar de Koning van Spanje Felipe VI.
De brief kaartte het gebruik aan van chemische wapens door Spanje tijdens de Rifoorlog tussen 1921-1927.

Deze parlementariër heeft ook de vraag gesteld over het stilzwijgen van de Spaanse staat wat betreft de protesten in de Rif. De Minister antwoordde daarop als volgt:
” Wij zijn op de hoogte van de actuele gebeurtenissen in de Rif, de processen tegen de activisten, de rechterlijke vonnissen die tegen hun worden uitgesproken..” maar de minister kon wat dit betreft nog geen officieel standpunt innemen.

De Catalaanse partij heeft de rol van Spanje tijdens de Riffijnse oorlog meerdere keren aangekaart in het Spaans Parlement en eist van de staat dat er schadevergoedingen moeten betaald worden aan alle slachtoffers zowel op moreel als materieel vlak. Dit kadert in de toepassing van de “Wet op het Historisch Geheugen”die Spanje heeft aangenomen sinds 2007.

De Amazigh World Assembly heeft dus op 12 februari 2015 een brief gestuurd naar de Spaanse Koning om officieel verantwoordelijkheid te erkennen in de militaire campagne tegen de burgerbevolking van de Rif, schadevergoedingen aan de slachtoffers en bij te dragen aan het herstel van de collectieve schade toegebracht waarbij de inwoners tot op heden nog steeds de negatieve gevolgen ervan dragen in de vorm van kanker bij vele Riffijnen.

Noureddine Adherbal