Adra Ghedu
De dichter, muzikant, maar bovenal Amazigh-activist Mohamed Chacha werd geboren op 15 augustus 1955 in Ixef n Cebdan, Qabu Yawa, Noord-Marokko. Als tiener werkte Chacha als visser in de haven van Qabu Yawa. Hier werd hij ontslagen omdat hij samen met andere vissers betere werkomstandigheden eiste.
Op jonge leeftijd werd hij zich bewust van de dictatuur in zijn geboorteland. Zijn eerste confrontatie met het regime van wijlen koning Hassan II was bij een studentenprotest. Hij werd opgepakt en geslagen. Dit resulteerde uiteindelijk in schorsing van school.
Op zijn 22e (in 1977) vluchtte hij naar Nederland om daar politiek asiel aan te vragen.
Tot aan zijn overlijden heeft hij in Amsterdam gewoond en gewerkt, waar hij actief was in de radicale Marokkaanse beweging Ila Alamam (Voorwaarts) en het Komitee Marokkaanse Arbeiders in Nederland (KMAN). Uiteindelijk heeft hij deze organisaties om ideologische redenen verlaten. Chacha bleef altijd betrokken bij diverse mensenrechtenorganisaties. Naast zijn activisme hield hij zich als autodidact vooral bezig met literatuur, taal en cultuur.
Amazigh-beweging
In de jaren tachtig van de vorige eeuw was hij één van de meest prominente leden van de jonge Amazigh-beweging in Nederland. Deze bestond uit kunstenaars, dichters, schrijvers en studenten. Dit inspireerde Chacha om ook in het Tamazight te schrijven, nadat hij zijn eerste boeken in het Arabisch gepubliceerd had. In de jaren negentig van de vorige eeuw richtte hij de Stichting Izouran (wortels) op met als doel het uitgeven van Riffijnse literatuur. Ook ondersteunde Chacha taalwetenschapper Roel Otten bij zijn lessen in het Arabisch en Tamazight door voor te lezen uit zijn werk om de spraak- en luistervaardigheid van diens studenten te verbeteren.
Zowel zijn liederen als zijn boeken bezingen en beschrijven het lot van de arbeiders, vrouwen en andere gemarginaliseerde en onderdrukte groepen.
Chacha was een gepassioneerd en actief mens. Zo heeft hij een reeks theatercursussen gevolgd en in verschillende toneelstukken gespeeld, maar ook zelf toneelstukken geschreven. Hij nam deel aan culturele evenementen en politieke bijeenkomsten in heel Europa. Dit deed hij als toeschouwer, performer en oproerkraaier. Chacha speelde luit en zong Izran (Amazigh puntdichten). Ook maakte hij radio- en tv-programma’s voor onder andere de Piratenradio en Amazigh TV. Zijn programma’s gingen voornamelijk over kunst, cultuur en politiek.
Terug in Marokko
Chacha mocht om politieke redenen zijn geboorteland een lange tijd niet in. Na de dood van Hassan II in 1999 keerde hij terug naar Marokko om zelf te aanschouwen hoe het land eraan toe was. In de eerste jaren van het regime van Mohamed VI had hij nog enig vertrouwen in de beloftes van de nieuwe koning. Hij raakte ontgoocheld toen het hem duidelijk werd dat een democratisch Marokko onder de Marokkaanse Alawieten niet te realiseren was.
In de laatste tien jaar van zijn leven sloot hij zich aan bij de Riffijnse beweging die pleit voor een vrije Riffijnse republiek zoals deze door Abdelkrim el Khattabi in 1921 is opgezet. Zelfbeschikkingsrecht voor de Rif was dan ook zijn laatste politieke eis.
Islamkritiek
Chacha was kritisch over religies, in het bijzonder de islam, de godsdienst die hij van zijn ouders erfde. Hij verdiepte zich in de oude islamitische geschriften zoals de Koran en de Hadith (overleveringen). In zijn omgeving besprak hij vaak de tegenstrijdigheden in deze ‘heilige’ teksten. Op zijn Facebookpagina plaatste hij regelmatig verzen uit de Koran en verhalen uit de ontstaansperiode van de islam die hij zelf niet begreep of die hij in strijd vond met de mensenrechten. Het ging dan bijvoorbeeld om het huwen van minderjarigen, de rechten van de vrouw en de daden van de profeet Mohamed en zijn metgezellen.
Laatste levensjaren
In 2004 onderging Chacha een longtransplantatie. Zijn artsen hadden voorspeld dat hij nog acht jaar met die longen kon leven, wat uiteindelijk twaalf jaar werd. Op zijn ziekbed in Amsterdam bleef hij schrijven aan zijn laatste roman: Hdem bna (Breek af, bouw op) die hij niet heeft kunnen afmaken. Hij bleef eraan werken tot drie dagen voor zijn overlijden. Hij overleed op woensdag 29 juni 2016 in Amsterdam op de leeftijd van 61 jaar.
Chacha is publiekelijk in zijn geboortedorp begraven, waarbij ook vrouwen aanwezig waren, wat indruist tegen de islamitische gebruiken in Marokko waar alleen mannen aan begrafenisstoeten mogen deelnemen. Hiermee was Chacha zelfs na zijn overlijden een activist.
Bibliografie
Arabisch
– Al-Maghrib Al jadid 1979, poëzie. “Het nieuwe Marokko”.
– Qasaid Al Fuqaraa 1985, poëzie. “Gedichten der armen”.
– Ayna Al Amal 198?, poëzie, “Waar is de hoop”.
– Kalimaat Mutamarrida 199?, genre? “Rebelse woorden”.
Tamazight
– Raz, Thuɛayantt d tawra zi yitaan 1995, poëzie. Honger, naaktheid en vlucht voor de honden.
– Reẓ ṭṭabu ad d teffeɣt tfukt 1997, roman. “Doorbreek het taboe, en de zon zal schijnen”.
– Ajḍiḍ umi yitwagg celwaw 1998, roman. “De blinde vogel”.
– Cway zi ti tibbuhelya ɛad war twid, 1999, poëzie. “Onvoltooide dwaasheid “.
– Abrid ɣer yezran 2000, studie over Izran. “ De weg naar liederen”.
– Tuf teqqen 2015, roman. “Het zit vast”.
– Tarwa n umadal 2015, kinderboek. “Wereldzonen”.
– Aṛaji 2016, poëzie. “Het wachten”.
– Tayri n tayri 2016, roman. “Liefde der liefde”.
– Hdem bna 2016, roman. “Breek af, bouw op” (nog niet verschenen).
Nederlands
– Honger, naaktheid en vlucht voor de honden: rebelse verzen, 1993. (vertaling van Raz, thuɛayantt d tawra zi yitaan, 1995).
In de Amsterdam kalender van dit jaar is te lezen dat het bruggetje aan de oostkant van het Sarphatipark naar Chacha vernoemd is. Zo leeft hij voort