Door: Persis Bekkering
Wereldberoemd werd Achmed Akkabi als Rachid, de vakkenvuller uit een supermarktreclame. Nu speelt hij de hoofdrol in de film De President. ‘De Berberse tongval leren was echt een hele opgave.’
Da’s lullig: spreek je beschaafder Nederlands dan de Amsterdams lispelende schrijvertjes van MSM, moet je als Marokkaanse Nederacteur alsnog een Berberse tongval kweken. Achmed Akkabi, veelgevraagde cinemadarling, gniffelt. ‘Dat accent aanleren was echt een opgave.’
Akkabi, in Den Haag geboren als kind van Marokkaanse immigranten, speelt de hoofdrol Joes in De President, die vanaf vandaag in de bios draait. Joes komt naar Nederland op zoek naar emplooi, dat hij vindt bij een aspergekweker. ‘Om de rol zo waarachtig mogelijk neer te zetten, vond ik dat het spraakgebruik bij zijn achtergrond moest passen. In de film ontwikkelt mijn accent zich van zwaar naar licht, maar we draaiden niet chronologisch – extra moeilijk. Ik heb veel geluisterd naar allochtonen die hier al jaren werken en wonen, maar niet geboren zijn.’
Albert Heijn-reclames
En wéér speelt de acteur, die ooit wereldberoemd werd als Rachid in de Albert Heijn-reclames, een karakterrol. Komt een getalenteerde jongen die Achmed heet daar ooit onderuit? ‘Als ik een rol weiger omdat ik anders weer zo’n allochtoon moet spelen, zegt een andere acteur wel ja. Ik kan niet met alle Marokkaans-Nederlandse collega’s afspreken om collectief die rollen af te wijzen. Maar ik zie dat Nederland er steeds meer aan went dat wij ook rollen kunnen spelen die niets met onze achtergrond te maken hebben. Nasrdin Dchar en Chico Kenzari (medespelers in de film Rabat die eerder dit jaar uitkwam, MSM) zetten daarin ook een lijn neer: Nasrdin speelt in zijn nieuwe film een jood, Chico doet de klassiekers bij Toneelgroep Amsterdam. Op de toneelschool maakt het al helemaal niet uit waar je vandaan komt. Daar willen ze juist totaal niet zien wat je achtergrond is, dat is een inkoppertje. Leer eerst maar eens om je tot andere personages te transformeren.’
Atypisch
Toen Rabat uitkwam zei Akkabi in een interview blij te zijn met zijn atypische Marokkanenrol. ‘Maar ik heb er geen problemen mee dat ik in De President een seizoensarbeider speel’, verdedigt hij zich aan de vooravond van de première. ‘Het gaat in deze film niet zozeer over mijn achtergrond. Ik speel een jongen die naar Nederland komt om te werken, in coma raakt na een brand en wakker wordt als Nederlandse held, die het min of meer per ongeluk tot president schopt.’ In de humorvolle film van regisseur Erik de Bruyn gooit Nederland over vijf jaar de monarchie om tot republiek, en kiest dan de eenvoudige Joes als gezaghebber. ‘Het belangrijkste thema van De President is dat mijn personage helemaal geen staatshoofd wíl zijn. Hij is tot over zijn oren verliefd, daar is hij het meest mee bezig. Ik zou meer moeite hebben om zo’n tof straatratje met bontkraag te spelen.’
Thuis in Den Haag kreeg Achmed met zijn vijf broertjes en zusjes Berbers om de oren. ‘Maar tot ergernis van mijn ouders spraken wij onderling gewoon Nederlands. ‘Praat Marokkaans binnenshuis’, was de regel. Wij zijn daarin altijd koppig geweest, zodat we nu beide talen vloeiend spreken.’
Een deel van de film is gefilmd in Marrakech, waar Joes en zijn oom (gespeeld door cabaretier Najib Amhali) teruggaan naar de familie. ‘De familieleden van Joes werden gespeeld door Arabische acteurs, dus die spraken geen Berbers. Erg geestig om hen te zien stampen op hun teksten. Alsof je Nederlandse acteurs Fries laat spreken.’
Akkabi komt net aangereden uit Friesland, waar de opnames zijn voor de RTL-serie Moordvrouw (met Wendy van Dijk). Hij speelt een rechercheur op een politiebureau. ‘Ik kom aan op de SET en zie op mijn bureau twee Marokkaanse vlaggetjes liggen. Die heb ik weg laten halen. Kijkers zien heus wel dat ik een Marokkaanse Nederlander ben, dat is niet boeiend. Ik ben klaar voor rollen die daar níet mee te maken hebben.’
De opnames voor de telefilm Laptop zijn net afgelopen. ‘In die film, over drie aan lager wal geraakte mannen, heet ik gewoon Nico ‘Quickie’ van Dam.’
Ach, ook al speelt Akkabi in De President weer een Marokkaan, uiteindelijk is het toch de droom van ieder jongetje om eens te mogen zeggen: ‘Ik ben de president’. ‘Ja, dat was tof om te spelen. Even ben je de baas van Nederland, tot er ‘cut!’ wordt geroepen. Dan kijk je om je heen, naar al die mooie bolides, en realiseer je je weer dat je die in het echt nooit zou kunnen betalen.’