Afgelopen vrijdag werd Dominee Hans Visser door de Marokkaanse gemeenschap in Rotterdam in het zonnetje gezet. De dominee was naar eigen zeggen zelf het meest ontroerd van alle aandacht die hem ten deel viel. In een volle zaal in Schiemond stapte hij nietsvermoedend naar binnen omdat er, zo stond in de uitnodiging van Stichting Afaaq uit Rotterdam, een diner werd aangeboden. Hans Visser was een van de genodigden tussen Mohamed Rabbae, Driss Tabghi, Fouad el Haji, Carlos Consalves en alle anderen.

Gaandeweg bleek dat er iemand in het zonnetje werd gezet als dank voor zijn niet aflatende strijd voor mensenrechten sinds begin jaren zeventig tot de dag van vandaag en dat zowel in Nederland als in zijn geboorteland Marokko. Deze eer viel Brahim el Maanouzi te beurt. Er zijn maar weinig families die zo zwaar onder het oude regime van Marokko hebben geleden als de familie van Brahim. In zijn emotionele dankwoord bleek hoezeer hij nog steeds volschiet als hij aan zijn lijdensweg wordt herinnerd. Zijn woorden lieten weinig aanwezigen onberoerd.
Het brengen van een eerbetoon aan gewone mensen is trouwens een betrekkelijk nieuwe gewoonte bij de Marokkaanse Rotterdammers. Tot voor kort was dit namelijk voorbehouden aan notabelen, heiligen en officials. Het is alsof men nu wil zeggen: Als je iemand waardeert voor zijn belangeloze inzet voor de medemens, moet je dat ook uiten op het moment dat hij er zelf van kan genieten en niet pas als hij er niet meer is. Maar mogelijk zit er ook een besef achter dat het goed is om momenten van strijden en klagen zo nu en dan af te wisselen met momenten van je zegeningen tellen en je waardering uitspreken voor je helden.

En zo werd op het moment suprême Dominee Hans Visser naar voren geroepen om de vele dankbetuigingen in ontvangst te nemen en zich aan de hand van een handjevol anekdotes terug te laten voeren naar dat ene bijzondere moment jaren geleden. De dominee mag dan al sinds 2007 met emeritaat zijn en zijn Pauluskerk, waar hij sinds 1979 dominee was geweest, is inmiddels zelfs gesloopt, de vele verhalen uit de zaal klonken nog als de dag van gisteren. Natuurlijk mochten de bloemen en een speciaal voor hem gemaakt kunstwerk niet ontbreken.
Dominee Visser werd bedankt voor zijn inzet voor de zwakkeren in de samenleving, juist op het moment dat die inzet zo nodig was, want dan staan de helden op. Hij trotseerde de politiek, de publieke opinie en deed wat hij vond dat moest gebeuren. Wie Pauluskerk zegt, zegt Dominee Visser, en wie Dominee Visser zegt, zegt opvang van daklozen, verslaafden en illegalen. Maar Hans Visser deed meer: Hij stond ook aan de wieg van tal van organisaties van Marokkaanse Rotterdammers en dat waren ze afgelopen vrijdag duidelijk niet vergeten. De liefde bleek overigens geheel wederzijds toen de dominee verklaarde dat Marokkanen een speciale plek in zijn hart hebben.

Maar deze hommage was niet zoals andere hommages. Deze hommage mag met recht een primeur heten; een moslimgemeenschap die nota bene een christelijke dominee in het zonnetje zet, is bepaald niet alledaags. Want zo gemoedelijk en vanzelfsprekend als de avond zelf verliep, zo gevoelig was de discussie die erom heen werd gevoerd. De hooggeleerde Dr. Ben Hamza moest eraan te pas komen om het euvel te duiden en zijn advies liet aan duidelijkheid niets te wensen over. `Wie deel uitmaakt van een samenleving, moet ook aan die samenleving bijdragen. Wie van die samenleving neemt, is ook verplicht om te geven. Zo niet, dan ben je een parasiet en dat mag niet’. Het is dezelfde hooggeleerde die keer op keer benadrukt dat je niet naar een land mag emigreren voordat je de taal en cultuur van dat land kent. Niet geheel toevallig was Dr. Ben Hamza ook in de zaal aanwezig om getuige te zijn van deze historische avond.