Een dertigtal illegale migranten afkomstig uit Senegal, Kameroen, Guinee en Mali zouden door de Marokkaanse politie bij de grens met Algerije zonder water noch eten zijn achtergelaten.
De anti-racistische groepering voor de defensie en steun aan buitenlanders en migranten (GADEM) stelt in een verklaring dat zich twaalf kinderen onder de migranten bevinden. Allen zijn geblokkeerd in het no man’s land tussen Marokko en Algerije.
Een van de migranten zou aan de organisatie hebben verklaard dat hij op 2 maart bij een bushalte was gearresteerd. Hij was eerst naar het politiebureau gebracht voor een identiteitscontrole en vervolgens naar een kamp nabij de Algerijnse grens vervoerd alvorens in het no man’s land te worden achtergelaten. Ik heb bijna niets gegeten in 8 dagen en ik moet vechten om een beetje water te vinden, aldus de migrant.
Een andere slachtoffer vertelde een gelijkaardig verhaal. Hij woonde al ruim een jaar in Oujda en werd op 8 maart gearresteerd. Na twee dagen in een politiekazerne te zijn vastgehouden werd hij op vrijdag 10 maart bij de grens achtergelaten. Volgens hem werd hij door soldaten bedreigd.
Anderen vertelden aan de vereniging dat ze door de Marokkaanse veiligheidsdiensten waren mishandeld. Een van hen stelt zelfs met een scherp voorwerp in het gezicht te zijn gesneden.
Bij het groepje bevinden zich meerdere mensen die een legaliseringsaanvraag hebben ingediend. Marokko heeft onlangs een massa regularisatie van migranten gestart.