“vertaling van het artikel van Ahmed Assid, verschenen op 26 mei 2015”
Rani Kaddouri
Antropologie of mensleer introduceerde gelijkheid van talen en culturen als hoogste menselijke waarde. De ideeën uit deze leer zijn de basis voor de universele mensenrechten zoals deze nu in de wereld gangbaar zijn. Ze openden de deur voor culturele diversiteit en rekenden af met de het principe van het streven naar absolute homogeniteit en eenheidsdenken.
Marokko liep decennialang achterstand op wetenschappelijke ontwikkelingen. In deze periode zijn generaties opgevoed met de ideologie van streven naar eenheidsdenken, dat nauw is gerelateerd aan de traditionele rol van de centraal gestuurde staat. Om die reden is erkenning van diversiteit in het land erg laat op gang gekomen. Diversiteit als zaak is pas recentelijk een rol gaan spelen.
De lange lijdensweg van de Amazigh-taal onderweg naar erkenning wordt weerspiegeld in de discussies binnen de Marokkaanse Hoge Raad voor het Onderwijs. Deze raad benadert nog steeds de Amazigh-zaak vanuit het traditionele perspectief van uitsluiting en miskenning. De verworvenheden van de laatste 12 jaar worden door de raadsleden compleet genegeerd.
Dat zien we terug in de besluiten van de raad om het Tamazight (Amazigh-taal) niet in te voeren in het algemeen onderwijs en niet gelijk te stellen aan het Arabisch. Ook blijft een objectieve agenda en plan uit om onderwijs in Tamazight geleidelijk in te voeren in het voorbereidend en voortgezet onderwijs. Dit beleid kan maar een ding betekenen; uitvoering van een grondwettelijk recht treiteren en de implementatie van het onderwijs in het Tamazight tot het oneindige dwarsbomen.
Vreemde genoeg heeft de voorzitter van deze raad, de heer Azziman, bij de presentatie van de strategische visie van zijn raad voor de koning, het over “een beleid dat verzoening en gelijkheid van kansen nastreeft”. Deze tegenstrijdigheid in visie en beleid binnen de raad bestaat bij gratie van de heersende discriminerend mentaliteit binnen de raad. Als het gaat om Tamazight vermeed de raad alle gangbare formuleringen en besluiten waarin de staat verplicht werd het Tamazight te activeren binnen bepaalde termijnen. Ook gaf de raad zich niet thuis wanneer het sprak over ‘Duidelijkheid in Taalkeuzes’. De discussie over het Tamazight zal met deze benadering en woordkeuze helaas onbeslecht blijven, deze zal telkens weer tot het oneindige herstart worden. De raad had dit dossier van recht op taal en cultuur krachtens de grondwet definitief kunnen afhandelen. Pas dan zou Marokko hierin echt voor de omringende landen als model fungeren.
Discriminatie is de drijfveer achter deze mentaliteit die overloopt van minachting en gene voor alles wat diepgeworteld en op traditie berust is. Het is ook een nalaatschap uit een koloniale tijdperk waarin de dogma van eenheidsdenken en de Jacobijnse nationale staat bepalend is. Deze heersende mentaliteit is tot op de dag van vandaag verantwoordelijk voor het mislukken van menig nationale programma en verhinderde nationale onderwijs projecten. De aanhangers hiervan wanen zich boven alle ideologieën en onpartijdige deskundigen, die in het landsbelang denken. In werkelijkheid zijn het ideologisch gedreven demagogen die geen oog hebben voor verworvenheden, die Marokkanen in staat stelt onderling dichter bij elkaar te brengen en in vrede met elkaar samen te leven.
De Marokkaanse Hoge Raad voor Onderwijs is het niet gelukt om Tamazight die status te geven die het verdient in het nationale onderwijssysteem. Deze fout dient hersteld te worden wanneer de regering haar plannen ontvouwt over de Activeringswet van het Tamazight als officiële taal. Hierin zal duidelijk, nauwkeurig en transparant worden bepaald welke stappen ondernomen zullen worden om het Tamazight in het algemeen onderwijs op te nemen en op alle onderwijsniveaus. Pas dan kunnen we objectief deze stap evalueren, de verantwoordelijken ter verantwoording roepen en daarmee een einde maken aan discriminatie tegen de oorspronkelijke taal van alle Marokkanen