Hoewel de Nederlandse rechter het heeft bevolen, weigert de Marokkaanse ambassade in Den Haag tot nu toe het salaris van een onterecht ontslagen medewerker uit te betalen.
De ambassade heeft drie jaar lang geprocedeerd tegen de 45-jarige M. F., die zijn ontslag op staande voet in 2015 aanvocht, berichtte de Volkskrantgisterenavond. Vorige maand stelde het Gerechtshof Den Haag de medewerker in het gelijk. Volgens het vonnis moet de ambassade hem weer in dienst nemen en drie jaar achterstallig loon betalen plus een boete van 50 procent.
De ambassade beroept zich naar eigen zeggen niet op diplomatieke onschendbaarheid, maar laat de autoriteiten in Rabat beslissen of ze het vonnis moet volgen. Formeel gezien had de Marokkaanse ambassade niet hoeven meedoen aan de rechtszaak die F. had aangespannen, omdat de post volgens het Verdrag van Wenen immuniteit geniet.
De advocaat van M. F., Nawid Fakiri, vreest dat de ambassade helemaal niets gaat betalen en zich alsnog op diplomatieke onschendbaarheid beroept. Op 4 juli ontving hij een e-mail van de raadsman van het Koninkrijk Marokko met daarin de woorden: ‘Cliënt geeft aan dat zij geen gehoor zullen geven aan de uitspraak. Verder ziet cliënt de zaak niet voor zich.’
De kans dat de ambassade zich nog op immuniteit kan beroepen is klein. Volgens het Gerechtshof Den Haag hebben zowel de ambassade als het koninkrijk Marokko bij het begin van de zaak geen beroep gedaan op immuniteit en kan dat in de loop van het proces niet alsnog gebeuren, ook niet in geval van cassatie.