Koning Mohamed VI van Marokko hield op zondag 29 juli 2018 zijn jaarlijkse troonrede. Dit jaar viert hij zijn 19 jaar dat hij aan de macht is in Marokko. In zijn toespraak van dit jaar benadrukt hij het belang van de eenheid en veiligheid van Marokko. En beschouwde hij de protesterende Marokkanen als onruststokers en tegelijkertijd schaarde hij zich achter de zwijgende Marokkanen: ,,Ik heb er vertrouwen in dat Marokkanen de voorstanders van chaos en nihilisme of verkopers van fantasieën niet zullen toestaan om bepaalde tekortkomingen te misbruiken om de veiligheid en stabiliteit van Marokko te doorbreken en de verworvenheden en prestaties te kleineren”.

Het woord nihilisme kwam in de troonde van vorig jaar ook voor in de vocabulaire van Mohamed VI. Toen noemde hij de Riffijnen op een indirecte wijze de nihilisten (lees: nietsnutten).

Verder beschuldigde hij de politieke partijen in Marokko van nalatigheid en onverantwoordelijkheid ,,Van politieke partijen en instellingen wordt verwacht dat ze op permanente basis reageren op de eisen van de burgers en onmiddellijk reageren op gebeurtenissen en ontwikkelingen in de samenleving, zelfs erop anticiperen, in plaats van situaties te laten verslechteren, alsof ze zich niet druk maken om wat er gebeurt.”

Koning Mohamed VI doet mee aan wat hij in zijn toespraak zelfkritiek noemende maar sprak in de 20 minuten durende toespraak met geen enkel woord over de schending van de mensenrechten in het land waarover Marokkaanse en international organisaties hebben gerapporteerd: ,,Onnodig te zeggen, ik bekritiseer niet alleen omwille van het feit. In feite beschouw ik zelfkritiek als een deugd en een gezond fenomeen, zolang woorden gepaard gaan met daden en hervormingen”.

Ook negeerde Mohamed VI in zijn troonrede de economische toestand waarin Marokko zich nu bevindt terwijl de koning het wel nodig vindt om te vertellen dat hij in twee decennia 30 dammen heeft gebouwd in Marokko: ,,Omdat ik heel graag heb geprobeerd door te gaan met dat beleid, zijn we erin geslaagd om de afgelopen 18 jaar dertig dammen van verschillende grootte in het land te bouwen”.

Hij noemde verder Hassan II en Mohamed VI de martelaars van Marokko terwijl Mohamed V een royaal salaris kreeg van Frankrijk en het bewind van Hassan II de bijna onvoorwaardelijke steun van Frankrijk genoot.

Koning Mohamed VI liet deze gelegenheid niet voorbij gaan om zijn veiligheidsdiensten te bedanken: ,,Ik wil ook de Koninklijke Strijdkrachten, de Koninklijke Gendarmerie, de Hulpkrachten, de Nationale Veiligheidsdiensten en de Hulpdiensten lof toezwaaien onder mijn leiderschap, om de eenheid van het land te verdedigen en zijn veiligheid en stabiliteit te beschermen.”

Ter gelegenheid van zijn troonsbestijging heeft Mohamed VI gratie aan 1204 gevangenen verleend in heel Marokko. Volgens berichten uit de Rif bevat de gratielijst geen namen van gedetineerden van de Rif-volksbeweging. Eerder deze maand meldde de Franstalige weekblad Jeune Afrique dat gedetineerden van de Rif-volksbeweging geen pardon van de koning zullen krijgen.

Vorige jaar (2017) werden de gedetineerden van de Rif-volksbeweging aangespoord om het gratieformulier in te vullen, een aantal van hun heeft dat gedaan maar alleen Silya Ziani werd vrij gelaten.

De enige vrouwelijke gevangene van de Rif-volksbeweging, Silya Ziani kreeg gratie, waarschijnlijk doordat zij te veel leed aan de gevolgen van de martelingen en het regime onder grote druk stond om haar vrij te laten, en ook vreesde het regime dat zij in de gevangenis zou sterven of krankzinnig zou worden en dat tot meer volksprotesten zou leiden.

De koning vond het blijkbaar niet nodig om de straf in de isoleercel van Nasser Zafzafi op te heffen en het verdriet van de families van de Rif-gevangenen te verzachten door ze bijvoorbeeld naar gevangenissen over te plaatsen die dichtbij hun familie en gezinnen staan.

Opmerkelijk aan de troonrede van Mohamed VI van dit en vorig jaar is het gebruik van het woord nihilisme (lees nietsnutten) in zijn toespraak. Met nietsnutten bedoelt hij waarschijnlijk weer de Riffijnen.

Het is niet de eerste keer dat een Alaouieten koning in Marokko de Riffijnen beledigd of bedreigd. De vorige koning Hassan II (1929–1999) noemde de Riffijnen in een toespraak dat live op de tv en radio werd uitgezonden tijdens de ‘Brood-opstand’ van 1984 ,,tuig van de richel’’. Koning Mohamed V (1909–1961) noemde de Riffijnen in 1958 in zijn boodschap dat op velletjes papier met vliegtuigen boven de Rif werd gedropt en door de overheidsambtenaren aan de Riffijnen werd doorgegeven: ,,voorstanders van opruiing en verdeling’’.

Adra Ghedu