Door: Fouad el Haji
Deze week werd de Marokkaanse journalist Rachid Nini veroordeeld tot een gevangenisstraf van één jaar. Nog geen twee maanden nadat de autoriteiten zich euforisch op de borst klopten omdat zij alle bekende politiek gevangenen hadden vrijgelaten, zakt men opnieuw weg in haar eigen mensenrechtenmoeras.
Dit verhaal gaat over herinneringen aan een bezoek dat nooit plaatsvond maar me wel is bijgebleven. We zaten ruim twee jaar geleden in de Amsterdamse 3de Helmerstraat op een bezoek van Rachid Nini te wachten, maar er kwam helemaal geen Rachid Nini. Gewoon omdat zijn paspoort in Marokko in beslag werd genomen…Daar zaten we dan met onze planning.
Rachid Nini was de meest kritische journalist van dat moment en hoofdredacteur van de grootste krant van Marokko. Vanwege zijn kritiek op het regime werd zijn krant veroordeeld tot een boete die slechts het einde van de krant kon betekenen. We hadden Nini uitgenodigd om ons solidair met hem te tonen en samen met hem naar steun te zoeken.
Maar Rachid Nini kwam dus niet. Zijn paspoort werd ingenomen en terwijl wij op hem hier in Amsterdam zaten te wachten, kreeg hij bezoek van de autoriteiten waarbij hij naar verluidt voor de keus werd gesteld: Hetzij een toontje lager zingen, hetzij de boete betalen (lees: de krant opdoeken). Nu is een keus teveel gezegd, want iemand die met zijn rug tegen de muur staat, heeft helemaal niets te kiezen. Maar goed, Nini koos voor het behoud van zijn krant en zou voortaan inderdaad een toontje lager zingen. Iedereen merkte het, iedereen zag het en iedereen wist het, althans na verloop van tijd.
Maar wat omhoog gaat, komt vroeg of laat toch omlaag. En het bloed kruipt bovendien waar het niet kan gaan. Dit geldt ook voor Rachid Nini. Afgelopen najaar had hij genoeg gezwegen, vond hij, en pakte hij zijn metier van nationale horzel weer op. Maar de rancune en de wrok tegen diegenen die hem toen het zwijgen hadden opgelegd, zat diep, heel diep. Het kan volgens mij niet anders of de PAM was daar direct bij betrokken, want vanaf dag één dat het in Marokko, net als andere Arabische landen, onrustig werd, nam hij de PAM op de korrel en veegde hij dag in dag uit, nationwide de vloer met ze aan, waarbij de beschuldigingen steeds heftiger en nog belangrijker, steeds concreter werden. Volgens Nini zou de PAM niet meer zijn dan een vastgoedimperium (imperium dus), berucht vanwege de honderden nachtelijke transacties, machtsmisbruik, broederdiensten, enz. Ik wist trouwens niet dat broederdiensten verboden waren). De druk op de PAM werd zo hoog dat de partijtop geen andere uitweg zag dan op te stappen.
Voor Nini moest de wraak, na alles wat hij heeft doorstaan, wel heel zoet hebben gesmaakt. Jammer dat hij daar veel te kort van heeft kunnen genieten, want drie dagen voor de aanslag in Marrakech werd hij gearresteerd en in de cel gegooid. Toevallig? Misschien, misschien ook niet. We weten namelijk ook niet of alles wat hij schreef, waar was. Hij onthulde alles in zijn beruchte columns Chouf Tchouf, maar liet dikwijls na om zijn onthullingen in journalistieke artikelen wereldkundig te maken. Hoe dan ook: Sinds zijn opsluiting zijn de aanvallen op de PAM sterk afgenomen, …en dat kan geen toeval zijn en dat is de prijs van een zoete wraak.
Iedereen weet dat uitgesproken mensen naast vrienden ook veel vijanden maken. Maar mensen die uitgesproken zijn, zijn moedige mensen. Die mensen zijn zeldzaam en van onschatbare waarde voor democratische ontwikkeling. Die mensen moeten wij koesteren. Of het nou gaat om mensenrechtenactivisten zoals Chakib Al Khayari die ruim twee jaar van zn leven in de gevangenis heeft doorgebracht omdat hij voor zn mening uitkwam, of om Rachid Nini wie nu weer het zwijgen wordt opgelegd omdat hij misstanden blootlegt. Een democratie zonder fundamentele mensenrechten en vrije pers is geen democratie. Nini moet ook vrij. Niet met Suikerfeest, maar nu!