Jihadverdachte Azzedine C., ook bekend als Abou Moessa, heeft in de rechtbank opgeroepen tot geweldloosheid. C. wordt samen met drie andere Hagenaars verdacht van ronselen, opruiing en deelname aan een terroristische organisatie.

De rechter bepaalde maandag dat het viertal voorlopig in de cel blijft. Hun advocaten betoogden dat het onduidelijk is wat onder ronselen en opruiing valt en wat de kenmerken van een criminele organisatie zijn, waartoe hun cliënten zouden behoren. Volgens de rechtbank zijn dat zaken die aan de orde komen bij de inhoudelijke behandeling in september, maar geen gronden om de verdachten nu vrij te laten.

Alleen Abou Moessa was aanwezig bij de zitting. Hij spoorde de aanwezige moslims in de zaal aan om niet naar geweld te grijpen. “Geweld en haat zijn niet de oplossing”, stelde hij. Hij moedigde ze aan tot een constructieve bijdrage aan de maatschappij. “Ga in debat, ga demonstreren. Nederland is een land van mogelijkheden.”