Al maanden lopen de gemoederen regelmatig hoog op in de Rif, Noord-Marokko. De protesten kregen sinds afgelopen vrijdag echter een opvallende wending. Menig persoon werd verrast met een arrestatiebevel tegen de leider van de Riffijnse protesten Nasser Zafzafi. Dit was nadat Zafzafi zijn onvrede uitte over de inhoud van de preek van een Imam in Al Hoceima. Naar verluidt veroordeelde de imam de protesten van de volksbeweging en noemde de protesten fitna, oftewel het creëren van sociale onrust. Zafzafi zou de imam een halt hebben toe geroepen door aan te geven dat het de regering is die zich schuldig maakt aan fitna, de regering spendeert immers gemeenschapsgeld, laat sekstoerisme toe en om maar niet te spreken van de armoede die er heerst. Een paar uur na Zafzafis zijn pleidooi werd een arrestatiebevel uitgevaardigd tegen Zafzafi. Volgens het Openbaar Ministerie belemmerden Zafzafi en anderen de godsdienstvrijheid tijdens het vrijdaggebed. Klopt dit en volgens welke wet valt dit arrestatiebevel te rechtvaardigen?
Om deze vraag te kunnen beantwoorden moet er worden gekeken naar het Marokkaanse wetboek van strafrecht. In artikel 221 staat: ‘Wie rechtstreeks opzettelijk een belijdenis, religieuze feest belemmert of deze opzettelijk verstoort zal gestraft worden met een celstraf tussen de 6 maanden en 3 jaar en een geldboete tussen de 200 en 500 dirham’.
Eer er gesproken kan worden van een misdaad dient er volgens de Marokkaanse wet aan 3 voorwaarden te worden voldaan. Op de eerste plaats het legaliteitsbeginsel, oftewel de daad moet strafbaar zijn (artikel 221), ten tweede moet er een duidelijk relatie zijn tussen daad en gevolg (discussie met imam met verstoring tot gevolg) en tot slot telt ook de intentie tot verstoring mee. In de kwestie lijken de eerste 2 voorwaarden aanwezig te zijn maar lijkt er niet te worden voldaan aan de derde voorwaarde, de intentie. De verdachte ging naar de moskee met de intentie het gebed te verrichten maar werd verrast door een preek van de imam waarbij de activisten van de volksbeweging beschuldigd werden van het creëren van sociale onrust. Dat er in het verleden regelmatig spontaan discussies oplaaiden in moskeeën en dat dit geen strafrechtelijke gevolgen heeft bewijst dat het hier geen strafbaarheid is.
We kunnen de preek van de imam ook vanuit een ander juridisch perspectief bekijken. Dat de inhoud van de preek een politiek gevoelige kwestie aansnijdt lijkt koninklijke het decreet 6268 schenden. Het decreet verbiedt imams en predikers namelijk een standpunt in te nemen met een politieke lading of handelingen te verrichten die hun religieuze functie verhindert. Aangezien de wekelijkse vrijdagpreken in Marokko geleverd worden door het ministerie van religieuze zaken kunnen we echter stellen dat het ministerie akkoord was met de inhoud. Het ministerie vond ondanks de hogere hiërarchische status van koninklijke decreten de politieke inkleuring van de preek schijnbaar wel verenigbaar met de koninklijke decreet.
Gezien het voorgaande kunnen we dus niet alleen stellen dat het arrestatiebevel tegen Zafzafi juridisch niet sterk staat, maar ook dat het koninklijke decreet enkel dienst doet als een stok achter de deur om controle op het islamitische instituut te houden. Het moskee instituut kan op deze manier zo nodig zelfs gebruikt worden voor eigen politieke doeleinden. Zoals het demoniseren van volksbewegingen die kritisch zijn naar het gezag. Dat dit religieuze instituut onder directe leiding van zijne majesteit de Marokkaanse koning als religieus leider (Commandeur der gelovigen) en hij uit deze religieuze rol zijn politieke legitimiteit en gezag als koning haalt is niet geheel onbelangrijk. Dat Zafzafi als charismatische volksleider kritiek uitte op dit instituut ondermijnde direct dit gezag van de koning. Dat dit ook nog eens veel bijval kreeg van het volk vormde dus een gevaar voor dit gezag. Een nieuwe charismatische leider die niet alleen zijn legitimiteit uit het volk haalt maar ook nog eens het machtige religieuze instrument opeist deed het centrale gezag vast te veel aan een bevrijdingsheld uit de jaren 20 denken. Een held die anders dan zij wél weerstand bood tegen de bezetter. Moet schrikken zijn geweest, daar in Rabat.
Yuba Zalen
Is student en volgt de maatschappelijke en politieke ontwikkelingen in de Rif op de voet. Hij schrijft regelmatig voor Amazightimes.