Sollicitanten met een Marokkaanse en Hindoestaanse achtergrond worden minder vaak uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek bij Haagse werkgevers dan autochtone Nederlanders. Dat blijkt uit een onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) in opdracht van de gemeente Den Haag. Volgens het SCP is de etnische achtergrond van de sollicitanten de reden voor de afwijzing.

Voor het rapport ‘Op afkomst afgewezen. Onderzoek naar discriminatie op de arbeidsmarkt’ heeft het SCP Nederlandse, Hindoestaans-Nederlandse en Marokkaans-Nederlandse mensen met vergelijkbare kwalificaties laten solliciteren naar dezelfde functie. De fictieve sollicitanten verschilden alleen in etnische achtergrond, wat bleek uit de naam op het cv.
Voor het rapport ‘Op afkomst afgewezen. Onderzoek naar discriminatie op de arbeidsmarkt’ heeft het SCP Nederlandse, Hindoestaans-Nederlandse en Marokkaans-Nederlandse mensen met vergelijkbare kwalificaties laten solliciteren naar dezelfde functie. De fictieve sollicitanten verschilden alleen in etnische achtergrond, wat bleek uit de naam op het cv.

Autochtone sollicitanten hadden 34 procent kans op succes, Hindoestanen 23 procent en Marokkanen 19 procent. Onder kans op succes verstaat het SCP dat de sollicitant wordt uitgenodigd voor een gesprek of dat de werkgever op een andere manier heeft aangegeven interesse te hebben.