Wij vroegen ons af in hoeverre de Riffijnse identiteit nog leefde onder jongeren in Antwerpen. Zijn zij nog steeds trots op die identiteit of is hij vergeten? Die vraag hebben wij voorgelegd een aantal Riffijnse jongeren in Antwerpen. Hoe Riffijns voelen zij zich nog? Hieronder een weergave van hun antwoorden.
‘Ilias.A 17 jaar’: Ik ben Nederlandstalig opgevoed, maar ook deels in het Tmazight. Van mijn ouders heb ik voor een deel deze taal meegekregen. Verder heb ik hem geleerd door met mijn familie en kennissen in Arif te communiceren. Maar ik heb ook de taal zelf moeten ontdekken, vooral door te luisteren naar anderen, zo heb Ik geprobeerd mij deze eigen te maken. Voor mij is het super belangrijk om het Tmazight te beheersen! Alleen dan kan ik namelijk met mijn familie in Arif communiceren, maar dat geldt deels ook voor familie hier in Antwerpen natuurlijk! Bijna iedereen hier is afkomstig uit het Rifgebergte. Ook vind ik het belangrijk om bewust te zijn van mijn roots en mijn cultuur bij te houden. Het gaat dus niet alleen om het communiceren. Mijn doel is om mijn Amazigh identiteit bij te houden, ik zal mijn kinderen later ook het Tamazight en Tifinagh leren.
‘Mohamed.S 22 jaar’: Mijn ouders hebben altijd in het Tamazight met mij gesproken, zodat ik het goed kan spreken en verstaan. Zo kan ik het natuurlijk ook overbrengen op mijn kinderen. Tijdens de lessen spreek ik Tamazight met mijn vrienden, zodat de leerkracht ons niet begrijpt, buiten de lessen spreek ik Nederlands gemengd met Tamazight. Ik ben sowieso een trotse Ariffi.
‘Azzeddine.K 16 jaar’: Soms sta ik open voor mijn identiteit als Riffijn, maar soms ook niet. De cultuur van de Riffijnen is zeer leuk en gezellig. Ik zelf zie me wel als een Riffijn maar dan één uit België. Mijn moeder is grotendeels opgegroeid in België, meer dan in Arif . Mijn vader is voor het grootste deel in het Rifgebergte opgegroeid. Beiden zijn in Arif geboren in de stad Al Hoceima. Ik ben voornamelijk met een Belgische mentaliteit opgegroeid, maar tegelijk in een cultuur van de Riffijnen. Dat maakt wel dat ik tegenstrijdige boodschappen meekrijg, waar ik als persoon uit moet komen. ‘In mijn cultuur is het niet goed, maar in de andere dan wel’. Ik heb wel gevoelens voor het land van mijn roots. Maar ik ben niet zo’n patriot dat ik ineens zal vechten voor de Riffijnen. Ik hou wel van Arif, maar niet zo heel veel. Ik ga wel elk jaar met mijn familie op vakantie heen. Het is voor mij meer een vakantieland, dan het land waar mijn roots liggen. Dus mijn identiteit is niet zo zeer verbonden aan de Rif. Maar van binnen weet ik wel dat ik een afstammeling ben van het Rifgebergte en dat zal ik ook nooit vergeten! Ik voel me een Riffijnse – Belg maar als ik de kans kreeg om in Arif te gaan wonen dan zou ik simpelweg ‘nee’ zeggen omdat ik me daar niet goed ga voelen. Arif is een vakantieland voor mij, meer niet!
‘Insaf.S 16 jaar’: Tamazight is mijn moeder- en vadertaal. Ik kan en moet het natuurlijk kunnen spreken om met mijn familie in Marokko te kunnen communiceren. Ik spreek een mengeling van Nederlands en Tamazight met mijn nichten, tantes en vriendinnen. Ik ben een trotse Riffijn en bij elk trouwfeest in de familie mag de Amazigh vlag niet ontbreken. Ik ben zeker een trotse Riffijnse meid!
‘Zakaria.T 17 jaar’: Ik ben islamitisch opgevoed. Bij mij thuis wordt er bijna alleen maar Tamazight gepraat. Soms praat ik wel eens in het Frans met mijn moeder. Ik ben trots dat ik het Tamazight beheers. Vele andere jongeren beheersen deze taal niet, dat vind ik jammer. Ik vind van mijzelf dat ik mijn kinderen deze taal moet leren. Wij als Imazighen hebben een historisch verleden. Deze geschiedenis moeten we kennen, begrijpen en verkondigen! Marokko is een mooi land en zeker het Rifgebergte. Later als ik met pensioen ben zou ik daar graag willen wonen.
‘Yasmina.S 15 jaar’: Ik ben trots op mijn roots en waar Ik vandaan kom. Mijn ouders hebben mij veel legendarische verhalen van de Rif geschiedenis, verteld. Naarmate je ouder wordt, besef je waar je echt vandaan komt. Als 15 jarige kende ik mijn taal wel, maar onvoldoende. Dat hangt natuurlijk af waar en hoe je bent opgegroeid. Ik heb de Tamazight leren kennen door elke zomer dorpjes en steden in het Rifgebergte te bezoeken en te verkennen. De cultuur geeft je ook een mooi inzicht in wie je als Amazigh bent. Ik ben fier op mijn Riffijnse afkomst. We zijn sterke en dappere mensen. Er zijn natuurlijk ook mensen die de taal niet goed onder de knie hebben maar dat kan geen kwaad.