De Gemeente Rotterdam is in Hoger Beroep opnieuw veroordeeld voor discriminatie, overtreding van de Grondwet en het EVRM.

Gesteund door coalitiepartijen D66 en CDA weigert verantwoordelijk wethouder Struijvenberg (Leefbaar) schulderkenning, excuses en goede voornemens uit te spreken. Ondanks aandringen vanuit vrijwel de voltallige oppositie onder leiding van NIDA Rotterdam. Donderdag staat het onderwerp voor een derde keer op de Rotterdamse raadsagenda.

Marokkanen
Op discriminerende gronden zijn (onschuldige) Rotterdammers van Marokkaanse afkomst met een bijstandsuitkering door de Gemeente Rotterdam onderworpen aan verhoormethoden die gebruikt worden tegen fraudeurs. “Een handelswijze die onder alle omstandigheden ontoelaatbaar moet worden geacht”, in strijd met de Grondwet en met het EVRM, aldus de Rotterdamse rechtbank in april 2014.

Ondanks protest vanuit de oppositie ging de wethouder tegen de uitspraak in Hoger Beroep. Tevergeefs, op 23 april jl. bevestigde de Centrale Raad van Beroep de eerdere rechterlijke uitspraak.

Gebrek aan moreel en grondwettelijk besef
“Een fout erkennen is te vergeven, maar een fout maken en volharden in je eigen gelijk is onacceptabel,” aldus Nourdin El Ouali (NIDA Rotterdam). “Als het bij het stadsbestuur en de coalitiepartijen Leefbaar, D66 en CDA, hiervoor nu nog steeds aan moreel en grondwettelijk besef ontbreekt, dan dienen zij zichzelf diep in de spiegel aan te kijken en zich af te vragen wat hun eed of belofte van trouw aan de Grondwet nog waard is. Wat zijn hun woorden in de oren van menig Rotterdammer nog waard als zij tijdens hun integratietour met opgeheven vingertje de Rotterdammers denken de les te kunnen lezen over iets als gedeeld normbesef: ‘O ja joh? Geloof je het zelf?’”

<iframe width=”710″ height=”410″ src=”https://www.youtube.com/embed/SNzbCO7OFB4″ frameborder=”0″ allowfullscreen></iframe>