In een afgeladen zaal in De Nieuwe Liefde in Amsterdam vond op vrijdag 27 april Shooting the writer plaats. De avond werd door Stichting Literaire Activiteiten Amsterdam, Aknarij en de Berberbibliotheek georganiseerd ter ere van de Algerijnse schrijver Tahar Djaout. Hij werd bijna twintig jaar geleden vermoord.
De schrijver en dichter El – Mahdi Acherchour opende de avond met een voordracht van Tahar Djaouts gedicht Mon Amoureuse.
Vervolgens werd vertaalster Hester Tollenaar in het zonnetje gezet, omdat zij het prestigieuze Elly Jaffé Stipendium heeft ontvangen voor haar twee Berberbibliotheekvertalingen uit het Frans: ‘Leven en legende van Agoun’chich’ van Mohammed Khaïr-Eddine en De bottenzoekers’ van Tahar Djaout. 31 mei zal de onderscheiding in Maison Decartes ontvangen.
Schrijver en presentator van het Radio 1 programma OVT Mathijs Deen sprak met Manon Uphoff, Harm Botje en Asis Aynan over ‘De bottenzoekers’.
Schrijver en bedenker van de Berberbibliotheek Asis Aynan meende dat Djaouts roman niet alleen een verhaal is dat de reis van een jonge adolescent beschrijft die de beenderen van zijn oudere broer zoekt. Maar dat ‘De bottenzoekers’ een poging was om de zon op zo veel mogelijke manieren te beschrijven, net als Albert Camus in ‘De vreemdeling’ heeft gedaan. Waarmee ‘De bottenzoekers’ een reactie is op ‘De vreemdeling’.
Volgens schrijfster Manon Uphoff is ‘De bottenzoekers’ niet alleen een serieus boek, maar ook een humoristische roman. “Het is hilarisch hoe Djaout tandeloze vrouwtjes beschrijft die vol afschuw naar hun vetgemeste schoondochter kijken die hun tanden overal in zetten.” Voor Uphoff heeft de roman ook een speciale betekenis. Zij is aanwezig geweest bij lijkopgravingen in Srebrenica.
Journalist Harm Botje vertelde over zijn ervaringen met Tahar Djaout, die hij goed heeft gekend. Hij sprak hem drie weken voor hij werd vermoord.
Harm Botje las een fragment uit ‘De bottenzoekers’ voor, waarna hij zei dat francofone Algerijnen betere schrijvers zijn dat Franse romanciers, omdat in Noord-Afrika een verhalencultuur aanwezig is.
Botje had nooit gedacht dat Djaout het slachtoffer van terroristen zou worden. “Ze hebben een potentiële Nobelprijswinnaar vermoord.”
Het gedicht dat El-Madi Acherchour voordroeg.
Mijn lief
Je verliezen
is terugkeren naar die kale zandvlakte
met golvende beenderen die mijn mond dwarsbomen
is terugkeren naar die gepelde dagen
bezaaid met skeletdoornen
Jij, verloren
ontdoen mijn handen zich van alles wat ze liet kreunen of beven
Zullen mijn lippen immer de sluiers in de lucht raken
Rozendoorns hebben geen nut meer
ze vormen slechts het prikkeldraad dat het gezicht van de mensheid vertolkt
Jij, verloren
zal ik dit kleurloze lichaam zijn
waar angsten zich ophouden
Jij, verloren
stromen zandrivieren door mijn omhelzing
tot de dood zich in de laatste korrel vertoond
(Tahar Djaout)