Fouad el Haji
Hoezeer ik ook mijn best doe om de zin en onzin van de illegalendiscussie te begrijpen, nemen de vraagtekens eerder toe dan af. Ik heb namelijk nooit begrepen wat een strafbaarstelling van illegaliteit toevoegt aan een praktijk waarin illegalen altijd al werden opgepakt, opgesloten en vervolgens uitgezet. Ik heb deze vraag links en rechts gesteld, maar overtuigend is deze nimmer beantwoord.
Huisnummer 155
De discussie roept evenwel sterke herinneringen bij me op. Herinneringen aan huisnummer 155. Het betreft een eenvoudig pandje ergens in Berkel en Rodenrijs, waar tussen 1970 en 1990 honderden migranten hun eerste jaren in Nederland doorbrachten. Vaak met een groep van zes tot tien man tegelijk, illegaal natuurlijk en nee, het was geen pension. Illegaal stond toen nog gelijk aan rechtenloos en daar hield iedereen rekening mee: De buren, de politie, de baas en natuurlijk de mannen zelf. –
Natuurlijk is er wel eens geklaagd, onderling geruzied, enzovoorts. Maar over een termijn van bijna twintig jaar is het aantal escalaties niet noemenswaardig te noemen. Mijn vader, zelf ook illegaal, was de hoofdbewoner van het pandje. Hij vertelde dat hij regelmatig zijn huisgenoten van het politiebureau redde als hij een goed woordje voor hen had gedaan. Met het beetje Nederlands dat hij sprak, kon hij volgens de politie onmogelijk illegaal zijn. Moeilijke tijd, volgens mijn vader. Mensen hielden rekening met elkaar en vooral met elkaars situatie, maar je wist nooit wanneer je over de grens werd gezet.
Den Haag heeft geen idee!
Natuurlijk is een illegaal strafbaar vanwege het feit dat hij illegaal is. Dat behoeft geen juridische betoog. Maar moet de jacht op illegalen prioriteit zijn in een tijd waarin wij tegen de diepste naoorlogse crisis vechten? Kan wel, maar dan heb je weinig gevoel voor leiderschap en verhoudingen, of zoals de directeur van het Sociaal Cultureel Planbureau het afgelopen maandag tijdens het wetenschapscafé het verwoordde: “Den Haag heeft geen idee!” Hij sprak zelf over de toekomst van de zorg, maar toch.
Ijdele hoop
Ik had daarom gehoopt dat de grootste tegenstander van de strafbaarstelling van illegaliteit, Sander Terphuis, eindelijk kon uitleggen wat illegalen nu opschieten met het niet doorgaan van de strafbaarstelling, maar dat was ijdele hoop: Hij schreef afgelopen week: “Bovendien worden nu al de illegaal verblijvende vreemdelingen soms bij herhaling opgepakt door de politie en in de cel gezet in het kader van vreemdelingenbewaring. Soms maandenlang. Een wijs en moedig besluit van het kabinet om dit wetsvoorstel in te trekken met respect en eerbiediging voor fundamentele mensenrechten”.
U leest het goed: Illegalen waren en zijn nog steeds de gebeten hond. Het zal aan mij liggen, maar ik zie de wijsheid noch de moed hiervan in.