“Als ik kom te overlijden wil ik tijdens de uitvaart ‘over 100 jaar zijn jullie allemaal dood’, van Klein Orkest, laten horen”, hoor ik mijzelf nog zeggen tegen een vriend, Nu, jaren later, kom ik tot het besef dat ik nog steeds niets heb geregeld of vastgelegd rondom mijn werelds afscheid. Je staat er niet altijd bij stil, en ook al denk je niet graag na over de dood; iedereen heeft wel ideeën over en wensen voor zijn eigen uitvaart. Nu stond ik er wel bewust bij stil. Niet door het actuele geweld en ellende op de wereld en de daaraan gekoppelde angst, die veel mensen nu voelen. Nee, ik moest aan mijn eigen uitvaart denken omdat ik vorige week aanwezig was bij een symposium over multicultureel afscheid in Nederland, georganiseerd door Yarden Uitvaartorganisatie

De uitvaart- en rouwrituelen zijn anders geworden door de veranderende etnische samenstelling van de Nederlandse bevolking. Elke cultuur heeft zijn eigen manier van omgaan met de dood en eigen uitvaartrituelen. En terwijl ik met veel interesse naar verschillende mensen uit het ‘vakgebied’ luisterde, drong het tot me door dat ik nog een hoop te doen heb om mijn uitvaart in goede banen te lijden. Ik moet niet alleen een ‘draaiboek’ opstellen; ik moet ook nog de discussie aan gaan met mijn familie. Over dat ik wel begraven wil worden, maar dat het niet per se op een Islamitische begraafplaats hoeft. Over dat mensen in Nederland, en natuurlijk in mijn geliefde Rotterdam afscheid van mij kunnen nemen. Nu zou je denken dat dat niet zo moeilijk te regelen is, maar niets is minder waar. Ik heb andere opvattingen over de dood en de daarbij horende afscheidsrituelen dan mijn familie, die bijvoorbeeld over het algemeen zweert bij islamitische rituelen. En daarnaast leeft nog altijd de wens om begraven te worden in land van herkomst. Vooral bij de eerste en tweede generatie. Natuurlijk wil ik dat de nabestaanden goed afscheid kunnen nemen, maar door de verschillen in cultuur, kan dat wel eens mis gaan. Mits ik het nu al bespreekbaar maak.

In Nederland verwachten mensen een persoonlijke uitvaart. Dat is een duidelijk gegeven, maar persoonlijk voor wie? Voor de degene die overleden is of voor de nabestaanden? Het lijkt mij niet makkelijk om als uitvaartondernemer daar tussen te zitten en proberen te voldoen aan alle wensen. Los daarvan is het sowieso een opgave om je in te leven in de diverse afscheidsrituelen. Nederland heeft nu eenmaal een diverse samenleving en dan rijst meteen de vraag of er genoeg rekening gehouden wordt met deze verschillen in afscheid nemen. In de Surinaams/Creoolse cultuur is het heel normaal dat de kist al zingend en dansend gedragen wordt. Of dat er gegild wordt. Dat is geen vrolijkheid of hysterie, het hoort er allemaal bij. Daarnaast is het heel normaal dat er bij sommige bevolkingsgroepen gemiddeld zo een 300 nabestaanden aanwezig zijn. Dat moet gefaciliteerd worden. Er moet wel ruimte zijn. Of dat er binnen culturen vuuroffers gebracht worden. Maar dat is verboden. In crematoria nota bene.

Er bestaan geen kant & klare rituelen maar het is een kwestie van zoeken naar balans tussen cultuur en persoonlijke wensen. We mogen de diversiteit die er is niet verbloemen. Zo bestaat er bijvoorbeeld geen “Islamitische gemeenschap”. Er zijn namelijk heel veel Turkse, Marokkaanse Nederlanders die niet religieus zijn, maar wel tot die ‘gemeenschap’ behoren. En dus andere opvattingen hebben over het eigen afscheid.

Ik denk dat ik het wel weet. Mijn uitvaart zal een combinatie worden van provocerende liedjes van Klein Orkest aan de ene kant. Aan de andere kant zal mijn familie de mogelijkheden krijgen om zich op een gepaste manier te kunnen bezinnen, volgens hun religieuze rituelen. Eigenlijk is het niet zo moeilijk allemaal. Geef je wensen vooraf aan, zorg voor een open communicatie, met zowel je eigen omgeving, als met buitenstaanders, zeker als er verschillende culturen betrokken zijn bij een overlijden, zoals bij gemengde relaties.

Eén ding is zeker: dood gaan we allemaal. Waarom doen we er dan zo moeilijk over?

“De dood komt je halen, de dood raakt je aan. Dus de dood moet in levenden lijve bestaan. We moeten hem vangen, dan zijn we er vanaf, leve het leven! Weg met het graf! ” Uit: De Ballade van de dood – Harrie Jekkers / Koos Meinderts