RABAT (Reuter, DPA, UPI) – Een tiental hoge legerofficieren heeft zaterdagmiddag een mislukte staatsgreep in het feodale koninkrijk Marokko gepleegd. Daarbij is koning Hassan II ternauwernood aan de dood ontsnapt. Bij de drie uur durende schietpartij in het koninklijk paleis van Skhirate (ongeveer 16 km buiten Rabat) is de jongere broer van de koning kroonprins Moulay Abdullah gewoond geraakt, terwijl tientallen mensen de dood vonden, waaronder de Belgische ambassadeur in Marokko Marcel Dupret. De koning heeft gisterenavond op een persconferentie meegedeeld, dat de aanstichters van de coup binnen 24 uur geëxecuteerd zullen worden.

Bij de staatsgreep zijn gisterenavond minstens 186 mensen om het leven gekomen, van wie 28 bij de overval op het paleis en ongeveer 158 opstandelingen, die het radiostation en andere gebouwen in de hoofdstad Rabat hadden bezet. Volgens mededelingen van de regering zijn 659 opstandelingen gevangenen genomen. Volgens niet officiële bronnen zijn een aantal muiters na hun gevangenneming zonder vorm van proces neergeschoten.

Koning Hassan II vierde zaterdag zijn 42e verjaardag en gaf ter gelegenheid daarvan een grootse receptie aan de Marokkaanse hoogwaardigheidsbekleders en buitenlandse diplomatieke gasten. Omstreeks twee uur in de middag verschenen na de feestlunch ongeveer 30 legertrucks met zo’n veertienhonderd militairen, die het paleis omsingelden en het vervolgens al schietend binnendrongen, volgens ooggetuigen van verscheidene Westerse ambassadeurs dachten de gasten eerst, dat het geknal vuurwerk was en onderdeel uitmaakte van het koninklijke feestje. Maar al snel bemerken zij hun vergissing, toen militairen – jonge kadetten in parachutistenuniformen, die een officierenopleiding krijgen op de militaire academie van Ahermoumou (210 km van Rabat) – de buitenlandse gasten onder bedreiging van hun vuurwapens in een hoek dreven. Intussen werd van alle kanten met machinegeweren, handgranaten en mortieren geschoten. Koning Hassan werd door een groepje militairen naar een andere vertrek geleid. Sommige gasten proberen door de voordeur te ontsnappen, maar ze werden onmiddellijk neergeschoten.

De Zweedse ambassadeur vertelde: ,,Ikzelf zag tussen dertig en veertig doden. Meer dan 100 mensen waren gewoond, alleen al in het paviljoen, waar ik mij bevond. Mijn Belgische collega was door 15 kogels geraakt, waarvan drie hem in het hart troffen. Vele mensen die ik kende, waren gedood of gewoond,”

Gedurende drie uur lagen de Zweedse ambassadeur en andere gasten met hun gezicht voorover roerloos op de grond. Intussen hoorden zij overal het ratelen van machinegeweren. Daarna vluchten de overvalleiders uit het paleis. Volgens de Zweedse ambassadeur waren sommige delen van het paleis in brand gestoken.

De Britse ambassadeur zei, dat hij samen met anderen naar een legertruck gevoerd was, waarna zij naar Rabat werden overgebracht. Ongeveer tweehonderd gasten werden gevangen genomen. Later werden zij in groepjes van 30 gesplitst en met het geweer in de rug naar vijf vrachtwagens overgebracht. Ze moeten hun handen boven hun hoofd houden. ,,In mijn truck’, aldus de Engels ambassadeur, ,,was één van de mannen in een zeer slechte conditie aangezien hij door kogels in zijn maag getroffen was. Ik zei tegen de soldaten, dat de man onmiddellijk medische zorg nodig had, maar zij weigerden”. Op een gegeven ogenblik moesten ze allemaal uit de auto stappen en ongeveer een uur met hun gezicht voorover op de straat blijven liggen in de gloeiende zon. ,,Maar toen gingen de soldaten plotseling weg en waren wij vrij.

Volgens de Britse ambassadeur was de aanval zeer zorgvuldig voorbereid en ontmoeten de opstandelingen praktisch geen tegenstand.

LEVE DE REPUBLIEK
Terwijl in het paleis de opstandelingen dood en verderf zaaiden, bezetten andere legerofficieren het radiostation van Rabat en dwongen de nieuwslezers voor te lezen, dat het leger de macht had gegrepen en dat Marokko van nu af aan een republiek was. Het eerste communiqué luidde: ,,De koning is dood, leve de republiek”.

In de loop van de middag en de avond kwamen er steeds weer nieuwe communiqué’s zoals: ,,Het leger is tot revolutie overgegaan voor het welzijn van het Marokkaanse volk. Het koninklijke bewind is gevallen. Wij zullen de verraders niet meer de eer van dit volk laten vertrappen. Het leger heeft alle prefecturen en provincies van het land, die voortaan onder zijn bevelen zullen vallen. De macht in handen genomen.

Deze proclamatie gaat uit van het volksleger en de raad van het revolutieleger”. Een andere proclamatie luidde: ,,De nationale strijdkrachten hebben na de vernietiging van het feodale stelsel de macht overgenomen uit naam van het volk.

Marokkanen, weest waakzaam, luister niet naar de antirevolutionaire en tegen het volk gerichte orders”. Tussen deze proclamaties door werd militaire marsmuziek uitgezonden. Maar tegen de middernacht viel de revolutionaire zender opeens uit, nadat koningsgezinde troepen de meer dan honderd opstandelingen van het radiostation hadden overweldigd.

STUDENTEN
Intussen waren echter jeugdige personen, met name studenten, de straat opgegaan, om overal waar zij portretten van Hassan konden vinden deze af te schuren en luidkeels ,,leven de republiek, leve het socialisme” te roepen. Politie-eenheden dreven de jeugdige demonstranten uiteen. Nadat het ,,revolutionair” radiostation weer ,,antirevolutionair geworden was, werd licht amusementsmuziek uitgezonden, waarna de mededeling kwam dat de koning ongedeerd was en zijn volk later zou toespreken.

KADETTEN
In het paleis was intussen de situatie de opstandelingen al lang uit de hand gelopen. Kennelijk was de opstand minder ideologisch goed georganiseerd geweest, want de jonge kadetten, die aan de bestorming hadden deelgenomen, waren door hun officieren vals voorgelicht.

Koning Hassan vertelde het later in de nacht voor de radio als volgt: ,,Het land is aan één van de ergste katastrofes in zijn geschiedenis ontsnapt”. Hij zei, dat de lunch nog aan gang was, toen het schieten begon. Hij vervolgde: ,,Ik kon op bijzonder onverwachte wijze uit deze crisis komen. Ik werd uit de zaal gehaald, waar ik 2½ uurlang was vastgehouden. Zij plaatsen mij bij alle persoonlijkheden, die nog in leven waren, toen de jonge soldaten mij met mijn handen op mijn hoofd voor die groep zagen staan, herkend één van hen mij en vroeg mij met hem mee te gaan. Hij had zijn vinger aan de trekker. Op het ogenblik dat wij alleen waren. Ging hij de houding staan en kuste mij vervolgens de hand. Ik toonde mij verbaasd tegenover hem en merkte op dat hij enerzijds tekenen van gehoorzaamheid en toewijding toonde, maar anderzijds aan een misdadige onderneming medewerkte.”

Maar de soldaat antwoordde mij: ,,Wij zijn de kadetten van de Ahermoumou militaire academie. Gisteren hebben de officieren bekend gemaakt, dat wij vandaag (zaterdag) militaire oefening zouden moeten doen. In de feite werd ons toen wij tegen het middaguur, bij het Skhirate-paleis aankwamen, verteld dat er op dat ogenblik een komplot tegen de persoon van Zijne Majesteit de Koning werd gesmeed, dat het koninklijk paleis werd belegerd en dat als gevolg daarvan het leven van Uwe doorluchtige Majesteit in gevaar was. Opdat u niet in vijandelijke handen zou vallen, hebben wij het paleis aangevallen”.

Deze verklaring werd later door de Britse ambassadeur bevestigd. Hij vertelde, dat de aanvallers zodra zij de koning herkend hadden, luidkeels riepen: ,,Leven de koning”.

De koning zei in zijn toespraak, dat de coup door een zeer kleine groep legerofficieren georganiseerd was en dat de leider van de coup, de 44-jarige generaal Mohammed Medbouh door de muiters was gedood, toen deze ontdekten dat hij hen vals had voorgelicht. Generaal Medbouh, die de koning één van zijn naaste medewerkers noemde en die minister was van de koninklijke huishouding, heeft in 1963 de koning voor een coup gered, waarna hij snel promotie maakte. Een andere opstandelingenleider, kolonel Abadou* zou evenals door de woedende muiters zijn gedood. Kolonel Adabou** was leider van de militaire academie.

Naar verluidt zijn vier andere generaals en twee kolonels door de regeringstrouwe troepen gearresteerd en zouden al minstens zeventig opstandelingen zijn gedood.

Gisteren werden uit Rabat nog sporadische gevechten gemeld, toen gebouwen, die door de opstandelingen bezet waren gehouden door regeringstroepen met behulp van tanks omsingeld werden en vervolgens ingenomen.

Overigens meldden de persbureaus, dat de toestand in het land volkomen rustig was. De bevolking, die zaterdagnacht gewaar werd, dat de staatsgreep mislukt was, kwam daarna onmiddellijk haar genegenheid voor de koning tonen. Auto’s reden claxonerend door de stad, als bewijs van loyaliteit.

Over het precieze aantal doden en gewonden in het koninklijk paleis, lopen de berichten uiteen. De regering heeft bijvoorbeeld geen melding gemaakt van het feit, dat ’s konings jongere broer eveneens gewond is. Vast staat in ieder geval, dat een aantal koningsgezinde generaals en kolonels meteen werden gedood, evenals aantal ministers en twee Franse artsen van de koning.

Onmiddellijk nadat de muiters hun vergissing hadden gemerkt en de koning weer vrijheid van handelen had gekregen, gaf hij zijn minister van binnenlandse zaken, generaal Mohammed Oufkir, alle zijn burgerlijke en militaire volmachten om de toestand weer geheel onder bedwang te kregen.

Deze Oufkir is al geruime tijd één van de naaste medewerkers van de koning en heeft naam gemaakt door zijn meedogenloze vervolging van allerlei linkse of als links gekwalificeerde tegenstanders van het koninklijke regime. Eén van zijn voornaamste tegenstanders, de linkse opposant Ben Barka werd zeer waarschijnlijk door zijn persoonlijke toedoen in 1965 in Parijs gekidnapped en vermoord. Als gevolg verslechterden de betrekkingen tussen Frankrijk en Marokko aanzienlijk, omdat generaal De Gaulle bestraffing van Oufkir eiste en koning Hassan zijn medewerker de hand boven het hoofd bleef houden. Een Franse rechtbank veroordeeld hem in 1967 bij verstek tot levenslang gevangenisstraf. Maar Oufkir schreef de rechtbank een brief met excuses, dat hij niet aanwezig kon zijn en met het verzoek het vonis voor onbepaalde tijd op te schorten. Als hoofd van de veiligheidsdienst heeft hij ook in het leger grote invloed.

Door: Adra Ghedu
*Abadou = Ababou