Al jaren erger ik mij aan de term ‘allochtoon’. Een woord dat door ambtenaren ergens op zestien hoog achter in Den Haag is bedacht. Ik kan mij dan ook niet voorstellen dat de ambtenaar die het woord bedacht heeft zelf van buitenlandse afkomst is geweest. Een weldenkend mens zou zichzelf niet de term allochtoon aanmeten, des te schrijnender is het woord ‘autochtoon’ als synoniem voor Nederlander. Dat krijg je als je de burgers zelf niet laat meepraten over hoe ze zichzelf zien of willen noemen.
De Nederlandse overheid heeft zonder inspraak van de samenleving etnische categorieën gemaakt om er vervolgens gericht beleid op te kunnen voeren. De resultaten ervan ervaren we dagelijks.
Veel allochtonen zien de term allochtoon als een sociaal-maatschappelijke knuppel die gebruikt wordt om de achterstand waaraan ze proberen te ontsnappen er weer in te slaan. Allochtoon heeft een connotatie gekregen van een minder geëmancipeerde, minder wetende, niet helemaal aangepaste, net-niet Nederlander. Bovendien is het een term die ze aangemeten hebben gekregen van een ambtenaar. Erger wordt het als ook nog het onderscheid tussen ‘westers’ en ‘niet-westers’ wordt gemaakt. Als niet-westers allochtoon ben je helemaal de sjaak omdat je meer plichten, en minder rechten hebt dan de westerse allochtoon. De term autochtoon is nog vreemder. Met de term allochtoon probeert de overheid tenminste een verzamelnaam te verkrijgen om verschillende etniciteiten in onder brengen omdat het makkelijker praat. Maar autochtoon? Dat is bedoeld voor maar één etniciteit, voor de Nederlander. Waarom dan niet gewoon Nederlander noemen? Ik kan geen kunstmatiger manier bedenken om maatschappelijke realiteiten te vervormen ten faveure van beleid en onderzoek
Het voelt soms meer als een brandmerk waaraan je de rest van je leven herkend zult worden. Dit staat in schril contrast met de opdracht die de Nederlandse overheid uitdraagt richting allochtonen om aan te passen, te integreren, en sinds de VVD en PVV samenwerken, zelfs te assimileren. Dit zou toch moeten resulteren in het verlies van de titel allochtoon als je erin slaagt te integreren of zelfs te assimileren? Maar niets is minder waar.
Nederland is erin geslaagd om heel veel allochtone burgers te faciliteren om hun potentie en talenten te ontwikkelen. Het CBS en SCP leren ons dat Marokkaans Nederlandse meisjes het inmiddels voor elkaar hebben om hun onderwijsachterstand in één generatie tijd te dichten. De hogescholen en universiteiten ontvangen elk jaar meer allochtone studenten. Het aantal Marokkaans Nederlandse professionals neemt toe. In de politiek is het aandeel Marokkaans Nederlandse politici stijgende, zo ook in kunst en cultuur, zorg en overheid. Er zijn dus niet alleen negatieve ontwikkelingen waar de meeste critici hun rechtse vingers lekker bij aflikken. Nee, er is ook een zeer positieve ontwikkeling gaande die bewijst dat de integratie van deze Nederlandse burgers prima is gelukt. Dus, hoeven ze geen allochtoon meer te heten, althans… dat zou je denken.
Volgens het RMO hoeft het niet meer. De term allochtoon kan voorgoed de kast in, en sleutel kunnen we weggooien. Het argument daarvoor is dat door het blijven monitoren en meten van de ontwikkelingen van allochtonen, per definitie dus de term allochtoon moet blijven. Heel begrijpelijk en mee eens. Eindelijk van die term af zou je denken. Minister Leers reageerde de dag erop meteen met de boodschap dat die term te belangrijk is om weg te doen. De minister meent te moeten blijven meten om de ontwikkelingen, en dus ook de problemen, in verschillende migrantengemeenschappen te monitoren. Dit is belangrijk om gericht beleid te kunnen voeren om diegenen die achterblijven mee te krijgen. Daar heeft de minister ook een goed punt.
Dat zet mij in een tweespalt. Enerzijds wil ik van die verdomde term allochtoon af omdat ik mezelf er niet in herken en de connotatie die het heeft gekregen verre van mij wil werpen. De positie van mijn ouders in deze samenleving was een hele andere dan de mijne. En ik hoop met elk bot in mijn lichaam dat mijn kinderen het beter zullen doen dan ik en zich onvoorwaardelijk thuis voelen in Nederland omdat ze overtuigd zijn dat ze hier horen en niet apart genoemd of behandeld worden. Anderzijds begrijp ik goed dat er een onderzoeks- en beleidsterm moet zijn om de ontwikkeling in de migrantengemeenschappen in Nederland te monitoren en om gericht te kunnen interveniëren en faciliteren. Immers, het in ieders belang is dat achterstanden worden weggewerkt.
Als wij nu eens stoppen met te doen alsof de samenleving maakbaar is door iemand een identiteit op te dringen, dan kan het wel eens zomaar zijn dat die iemand Nederlander wil zijn om de juiste redenen. Omdat hij de vrijheid heeft om zelf te bepalen wie hij wil zijn en aangesproken wordt. Laten we met elkaar, overheid en samenleving, in gesprek gaan over hoe we elkaar aanspreken en noemen. Laat de burgers zichzelf identificeren, en zoek als overheid een onderzoeksmodus die daarop aansluit. In het belang van het samenleven, onderzoek en beleid. Ik zal dan de aftrap doen door mijzelf alvast voor te stellen. Ik ben Hasib Moukaddim, Marokkaanse Nederlander.
Hasib Moukaddim is directeur van het Samenwerkingsverband van Marokkaanse Nederlanders (SMN)
Bron: Wereldjournalisten