Bureaucratie Marokkanen ergeren zich groen en geel aan consulaatpersoneel, dat traag werkt en ook corrupt zou zijn. Willekeur, lange wachttijden en algehele labbekakkerigheid: de Marokkaanse gemeenschap heeft een waslijst aan klachten over het Marokkaanse consulaat. ‘Niemand gaat hier zonder hoofdpijn weg.’
Aan de ambtenaar is niet te ontkomen
Het Amsterdamse consulaat is het hoofdconsulaat van de vier Marokkaanse consulaten in Nederland. Naast het consulaat in Amsterdam zijn er consulaten in Den Bosch, Rotterdam en Utrecht. Het consulaat in Amsterdam is bedoeld voor Marokkanen uit heel Noord-Holland, Groningen en Friesland. Alle Marokkaanse Nederlanders krijgen te maken met een consulaat, ook de tweede en de derde generatie. Kinderen van wie één van de ouders Marokkaans is, krijgen automatisch de Marokkaanse nationaliteit, waarvan geen afstand kan worden gedaan. In het consulaat worden onder meer identiteitspapieren verstrekt, geboorteaangiften verwerkt, huwelijken voltrokken en officiële documenten gelegaliseerd. De consulaten vallen onder het Marokkaanse ministerie van Buitenlandse Zaken.
Direct na binnenkomst van de wachtruimte wordt twee Marokkaanse mannen amicaal de hand geschud door het hoofd van het Marokkaanse consulaat, in pak. Anders dan alle andere bezoekers van het Marokkaanse consulaat hoeven zij geen nummer af te halen bij de receptie, maar worden zij meteen doorgeloodst naar de loketten. Verontwaardigd kijken de nabije wachtende bezoekers het drietal na.“Taz … Belachelijk,” mompelt een man als ze uit het oog verdwenen zijn. “Zag je dat? Die bolle laat gewoon mensen voor,” merkt een meisje op tegen haar oom naast har. Willekeur is een veelgehoorde klacht vanuit de Marokkaanse gemeenschap over het Marokkaanse hoofdconsulaat, gevestigd in een vrijstaand pand naast het Vondelpark. De lijst met klachten is lang en uiteenlopend, waaronder ambtenaren die – in tegenstelling tot de meeste bezoekers – geen Nederlands, Berbers of Engels spreken. Maar ook: slechte informatievoorziening, lange wachtduur, slecht sanitair, onbetrouwbare openings- en sluitingstijden, parkeerproblemen, het weigeren van het registreren van Berbernamen, slechte toegankelijkheid voor rolstoelgebruikers, klantonvriendelijk gedrag en corruptie. Al deze klachten zijn twee jaar geleden door drie Marokkaanse organisaties – de stichting Aknarij, het Komitee Marokkanen voor Mensenrechten en het Komitee Marokkaanse Arbeiders Amsterdam – persoonlijk aan het vorige hoofd van het consulaat voorgelegd. “Dat sprake zou zijn van corruptie werd natuurlijk ontkend,” zegt Hassan Ayi, voorzitter van het Komitee Marokkaanse Arbeiders Amsterdam. “Het is niet te bewijzen, maar iedereen weet het.” Vorig jaar staakten nagenoeg alle Marokkaanse consulaatmedewerkers in Nederland omdat ze ontevreden zijn over hun arbeidsvoorwaarden. Ze zouden ontslagen worden bij ziekte en geen pensioen opbouwen. Sommige medewerkers zouden door onderbetaling in de schuldsanering te zitten. Mohamed Skefati van het Komitee Marokkanen voor Mensenrechten: “Je bent in het consulaat overgeleverd aan de stemming van de ambtenaar. Een geboorteakte, nodig voor de aanvraag van de meeste officiële documenten, is bij de ene ambtenaar drie maanden geldig, bij de tweede zes maanden en bij de derde een jaar. Je weet niet waar je aan toe bent.” Iedereen hoort van corruptie, zegt hij. “De meeste mensen zien het als een probleem, dat ze tegelijk accepteren. Corruptie is diepgeworteld in Marokko. Dit probleem stopt niet abrupt bij de grens.” Naar de andere klachten luisterde het hoofd van het consulaat wel, zegt Ayi. Maar er is nog niets gebeurd. Demonstreren voor het consulaat heeft niet zijn voorkeur, maar hij sluit het niet uit.“Wij Marokkanen zijn de problemen zat.”
‘In Marokko is corruptiediepgeworteld en dat stopt niet bij de grens’
Het is kwart over negen als de eerste ding-dong uit de speaker in de wachtkamer klinkt. De eerste wachtende is aan de beurt. Dit is een kwartier na de officiële openingstijd van het consulaat. Een blik op de loketten leert dat nog lang niet alle ambtenaren op hun plek zitten. Tegen half tien begint er pas echt beweging in te komen en worden drie nummers nagenoeg tegelijkertijd naar voren geroepen. “Het is rustig vandaag. Ik heb nu nog maar tien wachtenden voor me,” zegt een vrouw met een met kralenafgezette hoofddoek na drie kwartier wachten. Ze zit tussen een rijtje vrouwen in de uiterste hoek van de volle wachtruimte – die zeventig stoelen telt. Haar ogen flitsen elke minuut naar het bord hoog aan de achterwand. Halverwege de ochtend verliest de eerste klant haar geduld. Ze verheft haar stem tegen de ambtenaar achter de receptie. “Ik ga niet nog eens tien dagen op mijn paspoort wachten,” schreeuwt ze. “We vertrekken vrijdag al naar Marokko.” Op de dreinende baby’s na valt iedereen in de wachtruimte onmiddellijk stil. Een tweede ambtenaar komt erbij staan. Gebiedend: “Wilt u niet zo schreeuwen, mevrouw?” Zij: “Ik heb alle recht om te schreeuwen!” De andere ambtenaar: “Als u wilt schreeuwen, moet u dat maar buiten doen.” Hierop beent de vrouw woedend het consulaat uit. Twee minuten later is er opnieuw onenigheid tussen de ambtenaar en een klant. Een oudere bezoeker verbaast het niets: “Als je naar het consulaat gaat, moet je niet vergeten paracetamol mee te nemen. Niemand verlaat het consulaat zonder hoofdpijn.” Na uren gewacht te hebben, staat een familie buiten te wachten om met de auto te worden opgehaald. Het is daarbinnen een chaos, beamen ze. De oudste vrouw: “Maar hoe het er nu is, is een luxe in vergelijking met jaren geleden.” Het consulaat is over de jaren inderdaad verbeterd. Zo kwam er een wachtrijsysteem en sinds de verbouwing is het consulaat van binnen niet verder vervallen. Ook is er een poging gedaan de informatievoorziening te verbeteren. Het consulaat heeft een centraal nummer met een keuzemenu in het Arabisch en het Nederlands, waar bellers, met geluk, doorheen komen na tientallen keren bellen. Vorig jaar had het consulaat nog geen website, op dit moment is de site offline. Om half een is de ambtenaar weg en stopt de nummeruitgifte, terwijl op de website van het consulaat vermeld staat dat je er tot 13.00 uur terecht kunt. Het voltooien van een simpele aanvraag kan bij het Marokkaanse consulaat oplopen tot vier uur. De administratie verloopt nog met de hand. Achter de rij van vijftien loketten ligt een twee meter brede tafel vol stapels aanvragen voor legitimatiebewijzen. Het gros van de ambtenaren beschikt niet over een computer. Ze gebruiken stempels, handtekeningen en zegels.
Hij knipoogt en zegt dat hij een keer langskomt op haar privéadres
De sfeer onder de ambtenaren is jolig. De ambtenaar die de vingerafdrukken verzorgt, knipoogt tegeneen vrouwelijke klant en zegt dat hij een keer langskomt op haar privéadres, ambtenaren lachen bij de printer hoorbaar om gekke achternamen van klanten en achter de loketten gaat een zak gesuikerde perziksnoepjes van hand tot hand. De balie van elk loket is ongeveer één meter twintig hoog: doordat de ambtenaren op bureaustoelen zitten, komen de meesten maar net met hun kruin boven de balie uit. Een ambtenaar vertelt dat ze nu drie jaar in Nederland werkt. Of ze Nederlands leert? “Nee,” zegt ze schouderophalend. “Over een jaar zit mijn termijn erop en ga ik terug naar Rabat.” Een week later is de ramadan begonnen en heeft het hoofd van het consulaat, Mohamed Mouadi, zijn pak verruild voor traditioneel Marokkaanse kleding, een djellaba met daaronder leren Marokkaanse puntige sloffen. Hij zit in zijn werkkamer op de eerste etage achter zijn bureau. Over de klachten zegt hij: “Die komen van mensen die niet het beste met ons voor hebben.” Voor verder commentaar is hij niet bereikbaar.
Door: Heiba Targhi Bakkali
Dit artikel verscheen zaterdag 18 augustus in Het Parool
Ik wacht al 3 manden lang voor lacart nationaal zo lang heb die nodig mensen die daar werken zijn niet goed ik weet niet wat moet ik doen en weet ook niet hoe lang moet ik wachten niemand geeft mij goed informatie