Mijn vader, een Marokkaanse gastarbeider uit de jaren zestig, heeft mij ooit gemaand om mijn kansen te benutten in Nederland met de volgende woorden: “Ik kon niet studeren in Marokko omdat mijn vader het niet kon betalen. Als jij in dit land niet naar school gaat en alle kansen pakt die het land jou biedt, dan ben jij dit land niet waard. Schoonmaken kan je ook in Marokko, daarvoor ben ik niet naar Nederland gekomen.” Het was vooral de indringende manier waarop hij het zei en de overtuiging die er in zijn stem zat. Ik zal het waarschijnlijk nooit meer vergeten. Zijn boodschap reikte verder dan alleen het studeren. Hij wilde dat ik mij zou ontworstelen aan de maatschappelijke situatie waarin hij zich toen bevond en als volwaardige burger in Nederland zou worden beschouwd. De belangrijkste voorwaarde was onderwijs en dat lag voor het grijpen. Ik ben bang dat deze boodschap niet meer op gaat voor de toekomstige studenten in Nederland.
De PvdA en de VVD blijken de basisbeurs voor studenten af te willen schaffen. Om de crisis het hoofd te bieden, moeten ook de studenten bloeden. Een lapje voor dit bloeden, is een sociaal leenstelsel. De student kan vanaf 2014 alleen nog bij het DUO (de huidige uitvoeringsinstantie voor de studiefinanciering) terecht voor een lening. Het sociale aan deze lening is dat het tegen een voordelig rentetarief wordt uitgegeven. Dat betekent dat een gemiddelde student een halve hypotheek van ca. €15.000,- op zijn diploma heeft rusten die in vijftien jaar terugbetaald moet worden. Cynisch is het voorstel om het geld dat bezuinigd wordt op de student, toch in het onderwijs te steken, maar dan in de kwaliteit. Dus enerzijds de drempel verhogen om te studeren en anderzijds diegenen belonen met beter onderwijs als ze het toch kunnen betalen om te studeren. Er is geen betere manier om voor nu en later een kloof te scheppen tussen economisch sterke en zwakke burgers.
Niet echt een fijn vooruitzicht voor aanstormende talenten. Al helemaal niet als dat jouw weg is om je te ontworstelen aan een lagere sociaal maatschappelijke context. Voor veel migrantenjongeren is een studie, en de perspectieven die het biedt, de enige weg om zich op een assertieve manier te emanciperen. Al is het alleen maar in de beeldvorming. Een migrant als schoonmaker is nog altijd meer ‘allochtoon’ dan een manager van buitenlandse afkomst. Echter, de nieuwe plannen voor de studiefinanciering hebben verder strekkende gevolgen dan alleen beeldvorming.
Onderwijs en arbeid zijn nog altijd de sociaal-maatschappelijke motoren van onze samenleving. Als je van één van deze motoren wordt uitgesloten is de kans op een leven aan de onderkant van de samenleving levensgroot. Het is de opdracht van de overheid en samenleving om zoveel mogelijk mensen aan die motoren te krijgen. Hoe meer mensen er gebruik van maken, des te hoger het welvaartsniveau. Dat is in het belang van ons allemaal. Het uitsluiten van jongeren om te kunnen studeren door het te duur te maken, want dat is wat het gewoon is, zal op termijn in ons nadeel werken als samenleving. De emancipatie van migrantenjongeren is dankzij het huidige onderwijssysteem tot bloei gekomen. Vooral omdat vrijwel iedereen toegang heeft tot het hoger onderwijs en middels studiefinanciering wordt gefaciliteerd. De studiemogelijkheden hangen nu nog af van de persoonlijke kwaliteiten, talenten en het doorzettingsvermogen. Straks hangt het af van een goed gevulde portemonnee en de juiste vriendjes.
Omdat migranten nog midden in een emancipatieproces zitten en dus afhankelijk zijn van kansen en mogelijkheden om zich in de samenleving te vechten, is het gevaarlijk om die kansen te beperken. Het afschaffen van de basisbeurs is zo een beperking. Hierdoor zullen jongeren die wel kunnen en willen studeren, niet gaan studeren, omdat ze het niet kunnen betalen. De kans is aanzienlijk, gezien de huidige sociaal maatschappelijke positie die migranten nog steeds innemen, dat papa en/of mama het ook niet kunnen betalen. Dit heeft grote gevolgen voor hun emancipatiestrijd, vooral in de grote steden. Als onderwijs en arbeid de belangrijkste voorwaarden zijn om mee te komen in de samenleving, en juist die mogelijkheden beperkt worden, dan zullen mensen naar alternatieven zoeken. De emancipatie wordt geremd, en erger nog, in het liberale adagium van eigen verantwoordelijkheid zal de schuld voor het achterblijven bij de jongeren zelf komen te liggen. Een gevalletje ‘blaming the victim’ sluit ik hier daarom ook niet uit. Evenmin een herleving van de klassieke kloof tussen de ‘haves’ en de ‘have nots’. Het alternatief van een sociaal leenstelsel als oplossing voor de betaalbaarheid is een gelegenheidsargument. Het gaat om prioriteiten. Eén van onze grootste prioriteiten is het maximaal ontwikkelen van ons arbeidspotentieel in Nederland. Daar hoort geen hypotheek van €15.000 op te liggen, maar een prestatiebeurs.
Persbericht SMN