Iets minder dan de helft van de tienermoeders in 2015 had een andere herkomst dan de Nederlandse; bijna 15 procent had een westerse en ruim 30 procent een niet-westerse achtergrond. In al deze groepen is het aantal tienermoeders per duizend meisjes afgenomen. Vooral bij meisjes van Turkse en Marokkaanse herkomst nam dit sterk af, en is het aandeel al enkele jaren vergelijkbaar met dat van autochtone meisjes. Kregen in 2005 nog 11 op de duizend meisjes van Turkse herkomst een kind; tien jaar later waren dat er minder dan twee (1,7). Bij meisjes van Marokkaanse herkomst daalde het van 9,1 naar 2,3, net zoveel als bij autochtone meisjes.



Ook van de tienermeisjes met een Antilliaanse of Surinaamse herkomst worden er nu minder moeder dan in 2005, maar het percentage is nog altijd relatief hoog. In 2015 werden 16 op de duizend tieners met een Antilliaanse herkomst moeder, en 9 op de duizend Surinaamse. Tienergeboorten kwamen ook relatief vaak voor bij meisjes met een Somalische (22 op de duizend), Syrische (30 op de duizend), Poolse (18 op de duizend) of Bulgaarse (ruim 60 op de duizend) herkomst.

Bijna de minste tienergeboorten ter wereld
Het geboortecijfer onder tieners in Nederland behoort tot de laagste ter wereld. Binnen Europa is het alleen in Zwitserland en Denemarken nog iets lager dan in ons land. Bulgarije en Roemenië kennen de hoogste aantallen tienergeboorten. In 2014 werden in deze landen ongeveer 40 op de duizend tienermeisjes moeder.