Door: Sadika Aarab.
Vandaag om 15.00 uur Nederlandse tijd ging Ahmed Zafzafi, de vader van Hirak kopstuk Nasser Zafzafi in gesprek met commissie Buitenlandse Zaken. Hieronder een samenvatting van het gesprek.
Zafzafi is ontroerd door de ontvangst en het feit dat hij zijn verhaal kan doen voor leden van het Nederlands Parlement, dit is iets wat in Marokko ondenkbaar is. Zijn verhaal is dat van de politieke gevangenen en van mensenrechten. Hij benadrukt dat hij niet is gekomen om politiek te bedrijven, maar om morele steun te vragen voor de terechte eisen van de Hirak. Eisen waar de Marokkaanse overheid geen gehoor aan geeft. Deze eisen zijn voor alle Marokkanen in het algemeen en met name specifiek in de Rif van levensbelang. Het zijn eisen voor een menswaardig bestaan. Hij noemt de eisen op:
– Een oncologisch centrum; een eis die voor Zafzafi persoonlijk een pijnlijke noodzaak is met zes familieleden, waaronder zijn vrouw, die aan kanker lijden. Door de interventie van de Spanjaarden en Fransen die het gebied met gifgas bombardeerden in de jaren twintig, is het aantal gevallen van kanker in Noord-Marokko het hoogst van heel Noord Afrika. Voor de Riffijnen is de afstand naar de oncologische centra, die enkele honderden kilometers verder liggen, veel te groot. Vooral voor iemand die ernstig ziek is, is het niet te doen. Bovendien hebben veel zieke mensen de middelen niet om de reis af te leggen.
– Creëren van banen; de werkloosheid is erg groot, voornamelijk onder jongeren. 18.000 jongeren per jaar nemen daardoor de zeer gevaarlijke overtocht naar Europa in de hoop op een betere toekomst. Met alle gevolgen van dien.
– Een volwaardige universiteit in de Rif.
Zafzafi schetst voor de context de problematische relatie van de Marokkaanse overheid met de Rif. De overheid heeft een geschiedenis van het hard neerslaan van opstanden in de Rif. Dit gebeurde in 1958/59, in 1984 en in 2011; er is tevens nooit opheldering gekomen over de rol van de overheid aangaande de vijf verbrande jongens (jongens die verbrand zijn aangetroffen in een plaatselijke bank in de nacht volgend op de massale demonstraties van 20 februari 2011). Dit voorgenoemde is onderdeel van het collectieve geheugen van de Riffijnen. Ook nu ervaart de bevolking het harde optreden van het leger en de overheid, aangaande de opstanden, als het collectief straffen van de Riffijnen. De dood van Fikri heeft wederom de bewustwording van het aldoor aanwezige onrecht aangewakkerd en is de geboorte geweest van de vreedzame opstanden die bekendstaan als de Hirak. Het antwoord van de overheid op deze vreedzame volksbeweging is repressie. Eind mei van dit jaar zijn 500 (gedocumenteerde) demonstranten gevangen genomen. Deze zijn verspreid over de Marokkaanse gevangenissen. De kopstukken van de Hirak zijn gevangen gezet in Casablanca. Zafzafi vertelt dat zijn zoon Nasser is opgehaald door een helikopter en de hele weg naar de gevangenis door het arrestatieteam is gemarteld. De Overheid legitimeert haar repressieve acties door te beweren dat de gevangen demonstranten pleiten voor separatisme, wat een niet bestaande eis is van de Hirak. Dit is een tactiek van de overheid om de Hirak te criminaliseren. Zafzafi eindigt zijn verhaal met het uiten van dankbaarheid voor de solidariteit die de politieke gevangenen en hun familieleden bereikt en enigszins hun leed verzacht. Hij is ook blij met de aangenomen motie. Op 15 november 2017 is de motie van Karabulut aangenomen waarin wordt verzocht tot vrijlating van politieke gevangenen en eerlijke processen tegen demonstranten.
Zafzafi roept op om vreedzaam actie te blijven voeren en de druk op de Marokkaanse overheid uit te blijven oefenen. Na het verhaal van Ahmed Zafzafi kreeg elk commissielid van de Tweede Kamer de gelegenheid om vragen te stellen die door Zafzafi zijn beantwoord.
Samenvatting vraag en antwoord commissieleden:
Van Ojik – Groen Links:
Hij (Van Ojik) uit zijn respect voor de strijd en vraagt zich af: “Hoe nu verder met de gevangenen en de eisen?”
Antwoord: Zafzafi is pessimistisch omdat tot op heden de eisen niet zijn ingewilligd. Er zijn geen projecten gestart en er is nog steeds een massale aanwezigheid van de ME om de demonstranten te intimideren.
Voordewind – Christen Unie:
“Wat kan de Nederlandse regering doen om de Marokkaanse regering te overtuigen de eisen in te willigen?”
Antwoord: “Lastige vraag”, zegt Zafzafi. Temeer omdat hij geen politicus is en geen politiek komt bedrijven. Hij benadrukt het belang van een moreel appel.
Menebhi geeft vanuit Rif Alert antwoord op de vraag: “Nederland heeft een goede samenwerking met Marokko, onder andere in het bestrijden van terrorisme en het voorkomen van economische vluchtelingen. Marokko heeft de verklaring van de rechten van de mens ondertekend. Marokko heeft een duidelijk signaal nodig en Nederland kan dat afgeven via de EU. Daarnaast moet Nederland de Marokkaans-Nederlandse burgers beschermen tegen intimidatie van de Marokkaanse overheid.”
Azarkan – DENK:
DENK wilt graag dat de Marokkaanse Overheid in gesprek gaat met de leiders van de Hirak en zij pleiten voor vrijlating van de politieke gevangenen. “Wat kunnen parlementsleden en Marokkaanse-Nederlanders doen?”
Antwoord: De Marokkaanse overheid moet werk maken van de eisen. Een complete universiteit, een goed functionerend ziekenhuis en werkgelegenheid creëren anders hebben jongeren geen ander alternatief dan te vertrekken.
Ploumen – PvdA:
Ploumen doet voorafgaand aan haar vraag de suggestie aan Zafzafi om ook met de Nederlandse Ambassade en de EU vertegenwoordiger in Marokko in gesprek te gaan. Zij vraagt: “Wat zij, de parlementsleden, als burgers voor Zafzafi kunnen doen?”
Antwoord: Zafzafi staat open voor elk gesprek maar hij erkent dat hij daarin beperkt wordt door zijn hoge leeftijd en matige gezondheid. Toch doet hij wat hij kan.
Roon – PVV:
Roon begint met de belachelijke opmerking dat het goed is te zien dat ook Marokkanen geven om hun zonen. Hij heeft twee vragen: 1. “Kunnen gevangenen [door iedereen] bezocht worden?”
2. “Waarom vestigen bedrijven zich niet in de Rif?”
Antwoord: in het antwoord op de tweede vraag zegt Zafzafi dat na de onafhankelijkheid er volop bedrijvigheid was in de Rif. Wie verantwoordelijk is voor de achterstelling, daar wil hij geen antwoord op geven omdat hij niet bij zijn zoon in de gevangenis wil eindigen.
Op de vraag of de gevangenen bezocht kunnen worden vertelt Zafzafi dat zijn zoon nu zes maanden in de isoleercel zit en behalve directe familieleden niemand mag ontvangen. Dit zelfde geldt voor de overige gevangenen.
Karabulut – SP:
Zij erkent dat het probleem niet is dat er geen welvaart is in Marokko, maar “hoe kan het dat de welvaart niet eerlijk wordt verdeeld? En hoe is de relatie tussen de Rif en de lokale en nationale overheid?”
Antwoord: Er is geen eerlijke verdeling, eerder een onttrekking van de welvaart uit de Rif. De Hirak heeft hier een slogan voor; “Wij grenzen aan twee zeeën en bulken van fosfaat, maar we leven in armoede”. Doelend op de rijkdom van de zee en fosfaat in Marokko terwijl er tegelijkertijd grote armoede heerst. Corruptie is het grote kwaad in Marokko.
Karabulut eindigt het gesprek met de notie dat zij Zafzafi’s pessimisme begrijpt maar zelf optimistisch is. Zeker na haar reis naar Marokko waar ze de kracht van de activisten heeft gezien. Met name de rol van de vrouwelijke demonstranten heeft erg veel indruk op haar gemaakt. Zij is ervan overtuigd dat de verandering van onderop zal worden bereikt en dat de Hirak op de steun van Nederland kan rekenen.