Vanaf het moment dat hij vol schrik zijn bed uit rolt, gaat alles mis. Het begint met een sok die kwijt is, even later zit zijn vinger ergens klem en daarna zelfs een hele arm. Paniek, zweet parelt op zijn voorhoofd, hij ademt zwaar. Hij heeft zich verslapen en dat is een ramp, want hij is portier en nu kan niemand het gebouw in. Wat nu.

Jack Wouterse is de portier, in regie van Yahya Gaier, die ook meespeelt in Samurai, waarmee het Ro Theater het fenomeen van de lunchvoorstelling alhier introduceert (op zondagen en Hemelvaart met thé dansant na).

Wouterse ontpopt zich meteen als aanstekelijk performer: Samurai begint woordenloos en blijft dat een tijdje, maar wat is het lachen met die grote man die zichzelf voortdurend klemzet. En tegelijkertijd gaat er ook iets angstaanjagends uit van de haast tomeloze paniek die hem bevangt en die doet vrezen dat hij elk moment kan ontploffen.

Samurai is geschreven door de Duitse Dea Loher, die door de succesvolle ensceneringen van artistiek leider Alize Zandwijk van het Ro ook in Nederland bekendheid verwierf. Ditmaal ging Gaier met een tekst van haar aan de slag en het resulaat is een vervreemdend, heel grappig en beklemmend stuk tegelijk.

Want hoe erg kan het zijn, je verslapen? Heel erg, als je deze portier bent. Een nachtmerrie. Alles verliest hij door deze faux pas. Uit zijn baan haalt hij zijn zelfrespect, sterker, hij maakt zichzelf belangrijker dan hij feitelijk is, veel belangrijker; zonder portier geen bedrijf. Maar die verantwoordelijkheid weegt zwaar, loodzwaar. Niets mag je fout doen.

Faalangst en overmoed, de wens tot conformisme en aanpassingsproblemen; het verenigt zich makkelijk in één borst, of het nu die is van de portier of van de acteur. Gaier houdt ook dat op spitsvondige wijze in het midden. Hij treedt zelf aan als ondersteunend personeel bij de voorstelling én als reddende engel van de portier erin.

Bron, de Volkskrant, 19 mei 2014