De VN-Mensenrechtencommissie heeft Spanje schuldig verklaard aan het uitleveren van een terreurverdachte aan Marokko, ook al wisten de Spaanse autoriteiten dat hij daar waarschijnlijk gemarteld zou worden.

Ali Aarrass, een Belgisch staatsburger geboren in de Spaanse enclave Melilla, werd in april 2008 in Spanje gearresteerd naar aanleiding van een door Marokko uitgevaardigd internationaal arrestatiebevel. Het bevel werd uitgevaardigd vanwege zijn betrokkenheid bij een terroristische groepering. In december 2010 werd hij aan Marokko uitgeleverd, ondanks het feit dat terreurverdachten in dit land volgens Amnesty International stelselmatig worden gemarteld

De VN-Mensenrechtencommissie had daarvoor een tussentijdse maatregel aangenomen om te voorkomen dat Spanje Aarrass uit zou leveren voordat de commissie de tijd had om zijn zaak te onderzoeken. Spanje trok zich hier niets van aan en ging verder met de uitlevering.

Eind vorige maand heeft de mensenrechtencommissie in een uitspraak (in het Spaans) bepaald dat de Spaanse autoriteiten het risico dat Aarrass liep om te worden gemarteld niet correct hebben beoordeeld en dat Spanje met zijn uitlevering artikel 7 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten heeft geschonden. In dit artikel staat dat ‘‘niemand mag worden onderworpen aan foltering of andere wrede, onmenselijke of onterende behandelingen of bestraffingen’’.

Spanje zal Aarrass schadeloos moeten stellen en maatregelen nemen om, samen met Marokko, toezicht te houden op zijn detentie.

Enkele maanden geleden heeft het VN-Comité tegen foltering Marokko schuldig verklaard aan het martelen en mishandelen van Aarrass en heeft het bepaald dat hij is veroordeeld op basis van bewijs dat werd verkregen door marteling en dus onrechtmatig is. Marokko is een onderzoek gestart, maar Aarrass is nog niet vrijgelaten.