Hanina Ajarai
Hoe kan een militair die al jaren bij Defensie werkt, een uitstekende staat van dienst heeft, meerdere malen in Afghanistan heeft gediend toch plots een veiligheidsrisico vormen vanwege een liefdesrelatie? Het overkwam de Marokkaans-Nederlandse korporaal Saïd N., die recent zijn verhaal deed in De Telegraaf. Twee jaar geleden kreeg hij te horen dat zijn Verklaring Geen Bezwaar (VGB) niet zou worden verlengd omdat hij was getrouwd met iemand uit Marokko.
In Nederland moeten alle militairen en burgermedewerkers van Defensie eerst onderworpen worden aan uitvoerig antecedentenonderzoek om te bepalen of zij geschikt zijn voor het werken met geheime informatie en systemen. Als uit het veiligheidsonderzoek niets negatiefs komt, krijgt de militair een VGB. Om de zoveel jaar wordt het onderzoek herhaald. Bij militairen die een relatie hebben, wordt ook het verleden van de partner uitgeplozen. Als uit het onderzoek blijkt dat er sprake kan zijn van een veiligheidsrisico dan wordt een VGB geweigerd of ingetrokken. En dat betekent vrijwel altijd dat een carrière bij Defensie niet langer mogelijk is.
De MIVD (Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst), die verantwoordelijk is voor het onderzoek, komt ook tot een negatief oordeel als de partner uit een land komt waarmee de MIVD geen samenwerking heeft op het niveau van veiligheidsdiensten. Volgens de regel is dat omdat er dan onvoldoende mogelijkheden zijn om informatie te verzamelen over de justitiële en politieke geschiedenis van de partner. Dat is voldoende voor de MIVD om van een veiligheidsrisico te spreken.
Saïd N. is niet de eerste die dit probleem ervaart. Begin dit jaar klaagden enkele topmilitairen bij minister van Defensie Jeanine Hennis-Plasschaert over het lot van korporaal Yvette die hetzelfde is overkomen. Zij had een partner in Turkije en moest vanwege deze “affectieve” relatie, zoals de MIVD dat formuleert, haar carrière bij Defensie stopzetten. De vrouw werkte er al 13 jaar. Van de vakbond kreeg ze te horen dat er maar één optie is om alsnog een VGB te krijgen: de relatie beëindigen.
Bij advocaat Michael Ruperti, die gespecialiseerd is in militair recht, hebben zich alleen al bij hem meer dan 50 militairen gemeld wiens VGB is beëindigd. Mede namens hen schreef hij een brandbrief aan de Tweede Kamer om te wijzen op de schrijnende persoonlijke situaties die ontstaan als Defensie niets aan deze procedure verandert. Medewerkers van Defensie kunnen in serieuze psychische en financiële nood raken vanwege de onzekerheid over hun loopbaan. Het duurt gemiddeld een jaar voordat Defensie een beslissing neemt na een bezwaarschrift tegen de intrekking van een VGB. Volgens Ruperti heeft de MIVD een inspanningsplicht om naar alternatieve informatiekanalen voor antecedentenonderzoek te zoeken maar gebeurt dat in de praktijk nauwelijks. Zelfs als de militair en de partner officiële documenten overhandigen, wordt dat genegeerd.
Critici wijzen ook op het gebrek aan kennis over deze regel. Veel militairen weten hier niets over totdat de VGB wordt geweigerd en zij geschorst worden. In veel gevallen, zegt Ruperti in de brandbrief, is bij de leidinggevenden allang bekend dat militairen een buitenlandse partner hebben. Toch worden ze niet gewezen op de regel, ook niet als ze promotie maken. Verder weigert de MIVD inzage te geven in de landen waarmee het geen samenwerkingsverband heeft op veiligheidsniveau. Toch heeft de BBTV, de vakbond voor jonge beroepsmilitairen, een lijst van 35 “verboden” landen opgesteld op basis van alle bekende gevallen. Onder meer de landen Egypte, Nigeria, Oekraïne en Pakistan staan op die lijst.
Het probleem leidde vorig jaar tot Kamervragen maar een oplossing is er vooralsnog niet. Voor minister Hennis-Plasschaert “weegt de nationale veiligheid zwaarder dan een individueel belang”. Wel mag het militair en burgerpersoneel van Defensie in zulke gevallen voortaan 5 jaar een functie binnen het apparaat vervullen die geen VGB vereist.