(Door: Arjen Barel en Chris Belloni) Bron: Het Parool

Culturele fondsen maar ook kenniscentra hebben vaak een achterhaald beeld van wat er in Marokkaanse gemeenschappen speelt, schrijven Arjen Barel en Chris Belloni in een opiniestuk in Het Parool.

Mag een Marokkaanse homoseksueel in een film een jurk dragen? Een directeur van een Rotterdams kenniscentrum voor seksuele diversiteit en migratie vond dat geen goed idee en noemde het een reden om onze film niet te financieren. ‘Hierdoor zullen Marokkaanse jongens die de film zien denken dat alle homo’s vrouwenkleren dragen.’

Dit soort aanmatigende opmerkingen komen we helaas vaker tegen in onze contacten met Nederlandse fondsen en instellingen, waaronder organisaties die zich expliciet ten doel stellen een bijdrage te leveren aan de acceptatie van de diversiteit in de Nederlandse samenleving.

Een ander voorbeeld: voor een filmfestival over migranten en seksuele diversiteit kregen we van een mogelijke subsidieverstrekker – een overheidsfonds – nul op het rekest met de argumentatie: ‘Het is een goed plan, maar we hebben grote vraagtekens bij het feit of jullie publiek uit migrantengemeenschappen hierbij kunnen betrekken, vanwege het onderwerp.’

Hier wordt er dus van uitgegaan dat mensen met een cultureel diverse achtergrond per definitie niet naar homofilms gaan. Hoe komen ze erbij? Heeft dit fonds onderzoek gedaan naar deze doelgroep? Is dit fonds op de hoogte van ontwikkelingen in de maatschappij?

Beeld
Het zijn aannames waarop de bovengenoemde instellingen hun adviezen baseren. Maar waarop zijn deze aannames gebaseerd? Soms lijken deze vooral gevormd door wat er in de kranten staat en minder door de werkelijkheid.

Want voor een project over radicalisering is eenvoudig financiering te vinden. Welk beeld wil de overheid of een particulier fonds daarmee uitdragen? Dat de Marokkaanse jeugd alleen bezig is te radicaliseren? Wij hopen het toch niet. Het lijkt erop dat er sprake is van een – misschien schadelijke – kokervisie.

Sarcastisch
Werken in en met de Marokkaanse gemeenschappen in de grote steden leert ons iets anders. Vanzelfsprekend zijn opvattingen, denkbeelden en emoties in deze gemeenschappen verre van eendimensionaal; integendeel, ze zijn uiteenlopend en divers. Net als in alle andere gemeenschappen in Nederland, moeten we hier eigenlijk sarcastisch aan toevoegen.

Dat betekent dat er veel ruimte is voor het zichtbaar maken van diversiteit en het bespreekbaar maken van ‘lastige’ onderwerpen. Kunst en cultuur bieden hier veel ruimte voor, maar soms kan ook activisme een goede voedingsbodem zijn. Dat bleek vorig jaar. Ondanks waarschuwingen van bepaalde kenniscentra op het gebied van seksuele diversiteit en migranten, organiseerden we de Marokkaanse boot met de Gay
Pride. In tegenstelling tot dat wat door deze ‘gerenommeerde’ instituties werd verondersteld, heeft dit initiatief tot weinig negatieve weerklank geleid in de Marokkaanse gemeenschappen.

Niet flexibel
We constateren dat veel instellingen zich een beeld van de Marokkanen gevormd hebben dat niet meebeweegt met de veranderingen en de ontwikkelingen die de Marokkaanse gemeenschappen in Nederland doormaken. Er heerst nog vaak de opvatting dat Marokkanen homo’s haten, een hekel aan Joden hebben en vatbaar zijn voor jihadgedachten.

Vaak wordt beweerd dat de Marokkaanse gemeenschappen niet flexibel zijn als het gaat om het accepteren van andere waarden. Tegelijkertijd kunnen wij ons niet aan het gevoel onttrekken dat deze inflexibiliteit ook bij veel Nederlandse instituten bestaat. Hoewel deze instellingen zich zouden moeten inzetten voor een open en diverse samenleving, bereiken ze met deze ‘onbewuste’ stigmatisering het tegenovergestelde.

Wilt u reageren op dit artikel? Dat kan! Scroll (een beetje) naar beneden om een reactie te plaatsen..