Afgelopen zaterdag, 7 juni, heeft de Marokkaanse ambassadeur Bellouki en de Amsterdamse locoburgemeester Freek Ossel het omstreden Twiza-festival in Amsterdam geopend. Aanwezig bij de opening was onder andere de Amsterdamse stadsdeelvoorzitter Nieuw-West Achmed Baadoud. Het Twiza-festival staat in het teken van de Amazigh cultuur en taal volgens de organisator CCME, beter bekend als de Marokkaanse Migrantenraad.

Lange arm Rabat
Het 3 daagse festival staat bij de Marokkaanse gemeenschap onder zware kritiek omdat het volgens critici gebruikt  wordt om het imago van Marokko op te poetsen. Dit in een politiekgevoelige periode, waarin verschillende politieke kwesties spelen tussen Nederland en Marokko. Het festival wordt gezien als een instrument van de Marokkaanse staat om Nederlanders van Marokkaanse origine aan zich te binden. Deze binding vertaalt zich in harde valuta van de Marokkaanse Nederlanders richting Marokko. De aanbesteding van de migrantenraad CCME voor het festival zou volgens ingewijden €800.000 bedragen. Met name de organisator en hoofdsponsor, de Marokkaanse migrantenadviesraad CCME, wordt verweten dit gemeenschapsgeld te spenderen voor politieke doeleinden. De Nederlandse jongerenorganisatie Argan, waarvan de bestuurders gelieerd zijn aan Marokkaanse politieke partijen, wordt ook verweten dat ze voor de Marokkaanse staat lobbyen en met de organisatie van het festival, uitvoering geven aan een buitenlands politieke agenda.

Loyaliteitsconflict Nederlandse politici
De lange arm van Rabat is niet nieuw in Nederland. Wat echter wel nieuw lijkt te zijn is de inzet van Nederlandse politici. Critici ergerden zich over de betrokkenheidheid van Nederlandse politici en vrezen dat deze politici hiermee in een loyaliteitsconflict komen. Bronnen meldden aan Amazightimes dat met name Nederlandse bestuurders met een Marokkaanse nationaliteit, zoals Achmed Baadoud, hiermee minder geloofwaardigheid zijn in het bepleiten van belangen van Nederland en Nederlandse burgers in relatie tot Marokko. Deze politici zouden vooral chantabel zijn wanneer zij belangen hebben in Marokko en zich mengen met de uitvoering van een Marokkaans politieke agenda.

Paniekvoetbal op debat
Het Amazigh-debat op de openingsdag heeft veel ergernis veroorzaakt bij het aanwezige publiek. Zo hadden de retorische bijdragen van o.a. de secretaris van organisator CCME Abdellah Bousouf, volgens verschillende aanwezigen, weinig toegevoegde waarde. Dit omdat het weinig visionair was en niet zoals aangekondigd ging over het positie en het belang van Amazigh cultuur en taal in de identiteitvorming. De meerdaagse vertoning over de Marokkaanse/Amazigh cultuur zou in dit folkloristisch jasje een belediging zijn voor de rijke Amazigh cultuur en beschaving en een verkwisting van  gemeenschapsgeld. Verschillende aanwezigen op het debat hadden namen het de organisatie kwalijk dat ze  geïntimideerd werden door de beveiliging die ze achterna zat als zij zich verplaatsten in het gebouw. Een soortgelijke ergernis was er ook online aanwezig waar op social media alle kritische reacties over het Festival zonder enkele verklaring verwijderd zouden zijn.

Riffijnse vlag niet welkom
Organisator CCME werd publiekelijk verweten een slechte schijnvertoning op te voeren om het imago van Marokko op te poetsen. Volgens anderen zou het de Marokkaanse autoriteiten sieren om het eigen huishouden op orde te krijgen en martelmoorden op politiebureaus te stoppen en mensenrechtenactivisten vrij te laten. Een andere aanwezige verbaasde zich over de tegenstrijdigheid van de organisatie en discussiepanel. Hoewel er ogenschijnlijk gepleit werd voor de herwaardering van het Amazigh cultureel erfgoed en Riffijns historisch besef, werd het publiek in eerste instantie stellig verboden om de vlag van de Riffijnse republiek (1921-1926) zichtbaar bij zich te hebben.

Irritatie
In een kort en duidelijk geïrriteerd antwoord van de secretaris van CCME Abdellah Bousouf, ontkende hij dat het CCME niet transparant is en in het geniep activiteiten in 5-sterren hotels organiseert. Ook zou hij geen € 3.000,- verdienen maar zelfs € 6.000,-, maar dit zou minder zijn dan hoeveel hij in europa verdiende. Waar hij naar zijn zeggen een tiental duizend meer verdiende. Bousouf probeerde de kritiek richting de organisatie te bagatelliseren door het publiek veelvuldig met ‘jongeren’ aan te spreken. Hiermee lijkt de secretaris wederom blijk te geven aan de paternalistische houding van de Marokkaanse autoriteiten tegenover ‘onderdanen’. In binnen en buitenland.