Het Nederlands Instituut Marokko (NIMAR) is gered. Het door Nederland gefinancierde kennisinstituut in Rabat in Marokko was het afgelopen half jaar gesloten, maar kan nu een doorstart maken omdat het ministerie van Buitenlandse Zaken meebetaalt.
Het NIMAR wordt naast een taalschool voor Nederlandse studenten ook een onderzoeksbureau in de strijd tegen radicalisering van Marokkaanse jongeren.
Lobby
De financiering is geregeld na een succesvolle lobby van docent Arabisch Jan Hoogland van de Radboud Universiteit in Nijmegen. Hij was in 2006 de oprichter. Tot juli 2015 was hij de directeur.
Het Nederlands Instituut Marokko werd tot het moest sluiten veelvuldig geraadpleegd bij vraagstukken rond de islam en de Arabische taal. Er werken onderzoekers en docenten die lesgeven in de Arabische taal.
Wegbezuinigd
In 2013 nam minister Bussemaker van Onderwijs het besluit om het NIMAR weg te bezuinigen. Het ging om een bedrag van een half miljoen per jaar. “Dat Buitenlandse Zaken nu meebetaalt, is mede ingegeven door de actuele ontwikkelingen in de wereld”, zegt Hoogland. Zijn lobby deed de rest. “Er wonen 400.000 Marokkanen in Nederland. Het instituut is voor Nederland een noodzakelijk middel. De mensen moeten elkaar blijven begrijpen. Die boodschap heb ik doorlopend bij de ministeries onder de aandacht gebracht. Ik heb 1.200 handtekeningen van sympathisanten ingezameld.”
Leiden
Hoogland zelf gaat niet door. Zijn dienstverband was gebonden aan een aantal jaren en zit er op. De Radboud Universiteit is ook niet langer penvoerder namens Nederland. Hoogland: “De verslaglegging is nu in handen van ‘Leiden’. Jammer. Maar het belangrijkste is dat het NIMAR als verbinder tussen Nederland en Marokko blijft bestaan.”