De lessen Tamazight die Afgelopen woensdag georganiseerd werden door de stad Kortrijk, zijn voor jonge kinderen net een stimulans voor het leren van de Nederlandse taal. Dat benadrukt N-VA Kortrijk in een reactie aan SCEPTR nadat Vlaams Belang de lessen Tamazight had aangeklaagd. “Uit wetenschappelijke hoek is aangetoond dat hun talenrijkdom geen struikelblok is, maar juist een bron voor het leren”, klinkt het.

Afgelopen woensdag organiseerde de stad Kortrijk een sessie ‘taaldraad’ voor kinderen tussen 3 en 8 jaar. “Taaldraad is een voorleesuurtje en komt telkens in 2 talen: het Nederlands en een wereldtaal”, klinkt het op de website van de stad Kortrijk. Woensdag was die wereldtaal Tamazight. Een brug te ver volgens Vlaams Belang Kortrijk.

“Na halalvoeding in de kinderopvang en gratis lessen Arabisch is dit een zoveelste stap achteruit. Kortrijk moet zowat de eerste stad wereldwijd zijn die het Tamazight erkent als ‘wereldtaal’”, aldus een verontwaardigde Wouter Vermeersch, lijsttrekker van Vlaams Belang in Kortrijk. Het feit dat bevoegd schepen An Vandersteene (N-VA) is, legt voor Vlaams Belang opnieuw het verschil bloot tussen de woorden en de daden van N-VA, klonk het.

“Omgekeerde doel en effect”

Maar volgens de lokale N-VA-afdeling slaat Vlaams Belang de bal volledig mis. “Het project waaraan Vlaams Belang Kortrijk refereert heeft net het omgekeerde doel en effect, en stimuleert Nederlands bij anderstalige nieuwkomers, in een origineel en zeer effectief concept waarbij ouders samen met hun kinderen spelenderwijs in het Nederlands worden ondergedompeld”, aldus woordvoerder Steven Lecluyse.

Volgens N-VA kan de thuistaal van kinderen immers net een grote hulp zijn bij het leren van de Nederlandse taal. “Steeds meer kinderen worden in een andere thuistaal dan het Nederlands opgevoed. Uit wetenschappelijke hoek is aangetoond dat hun talenrijkdom geen struikelblok is, maar juist een bron voor het leren en een onmisbaar startpunt voor het snel en efficiënt verwerven van het Nederlands als school en bij uitbreiding vrijetijdstaal.”

Bovendien zouden de kinderen zich erkend voelen in hun identiteit, waardoor hun betrokkenheid bij de lessen hoger is en ze bijgevolg ook gemotiveerder zijn. “Wie de rijkdom van de kinderen en hun talige en culturele achtergrond erkent en benut, kan in zijn werking zoveel meer bereiken: naast hun motivatie om (Nederlands) te leren, voelen kinderen zich erkend in hun identiteit en is hun betrokkenheid hoog.”