Door: Farid Oulad Lahcen

LANGE ARM RABAT Marokkaanse Nederlanders kopen graag een tweede huis in Marokko. Vooral de corrupte Marokkaanse overheid en vast-goedmaffia profiteren hiervan.
Hier komt het grote geld uit Marokko bij elkaar en treft de groeiende Marokkaans-Nederlandse happy few elkaar: drie dagen lang verzamelden zich in de RAI in Amsterdam de Marokkaanse vastgoedondernemers om de Marokkaans-Nederlandse consument te verleiden een appartement in Marokko te kopen.
Het initiatief van dit evenement komt van Smap Group, een internationaal opererende organisatie, aangevoerd door vastgoedgiganten als Addoha en Al Omrane, die directe banden hebben met de Marokkaanse koning. Addoha is een onderneming van Anas Sefrioui. Met een bezit van 1,6 miljard dollar mag hij zich een van de rijkste mensen van Afrika noemen; nummer 13 om precies te zijn (therichest.org).
Het was een drukbezochte eerste beurs in Nederland. Met gerichte reclamespotjes via de Marokkaanse zender 2M, gratis optredens van bekende artiesten zoals Najib Amhali, geïmporteerde zangers uit Marokko en met promofilmpjes van de Kamerleden Ahmed Marcouch en Tofik Dibi (die zich voor het karretje laten spannen) is het gelukt om duizenden Marokkaanse Nederlanders over te halen hun sociale huurwoningen te verlaten en naar de Amsterdamse RAI te snellen.
In de RAI waren standjes van tientallen projectontwikkelaars en vastgoedondernemers. Uit diverse steden streken zij neer om gewone appartementen te verkopen, maar ook huizen die niet voor minder dan 1 miljoen euro van de hand gaan. Het Marokkaanse notariaat en de grote banken reisden mee om eventuele deals in goede banen te leiden. De vastgoedbeurs doet voor het eerst Nederland aan.
België, Frankrijk en enkele Zuid-Europese landen hebben hun eerste editie al achter de rug. Daar was de beurs eveneens een succes.
Waar komt deze Marokkaanse overzeese drift vandaan? Is dit vanwege de aantrekkingskracht van de oplevende Marokkaanse economie en daarbij de booming vastgoedwereld een reden die vaker genoemd wordt. Of spelen ook andere factoren een rol?
In een interview met Radio 1 zegt Abdelbasset Zaghdoud, een Marokkaanse Nederlander die in de vastgoedsector zit, dat de overweldigende aandacht van Marokkaanse Nederlanders om een tweede huisje in Marokko te kopen, verklaard kan worden door het negatieve maatschappelijke klimaat in Nederland. Het huidige klimaat zou vele Marokkaanse Nederlanders vervreemden. Daarnaast ziet hij de economische ontwikkeling in Marokko als een stuwende kracht om te gaan investeren.

Diaspora
Deze meer voor de hand liggende factoren leunen op een onderliggend mechanisme. In de eerste plaats zijn Marokkanen in het buitenland al jaren het doelwit van Marokkaans politiek beleid. Via toerisme, ondernemerschap en privileges probeert de Marokkaanse overheid de groeiende kapitaalkrachtige gemeenschap in de diaspora aan zich te binden.
Marokko heeft hier baat bij om twee redenen. Binding garandeert structurele inkomsten en zorgt voor continuïteit hiervan. En ten tweede, en niet geheel onbelangrijk, door mensen te vriend te houden, ontdoet de Marokkaanse overheid zich van potentiële critici en opposanten.
Toen ik afgelopen zaterdag in de RAI rondliep, verbaasde het me dan ook niet dat sommige Nederlandse organisaties die zich nooit kritisch uitlaten over de schendingen van mensenrechten in Marokko daar ook aanwezig waren. Onder deze sympathisanten bevinden zich Nederlandse organisaties die gefinancierd worden met overheidssubsidie. In dit rijtje zijn Jongerenorganisatie Argan en het Marokkofonds te vinden.
Naast de aanwezigheid van de Marokkaanse overheid op de beurs in Amsterdam, faciliteert die ook de groei van het kapitaal van deze vastgoedbedrijven. Bij de wijze waarop dat gaat, kun je vraagtekens plaatsen. Een tactiek die men hanteert, is bijvoorbeeld het onder fysieke of psychische druk zetten van kleine boeren om hun grond te verkopen. Daarnaast moeten grote stukken natuur plaatsmaken voor betonwijken. Onafhankelijke ngo’s en kritische journalisten hebben hierover vaker gerapporteerd. Een beproefde methode waarvan bevriende en invloedrijke vastgoedgiganten profiteren, is de volgende: aanbestedingen laten ‘winnen’ in ruil voor geld en invloed. Lokale overheden en door koning Mohammed VI benoemde gouverneurs spelen hierbij een actieve rol. Een aantal schandalen is recentelijk nog aan het licht gekomen.

Vervreemding
Het negatieve maatschappelijk klimaat van de laatste jaren in Nederland voedt het sentiment van vervreemding bij de tweede generatie Marokkaanse Nederlanders, waaronder een geslaagde middenklasse. Hierdoor zijn ze meer geneigd over de grens te kijken en daarmee Marokko te idealiseren en zich minder kritisch op te stellen ten opzichte van de ontwikkelingen in Marokko. Voor hen is zo’n beurs bij uitstek de plek om zich alvast te oriënteren.
Hun ouders, de eerste generatie, deden het heel anders. Zij hadden te maken met een andere tijd (de vastgoedwereld bestond haast niet) en hadden ook een andere reden. Hun motivatie haalden ze uit de wens uiteindelijk voorgoed terug te keren en met eigen ogen een huis te zien verrijzen. Bij de tweede generatie, die hier geboren is, is de binding voor een groot deel geconstrueerd en wordt deze kunstmatig in leven gehouden via een doelgerichte strategie van de Marokkaanse overheid.
Parallel hieraan draagt de Nederlandse overheid bij. De Nederlandse politiek lijkt de laatste jaren alleen oog te hebben voor Marokkaanse Nederlanders in negatieve zin. Het discours omtrent de integratie en de plek van de eigen cultuur en religie mag hierbij niet worden vergeten.
De wisselwerking van beide processen werkt de lange arm van Rabat in de hand. Uiteindelijk levert dit twee winnaars op: de corrupte Marokkaanse overheid en de vastgoedmaffia. De gewone burger en de natuur in Marokko moeten helaas het onderspit delven.
Ik roep Marokkaanse Nederlanders dan ook op criminele vastgoedbedrijven te boycotten en via een eerlijke weg te investeren in een tweede thuis.

FARID AOULED LAHCEN is voorzitter van Stem Marokkaanse Democraten Nederland.
Deze brief is gepubliceerd in de Volkskrant van 2 mei 2012