27 februari 2012 – HO-specialist Tanja Jadnanansing (PvdA) wilde er zelf bij zijn. Bij de promotie over het lot en de inzet van de Marokkaanse HBO-student. “De observatie van de onderzoeker dat de studenten zich echt continu moeten bewijzen herken ik vanuit mijn eigen gesprekken met Marokkaans-Nederlandse studenten.”
Ik las op ScienceGuide dat docente Machteld de Jong op donderdag 23 februari haar proefschrift ‘Ik ben die Marokkaan niet’ zou verdedigen aan de VU en schreef het meteen in mijn toch al propvolle agenda. Hier wilde ik tijd voor maken. Omdat ik het oprecht belangrijk vind dat ook dat andere verhaal wordt verteld. Dat verhaal van de ambitieuze Marokkaanse student. De student die ervoor wil gaan, die beseft dat onderwijs kan bijdragen aan een betere toekomst.
Het was jammer te moeten constateren dat tijdens de verdediging door deze gedreven Inholland-docente de zaal niet tot de nok gevuld was. Ik kon de akelige gedachte niet verdringen dat het wel anders zou zijn geweest als daar een onderzoeker had gestaan die het over crimineel gedrag zou hebben gehad. Is dat te cynisch van mij? Ik hoop het van harte.
Continu bewijzen
Ik dacht ook weer aan het onlangs gepresenteerde rapport van het SCP waaruit blijkt dat steeds meer allochtone jongeren een inhaalslag maken als het gaat om onderwijs. Daarover hoor en zie je vervolgens niets in de media.
Uit de presentatie van De Jong meende ik diezelfde irritatie daarover te proeven dat altijd de negatieve kant de volle aandacht krijgt. De observatie van de onderzoeker dat de studenten zich echt continu moeten bewijzen herken ik vanuit mijn eigen gesprekken met Marokkaans-Nederlandse studenten. En overigens ook uit zulke gesprekken met andere studenten met een multiculturele achtergrond.
De toegewijde manier waarop De Jong haar respondenten heeft benaderd draagt bij aan een realistische inkijk in de gedachten van de studenten. De worsteling is steeds voelbaar: enerzijds graag erbij willen horen. anderzijds loyaal willen zijn aan waar je vandaan komt. De wens om tot netwerken te worden toegelaten, maar de vaardigheden missen om echt geaccepteerd te worden. De ongeschreven sociale codes niet snappen, maar niemand in de buurt hebben die het dan kan uitleggen.
Hoe bouw je aan vertrouwen?
De zoektocht naar insluiting in plaats van uitsluiting is groot, maar vooral ook het onvermogen komt goed naar voren. Het woord vertrouwen valt vaak, of beter gezegd het gebrek daaraan. Zoals ik heb begrepen is het voor studenten niet vanzelfsprekend om de ander te vertrouwen en dat terwijl vertrouwen juist de basis is om tot verbinding te komen. Vertrouwen kan pas worden opgebouwd als je elkaar kent en veelvuldig ontmoet. Uit het onderzoek blijkt echter dat die ontmoeting vanaf de lagere school uitblijft. Interessant is dat deze studenten juist snakken naar die ontmoeting met de ander.
Als woordvoerder Hoger Onderwijs heb ik – ook terug denkend aan mijn eigen jaren als multiculturele student – met heel veel dankbaarheid geluisterd naar De Jong. Zij maakt een begin om het gesprek open en eerlijk met elkaar te voeren. Zij wijst in haar onderzoekswerk op de roep van de student om gewoon onderdeel te willen zijn van de academische, de hbo-gemeenschap. Om gezien te worden als hard studerend, vol ambitie en met de wil om er iets van te maken. Om te ervaren dat het om meer gaat dan alleen je afkomst.