Het gebeurt niet vaak dat woorden me tekort schieten om een nieuwsfeit te beschrijven. Maar in het magische Marokko hoort niets je meer te verbazen.
Even kort de feiten: De Spaanse koning Juan Carlos bezocht onlangs zijn Marokkaanse evenknie. Als teken van goodwill besloot die laatste om 47 Spaanse gevangenen gratie te verlenen op de nationale feestdag. Onder hen bevinden zich een tiental internationale drugstraficanten, en nog erger, een pedofiel die 11 Marokkaanse kinderen heeft misbruikt. De jongste van zijn slachtoffers was amper 4 jaar oud. De dader was veroordeeld tot 30 jaar gevangenis, maar mocht dus zijn cel na nog geen twee jaar verlaten. Bovendien verliet deze laatste het land met een vervallen reispas, met medeweten van de autoriteiten. De minister van Justitie van de islamistische regeringspartij PJD, Mustafa Rmeid, schuift de verantwoordelijkheid door naar het Paleis, naar de koning dus.
De nationale organisatie die beweert actief pedofilie te bestrijden, Matqissh Wladi/Touche Pas à Mes Enfants (Blijf van mijn kinderen af) zei in een flauw statement dat ‘gratie verlenen het voorrecht is van de koning, en dat ze daardoor geen commentaar kunnen leveren op deze hele zaak’.
Marokko, land zonder nationale trots
Tot zover de feiten. Nu de context. Enkele maanden geleden dook er een video op van een Marokkaanse leerling die door zijn Spaanse leraar werd mishandeld
. De locatie van die schandelijke mishandeling was Melilla, een stad op Marokkaans grondgebied die door de Spanjaarden wordt bezet.
Spanje bezet nog een andere stad, Ceuta, en nog vele eilandjes die zich op een steenworp van de Marokkaanse kust bevinden. Geen Marokkaans woord, zelfs niet van de laagste functionaris in rang, van protest of verontwaardiging over die mishandeling.
Ook heeft de ex-kolonisator die zijn koloniale praktijken nog steeds voortzet – met de goedkeuring van Marokko – nooit formele excuses aangeboden voor het gebruik van chemische wapens tegen de Marokkaanse burgers in het noorden van het land. Bijna honderd jaar na die laffe aanvallen is de kankerratio in Noord-Marokko nog altijd de hoogste in heel Noord-Afrika.
De Marokkaanse regering doet er alles aan om dat ‘kankerdossier’ (twee interpretaties voor deze uitdrukking) niet op het internationale arena te verdedigen, opdat de Spaanse kolonisator niet in diskrediet zou worden gebracht. En daardoor zijn de compensaties er nog steeds niet gekomen.
De prostitusering van Marokko
Toen de huidige koning het roer overnam van zijn vader koesterden heel wat Marokkanen veel hoop voor het land. Ze hoopten op meer persvrijheid, sociale rechtvaardigheid, individuele vrijheden en op een verregaande democratisering van het land. Ze kwamen bedrogen uit.
Mohamed 6 had wel een eigen visie op Marokko, één die hij met glans ten uitvoer heeft gebracht. Hij stond aan het roer van de grootschalige pedofilisering en prostitusering van Marokko.
Onder zijn beleid is een stad als Marrakech uitgegroeid tot dé prostitutie-hotspot van Afrika. Verschillende rapporten plaatsen Marokko op nummer twee wat betreft sekstoerisme. Marokko moet enkel Thailand voor laten gaan. En uiteraard heeft kinderprostitutie heeft een belangrijk aandeel in dat soort toerisme.
In zijn boek ‘Paris-Marrakech: Luxe Pouvoir et Reseaux’ legt Ali Ammar goed uit hoe de banden tussen Frankrijk en Marokko er niet alleen voor zorgen dat (kinder)prostitutie van bovenaf gedoogd wordt, maar zelfs georganiseerd wordt.
Een jaar geleden verscheen er een nieuwsbericht dat een Franse ex-minister betrokken was bij kinderprostitutie, maar uiteraard werd de zaak in de doofpot gestopt. Wat wil je in een land waarin de voormalige president Nicalos Sarkozy nu de persoonlijke raadgever van de koning is geworden?
Wat na de Blokkendoos?
Na de Blokkendoos-affaire valt het me op dat er weinigen zijn die deze slachtoffers een warm hart toedragen, al was het maar virtuele solidariteit. Ook de Marokkaans-islamitische middenveldorganisaties die toen actief het voortouw namen zijn nu muisstil over deze zaak.
Ook is er een oorverdovende stilte bij diezelfde middenveldorganisaties over de zaak Ali Arras, die nu al een tijdje bezig is met een hongerstaking, en wiens gezonheidstoestand zienderoge verslechtert. Ali is een Belg met Marokkaanse roots die nota bene door Spanje uitgeleverd werd aan de Marokkaanse folterdictatuur, zonder dat België daar enig bezwaar tegen had.
Het is in de ogen van die middenveldorganisaties waarschijnlijk niet in hun voordeel om de Marokkaanse consul-generaal, de vertegenwoordiger van de Marokkaanse dictatuur, tegen de schenen te schoppen. Gelukkig ontbreekt het in Marokko niet aan moedige activisten en die nemen het voortouw tegen de schandelijke beslissing van de Marokkaanse koning.
In België is de Marokkaanse mensenrechtenorganisatie, de AMDH, die sinds kort ook actief in Brussel is, de (waarschijnlijk) enige organisatie die een initiatief zal nemen. Sinds 1979, de verschrikkelijke jaren van lood onder de bloeddorstige dictator Hassan II, strijdt de organisatie actief en principieel voor de rechten van de Marokkanen, en talloze actisten hebben daarvoor een dure prijs betaald.
De AMDH heeft in Brussel een aanvraag ingediend om te betogen tegen de beslissing van de Marokkaanse koning Mohamed 6 om een veroordeelde pedofiel vrij te laten. Waarschijnlijk zal de betoging op 10 of 11 augustus plaatsvinden. En ik ben werkelijk benieuwd hoeveel Marokkanen er zullen deelnemen aan die protestactie. Hoeveel zullen hun stem verheffen tegen wat de moeder van de jongste slachtoffer noemde: ‘de tweede verkrachting van mijn kind’.