Adra Ghedu

National Geographic lanceerde in 2005 het project Genographic, dat wetenschappelijke antwoorden geeft op veel vragen over ras en de oorsprong van de mens. Genografie is de jonge tak van wetenschap die onderzoek doet naar de afstammingsgeschiedenis van de mens. Genografie maakt hierbij gebruik van het DNA van mensen, anders dan taalrelaties en archeologische vondsten zoals in andere wetenschappelijke takkengebruikelijk is. Door gebruik te maken van kleine verschillen tussen het DNA van verschillende individuen, is het in principe mogelijk een volledige stamboom op te stellen van de mensheid. Door de geringe mutatiesnelheid van de betrokken types DNA kan deze informatie, in combinatie met de geografische spreiding van bepaalde mutaties, goed gebruikt worden om (pre-)historische migratiepatronen te achterhalen.




De onderzoekers deden verrassende ontdekkingen. Zoals het feit dat de Basken qua DNA geen duidelijk aparte groep ten opzichte van de andere Europeanen in de omgeving vormen, maar ook over de genotype van vier Arabische landen.

Wist u dat de genetische samenstelling van de Egyptenaren voor 4% uit de joodse diaspora afkomstig is?

Verder bestaat de genetische samenstelling van de Egyptische burgers voor 68% uit Noord Afrikaans genetisch materiaal, 17% is afkomstig van Arabieren, 3% van Oost-Afrikanen, en nog een deel uit Klein-Azië en Zuid-Europa. De afstamming van Noord-Afrika kan verklaard worden door de eerste migratie van de oude bewoners van het Afrikaanse continent naar Zuidwest-Azië via de noordoostelijke route. Door de opkomst en spreiding van de landbouw nam de migratie toe naar de Vruchtbare Halve maan ( het gebied dat zich uitstrekt van het Nijldal naar Israel, Libanon, Jordanië, Syrië en Irak) en terug naar Afrika, net als in de tijd van de verspreiding van de islam uit het Arabische schiereiland in de zevende eeuw.

De genetische samenstelling van de inheemse Koeweitse bevolking laat zien dat zij voor 84% Arabisch is, 7% stamt uit Klein-Azië, 4% uit Noord-Afrika, 3% uit Oost-Afrika. De oude immigranten reisden van Afrika naar Eurazië via het Midden-Oosten, wat hun goed beviel, zij besloten daarom, om in het Midden-Oosten te blijven. Daarop ontwikkelde zich nieuwe genetische patronen die gedragen worden door de komende generaties. Dat de oorsprong van het Koeweitse volk in Noord- en Oost-Afrika ligt, kan verklaard worden door de Arabische slavenhandel tussen de achtste eeuw en de negentiende eeuw.

Genetische samenstelling van de Libanese burgers is de meest veelzijdige van de vier Arabische nationaliteiten. De genetische samenstelling van de inheemse Libanese volk is voor; 44% Arabisch, 14% joods, 11% Noord-Afrikaans, 10% stamt uit Klein-Azië, 5% is Zuid-Europees en 2% stamt van Oost-Afrika. Een deel van de oude immigranten heeft besloten om zich in Libanon te vestigen bij hun oversteek naar het Midden-Oosten. Ook de Zijderoute droeg bij aan de diverse genetische patronen van de Libanese bevolking dat zich verplaatste uit het verre noorden en oosten.

De Tunesiërs hebben een bijzondere genetische samenstelling dat er zo uit ziet: 88% stamt uit Noord-Afrika, 5% vanuit West-Europese landen, 4% van de Arabieren, 2% uit West- en Centraal-Afrika. De ligging van Tunesië aan de Middellandse Zee droeg sterk bij aan de genetische diversiteit van dit volk, de Arabische component bereikt het gebied door de verspreiding van de landbouw uit het Midden-Oosten, evenals de verspreiding van de islam in de zevende eeuw.

Het is opmerkelijk dat de bevolking van een aantal niet-Arabische landen een aantal Arabische genen bevat, zoals volg:
– Georgië 5%
– Iran 56%
– Luhya, in Kenia 2%
– Madagassiër in Madagaskar 2%
– Ciskaukasië of de Noordelijke Kaukasus 9%
– Pamiris in Tadzjikistan 6%
– Sardinië 3%
– Zuid-India 2%
– West-India 6%
– Indonesië 6%
– Ethiopië 11%
– Asjkenazische joden (joden die opgroeide in Oost-Europa) 10%