Afgelopen week gingen Marokkaanse Amsterdammers massaal op audiëntie bij minister Ameur. In het Amsterdamse Sloterdijk, waar al tal van pogingen om er een kalifaat te stichten zijn mislukt, luisterden zo’n duizend aanwezigen ademloos naar de beweegredenen van de minister om een heus Marokkaans cultureel centrum in de hoofdstad te stichten. Dit is niet nieuw. Ook eerdere initiatieven van Rabat om de banden met overzeese Marokkanen aan te halen, zagen het licht in Amsterdam. Hun Waterloo vonden ze daarentegen dikwijls elders. Over de CCME schreef ik eerder het volgende:

In februari 2007 kwam Driss el Yazami naar Amsterdam om de Marokkaanse gemeenschap te vertellen dat hij van de Marokkaanse koning opdracht had gekregen om een raad op te richten waarin Marokkaanse emigranten, een stem kregen. Om tot zo’n raad te komen werd een werkgroep, onder leiding van de heer El Yazami zelf, aan het werk gezet om alvast na te denken over taak en opzet van de raad, inmiddels omgedoopt tot de Conseil de la Communauté Marocaine à l’Etranger (CCME).
De Marokkaanse Nederlanders waren van begin af aan sceptisch over de bedoelingen van de raad. Tijdens een tumultueus verlopen bijeenkomst op 24 februari 2007 in Amsterdam maakten de aanwezigen, toegestroomd uit het hele land, op niet mis te verstane wijze aan de werkgroep duidelijk dat een raad die de Marokkaanse gemeenschap wil vertegenwoordigen, voor alles door diezelfde gemeenschap gekozen moet worden. Een tweede signaal aan de heer El Yazami was om verder te kijken dan Amsterdam; een knipoog naar de kandidatenlijst die louter uit Amsterdammers bestond.

In de periode die hierop volgde zijn diverse bijeenkomsten in Marokko georganiseerd waarbij afgeladen vliegtuigen vol adspirant- en kandidaat-leden werden ingevlogen. Een goed begin is immers het halve werk. Spijtig genoeg is dat Driss El Yazami, nu bijna twee jaar later, nooit verder is gekomen dan inderdaad half werk. Spijtig is ook dat hij de enige is die nog niet tot dit inzicht is gekomen, terwijl hij intussen iedereen tegen zich in het harnas heeft gejaagd, zoals een Marokkaans tijdschrift recent vaststelde. De heer El Yazami vindt de Marokkaanse Nederlanders erg kritisch, maar dat waren zij van begin af aan. Niet alleen in Nederland is men kritisch op de CCME, de toon waarmee de heer El Yazami in de rest van de wereld door de Marokkaanse gemeenschappen wordt weggehoond, liegt er ook niet om. Half december meldt het Marokkaanse weekblad Telquel dat de CCME door deze gemeenschappen massaal, ja zelfs unaniem, wordt verworpen.
Ook in Amerika, Italië, Spanje, België, Denemarken, Frankrijk en Nederland hebben organisaties van Marokkaanse migranten, bijeengekomen op 13 en 14 december in Amsterdam, verklaard de CCME niet te erkennen. “Raad, welke raad?”, zo kon worden opgetekend. Op diverse internetfora wordt zelfs opgeroepen tot het ontslag van de voorzitter en het opheffen van de raad. Twee argumenten voeren hierbij de boventoon:

Als de CCME inderdaad deel uitmaakt van een democratiseringoffensief, zoals Marokko zelf zegt, dan had hij door de migrantengemeenschappen rechtstreeks gekozen moeten worden. Bovendien moet zo’n raad onafhankelijk zijn en geen deel uitmaken van de Makhzen (overheid). Als de CCME aan de andere kant is opgericht om redenen van mensenrechten, wat heel nobel is, laat Marokko haar energie richten op de mensenrechtensituatie in eigen land, waar bruut geweld tegen burgers niet wordt geschuwd en waar de persvrijheid nog steeds aan banden wordt gelegd.En zo dreigt de CCME door controverse in schoonheid te sterven. “Is dat erg?”, vroeg ik medio november aan Professor El Idrissi, van de Universiteit van Rabat en Montreal. Maar volgens hem is het oprichten van Hoge raden en adviesraden een Marokkaans modeverschijnsel. Ze zijn als paddenstoelen zo talrijk. Het is vaak onduidelijk wat hun taak is of waar je hen op af moet rekenen.

Het zelfde geldt nu voor een Marokkaans cultureel centrum in Amsterdam, waar ongeveer zestig duizend Marokkanen wonen. Zij dragen hun cultuur trots met zich in alles wat ze doen. Deze is overal zichtbaar en niemand kan er omheen. Een Marokkaans cultureel centrum in Amsterdam is net zoiets als een Amsterdams cultureel centrum in de Pijp. Wie zoiets bedenkt, is niet goed bij z’n hoofd.

AmazighTimes AmazighTimes