Column
De volksbeweging naar aanleiding van de moord op Mohsen Fikri in de Rif groeit, ondanks tegenwerking en intimidatie door leger en politie. In de grotere steden als El Hoceima en Nador is sinds de dood van de visverkoper voortdurend protest in de straten en op de pleinen te horen geweest. Nu sluiten ook de kleinere steden zich aan en het aantal mensen, dat zich aansluit bij deze protesten is ook groeiend, waarbij opvalt dat daar steeds meer vrouwen aan deel nemen.
Met de het toenemen en luider worden van het protest neemt ook het optreden van militairen en politie in het gebied toe. Niet alleen zijn zij massaal aanwezig bij de protesterende menigten, maar ook op de weg van Al Hoceima naar Nador kun je nu wel zo’n 15 politie posten tellen. Momenteel kan je nu om de zeventien kilometer aangehouden worden. Protesten tegen de militarisering van de Rif klinken dan ook luidt zowel in de Rif als daarbuiten.
De dood van Mohsen vormde de aanleiding om te protesteren tegen de vernederingen, de corruptie en verwaarlozing die deze regio al decennia plaagt.
Na het onderdrukkende regime van de vorige koning Hassan II, dat vele slachtoffers heeft gemaakt in heel Marokko maar in het bijzonder in de Rif, heeft de huidige koning beloofd dat er recht gedaan zou worden. Maar op een aantal financiële schadeloosstellingen onder de voorwaarden dat betrokken voor altijd zouden zwijgen over wat er gebeurd is, is het niet gekomen.
Door achterblijvende investeringen blijft de werkloosheid ongekend hoog. Tussen Nador en El Hoceima staan welgeteld twee fabrieken, waarvan er één nog buiten gebruik is. Hoewel er in geïnvesteerd is in de aanleg van wegen, blijven investeringen die ten goede komen van de bevolking zoals in werkgelegenheid maar ook in de gezondheidszorg achterwege.
Ondanks het feit dat volgens de bevolking van de Rif het aantal kankerpatiënten in de regio hoog is, zijn er nog steeds geen voorzieningen waar de patiënten en hun familie terecht kan. Er is geen kliniek waar diagnose en behandeling kan plaats vinden. Dat maakt dat zij duizenden kilometers moeten reizen naar Rabat om een behandeling te krijgen. Omdat mensen vaak niet over de benodigde middelen beschikken om deze reis te maken, wordt deze vaak uitgesteld tot het te laat is. Daarnaast is het wel heel zuur, dat de overheid een verbod naar onderzoek naar het aantal kankerpatiënten heeft verboden. Dit maakt dat men niet over de exacte aantallen beschikt. Neemt niet weg, dat iedereen wel iemand gekend heeft en/of kent die door deze ziekte getroffen is.
Een geschiedenis van strijd tegen koloniale en dictatoriale overheersing en het voorturende onrecht aangedaan door een corrupte overheid, maakt dat de mensen de straat opgaan en protesteren, waarbij niets minder op het spel staat als de menselijke waardigheid.
Solidariteit met deze volksbeweging is dan ook op zijn plaats en verdient de steun van de mensen uit de diaspora. Dit in tegenstelling tot wat er vanuit vele moskeen in Nederland te horen is, namelijk dat deze strijd fitna is. Fitna is echter als er mensen onrecht wordt aangedaan en men daar niets tegen doet.