Duizenden mensen hebben zich gisteren verzameld bij de ingang van de universiteit van Tizi Wezzu.
Aanleiding was de moord op de student Djamel Souak. Deze is vorige week om het leven gebracht voor de ingang van de campus van Hasnaoua door een mede student, die er van verdacht wordt lid te zijn van een geheime militie.
I n een mars toonden de deelnemers hun solidariteit met de overledene en diens familie en toonden eveneens hun ongenoegen over de onveiligheid en de criminaliteit waar zij dagelijks mee geconfronteerd worden.
De stille en vreedzame tocht, vanaf de ingang van de universiteit naar het plein Matoub Lounes, verliep ordelijk, ondanks de grote verslagenheid en het feit dat zij met het zoveelste drama werden geconfronteerd.
De rouwende studenten veroordelen de laksheid van de verantwoordelijken. Dit was aft te lezen van de slogans op de doeken, plakkaten die zij meevoerden. Daarop stond te lezen:’Wij wensen te leven en ons te ontwikkelen in veiligheid’. ‘Veiligheid is een basisrecht’. ‘Geweld en agressie, is een misdaad’. ‘Tot wanneer de onderdrukking?’.
Onder de mensenmassa bevonden zich naast de vele studenten; hoogleraren, dorpsgenoten en ook de naaste familie van de overledene, waaronder zijn ouders.
Eenmaal op de Matoub Loubnes Plein, voerden enkele aanwezigen het woord. In een verklaring wijst het organiserend comité op de aanwezigheid van geheime milities, genaamd de Chasseurs de Lumière, ( Jagers van het licht) die verantwoordelijk zouden zijn voor de vele misdaden waarmee de studenten geconfronteerd worden. Zij spreken dan ook over een ‘geïnstitutionaliseerde onveiligheid’. De moeder van Djamel heeft in een korte en emotionele toespraak de deelnemers bedankt voor hun steun en aanwezigheid tijdens deze demonstratie.