De armoede in Nederland is in 2011 fors toegenomen. In 2011 moesten ruim 1,1 miljoen mensen rondkomen van een laag inkomen. Volgens het Naar verwachting zal dit aantal in 2012 en 2013 verder stijgen. Dat meldt het Armoedesignalement van het Sociaal Cultureel Planbureau.
Marokkaanse Nederlanders volwassenen behoren tot de groepen met het grootste armoederisico: 19,2%, voor autochtonen is dat 4,7%. Voor kinderen van Marokkaanse komaf is het beeld nog ongunstiger. Maar liefst 30% van deze kinderen leefde in 2011 onder of op de armoedegrens. Voor autochtone kinderen was dat maar 7,4%.
Groeiende armoede
Het Armoedesignalement signaleert dat in 2011 de armoede in Nederland sterk is toegenomen. De armoede groeide vooral sterk onder werklozen, bijstandontvangers en zelfstandigen.
De kans op armoede is het hoogst bij eenoudergezinnen, alleenstaanden tot 65 jaar, niet-westerse huishoudens en huishoudens met bijstand. Bij al deze groepen nam het armoedepercentage in 2011 toe.
Bij gepensioneerden en 50-plussers is de armoede laag, bij kinderen juist hoog. De 30-45 jarigen hadden vroeger geen verhoogd armoederisico, maar de laatste jaren is dat wel het geval.
Ook de langdurige armoede liep in 2011 voor het eerst in jaren weer op, voor het eerst in deze eeuw. In 2010 leefde 2% onder de lage-inkomensgrens, in 2011 2,5%. Het risico op langdurige armoede was in 2011 relatief hoog onder eenoudergezinnen met minderjarige kinderen (8%) en bij niet-westerse huishoudens (9%). Ruim vier op de tien van de in totaal 103.000 minderjarige kinderen met langdurig kans op armoede groeiden op in een bijstandsgezin.
Lees verder op