Bij de recente oprichting van haar politieke partij, na tachtig jaar van uitsluiting en verbod, heeft de Moslimbroederschap in Egypte de naam ‘Partij voor Rechtvaardigheid en Vrijheid’ aan haar partij gegeven. Toen de PDJ’ers in Marokko de regeringsverantwoordelijkheid namen, noemden zij de hoofdverantwoordelijke bij Justitie: ‘Minister van Justitie en Vrijheden’. Opmerkelijk hoe zeer de Islamisten op vrijheid zijn gesteld, wat weer bewijst dat zij tot de club der mensheid behoren. Want de essentie van mens zijn is in wezen hunkeren naar vrijheid.

Het verschil echter is dat de Moslimbroederschap, zodra zij hun partij hebben opgericht met de naam vrijheid erin, zij niet al te beste bedoelingen begonnen te openbaren richting andere partijen met wie zij van opvatting, smaak en manier van leven verschillen. Dit delen ze met hun Salafistische broeders die hier zelfs als eerste bij waren en kenden op hun beurt hun partij een ‘stralende’ naam toe; ‘Partij van het Licht’. Hoe stugger en duisterder de opvattingen des te mooier en glanzender de partijnamen.

De Marokkaanse minister van Justitie en Vrijheden heeft ook een mooie standpunt ingenomen om de naam van zijn ministerie te bevestigen en zijn om moedigheid kracht bij te zetten. Bij zijn aantrede als minister verklaarde hij dat de regering waar hij toe behoort geen nieuwe alcoholvergunningen zal verstrekken. Dit draagt dus duidelijk bij aan de veruiming van de individuele vrijheden en de respect hiervoor. In het bijzijn van de geachte Salafistische Cheikh El Maghraoui, op wiens naam de fatwa van het mogen huwen van een meisje van negen, is de minister niet vergeten te wijzen richting de toeristen in Marrakesh. Hij beschouwde hen allemaal mensen die naar de Rode Stad komen om zich van God te verwijderen. We weten niet of hij daarmee doelt op de Wahabistisch broeders van El Maghraoui uit het land van Al-Saoed (Saoedie Arabië) of andere Oliestammen. Of hij alleen de blonde toeristen bedoelde die van heinde en ver zijn gekomen. De meerderheid van hen is in de eerste plaats voor culturele doeleinden naar de stad getrokken. Deze mensen hebben geen tweede gezicht; ze zeggen wat ze doen en ze doen wat ze zeggen.

Maar de heer Ramid heeft snel al de mouwen opgestroopt om de naam van zijn ministerie een werkelijke betekenis te geven, toen hij een groot deel van de Salafisten trachtte vrij te laten omdat zij oprechte berouw toonden op het altaar van de macht. Daarentegen, in zijn relatieve definitie voor vrijheden bij zijn ministerie, vernamen de mensen dat een ander deel van de Salafisten niet in aanmerking komt voor vrijlating omdat zij, volgens de uitlatingen van de minister, ‘hun meningen nog niet hebben veranderd’. Ook veel andere politieke gevangenen, demonstranten en gevangenen van het vrije woord zijn de aandacht van de minister ontgaan, omdat hun positie niet in overeenstemming is met de nieuwe definitie van vrijheid waar de Islamisten mee kwamen en de ministerie aanhoudt. Tegelijkertijd werd duidelijk in welke mate de volgers van de partij van de heer Ramid van vrijheid in de samenleving genieten. Zij die zich hier en daar vermaken en verzamelen, niet omdat ze voor een recht opkomen dat onderdrukt is, maar om de anderen hun eigen waarden op te leggen door middel van ‘wetten’ uit hun losse pols in afwezigheid van enig autoriteit. Vrijheid is dus werkelijk in te delen in verschillende categorieën, kleuren en kent ook veel definities.

Uit de nieuwe definitie van vrijheid die de Islamisten aanhouden, is op te maken dat deze alleen voor hen geldt. Een duidelijke koers is gezet richting het uitwissen van de universele betekenis van het begrip ‘vrijheid’. Vrijheid die iedereen verdient. De tragedie van het volk houdt niet op bij een opstand, maar een moeilijker weg zal nog bewandeld worden. Deze weg zal door religieuze extremisten zwart worden bevlekt en de gewenste democratie zal pas na zware offers worden bereikt.

Ahmed Assid is denker en publicist, verbonden aan IRCAM

Vertaald door Rani el Kaddouri