Vergelijking van Geert Wilders met Hitler te ver?
‘Je haat niemand zolang je hem nog geringschat, maar pas als je hem gelijk of hoger schat’. Stelde de Duitse dichter en filosoof Friedrich Nietzsche. Om die reden kan ik de heer Wilders ook niet haten. Ik schat hem niet hoger in. Zijn ongenuanceerde uitlatingen over Marokkaanse Nederlanders en het stelselmatig stigmatiseren van deze bevolkingsgroep doen denken aan een vier pagina’s tellende brief, geschreven door Hitler jaren voordat hij aan de macht kwam en naar wordt aangenomen zijn eerste belangrijkste geschrift over Joden. In deze brief, die tentoongesteld is in het ‘Museum of Tolerance’ in Los Angeles, spreekt Hitler zijn minachting uit voor Joden en kondigt hij de “compromisloze verwijdering van alle Joden” aan. Dit doel kan alleen worden volbracht, schrijft hij, “onder een regering van nationale kracht, en nooit onder een regering van nationale onmacht”. Wij weten nu dat wat begon als een persoonlijke brief, een mening van één man, de ‘Magna Carta’ werd van een hele generatie en leidde tot de bijna volledige uitroeiing van het Joodse Volk.
De heer Wilders gaat gelukkig nog niet zo ver, maar de contouren worden wel zichtbaarder. Bij nuancering, dat gek genoeg bijna altijd achteraf gebeurt, stelt Wilders dat het gaat om criminele Marokkaanse Nederlanders. Ondertussen is de toon gezet en zoals wij weten maakt de toon de muziek. Gaat de vergelijking van Wilders met Hitler dan te ver? Niet als je zijn uitspraken extrapoleert, want dan kom je verdomd dicht in de buurt van de strekking van de genoemde brief van Hitler. Deze koers van Wilders zou een les moeten zijn voor onze en toekomstige generaties. Demagogen menen wat ze zeggen en worden in de gelegenheid gesteld uit te voeren wat ze beloven.
Wat men haat, kan men niet begrijpen.
Om een gemeenschap als de Marokkaanse te begrijpen, dien je de moeite te nemen om op een constructieve manier met de groep te praten en niet erover te praten. Maak aanderen deelgenoot van je probleem, zou ik tegen Wilders willen zeggen. Dat criminelen opgepakt en berecht dienen te worden is iedereen mee eens. Niet omdat ze een bepaalde etnische achtergrond hebben, maar omdat ze de wet niet respecteren en overtreden. Zorg er dan voor dat iedereen zich aan de wet houdt, ook Wilders. Domheid, hoogmoed, haat en uitsluiting doen de samenleving wankelen. Een goede politicus weet dit. Is Wilders dan geen goede politicus? Weet ik niet, maar wellicht dat zijn achterban dit niet weet en er daarom er bewust gebruik van maakt. Hij begrijpt wel heel goed hoe hij zieltjes kan winnen. ‘Haat is een politiek programma op zichzelf’, stelde de Belgische dichter en schrijver Herwig Hensen ooit. Wat dat betreft lijkt Wilders gebruik te maken van dit instrument.
Als we Nederland, ons land, sterker, veiliger en beschaafder willen maken, dan dienen we dat samen en met elkaar te doen. Willen we haat bestrijden, dan dienen wij elkaar te willen begrijpen. Laat de Marokkaanse Gemeenschap in Nederland de uitspraken van Wilders veroordelen maar tegelijkertijd is het een uitdaging voor diezelfde gemeenschap om door die uitspraken heen prikken en doen wat constructief is. Alleen boosheid is niet genoeg. Laten we ook de hand in eigen boezem steken en laten we de kracht van het leven aanwenden. Aanpassingsvermogen is immers een kracht van de gehele mensheid. Daarom zijn de Neanderthalers uitgestorven en wij mensen (nog) niet. Deze kracht is de sleutel. Weet dat een ieder die kracht bezit. Een andere kracht, een instrument, is de wet. We hebben in Nederland een ijzeren en gegrondveste kapstok, de grondwet. Het is in ieders belang deze te kennen en te eerbiedigen. Als je de grenzen van de wet kent, kun je daar binnen onbegrensd te werk gaan. Gebruik het, maar misbruik het niet.