AMSTERDAM Tegen twee ooms van een jongen uit Marokko eist het Openbaar Ministerie een celstraf van 33 maanden en 22 maanden. De jongen werd in 1999 op 14-jarige leeftijd naar Nederland gehaald om van ’s ochtends vroeg tot sluitingstijd van de markt te werken in de marktkraam van zijn familie.

De jongen dacht dat hij naar Nederland kwam om naar school te kunnen gaan en daarna een vervolgopleiding te genieten. Op zijn 18de zou hij dan met een Nederlandse vrouw van Marokkaanse komaf te trouwen.

In plaats daarvan maakte hij dagen van 10 uur per dag op de markt en lieten de ooms hem het zware werk opknappen. Eerst zonder loon en na 4 jaar kreeg hij 100 euro per maand, waarvan hij weer een deel aan zijn oom moest afstaan.

Justitie spreekt van mensenhandel en zelfs een lichte vorm van slavernij en vindt het ‘schokkend, respectloos en mensonterend’ hoe de verdachten, nu 51 en 45 jaar oud, met hun neefje omgingen. Ze hadden zijn paspoort afgepakt en dreigden hem naar Marokko terug te sturen of hem door de politie te laten oppakken omdat hij illegaal in Nederland verbleef.

De ooms hebben 8 jaar hun neefje ‘gebruikt’. Pas sinds 1 januari 2005 is deze vorm van mensenhandel strafbaar gesteld, waardoor de strafbare periode 2,5 jaar bedraagt.

De rechtbank doet uitspraak op 15 november.