Eveline van Wanrooij:
Een paar weken terug stapte ik na een etentje met vriendinnen in een taxi. De taxichauffeur vertelde dat hij “een berber” was. Ik wenste hem een gelukkig en gezond 2964 toe. Dat snapte hij niet. “Amazigh Nieuwjaar”, zei ik. Nee, nooit van gehoord. Ik vroeg hem wat hij wist van de Amazigh cultuur. Hij legde uit dat hij islamitisch was en dat hij niets wist van zijn roots. De rest van de taxirit luisterde hij geïnteresseerd naar mijn verhalen over zanger Khalid Izri en zijn bezoek aan Rotterdam, volksheld Mohammed El Khatabbi en de Amazigh Nieuwjaarviering in Theater Zuidplein. Bij het uitstappen bedankte hij me voor de kennis over zijn cultuur.
Toegegeven, ik kende die verhalen ook niet, maar legde mijn oor gretig te luisteren toen partner Rachid Benhammou zijn eigen roots aan het ontdekken sloeg. Hij liet me muziek horen, toonde de traditionele klederdracht, liet me het bijzondere schrift zien en stelde me voor aan verschillende Imazighen. Mijn interesse sloeg om in trots. Ons prachtige kind Salvador heeft per slot van rekening dezelfde roots. We spraken af hem zoveel mogelijk kennis te geven over de Nederlandse en Amazighcultuur; de rest (religie, voetbalclub, hobby, banen) is zijn eigen keuze.
De geslaagde theatervoorstelling met Khalid Izri smaakte naar veel meer. Maandenlang was hij aan het organiseren, met afgelopen zaterdag als resultaat. De avond begon voor Salvador en mij met een kopje goddelijke harira, niet geheel toevallig gemaakt door Rachids zus en verkocht door twee nichten en een neef. Verschillende meiden spotten ons schattige halfbloedje en kwamen geïnteresseerd informeren. Dat hij geen Islamitische naam heeft, wordt hier sneller begrepen dan bij een gemiddeld Islamitisch feest. Het maakte meteen een relaxte indruk en áls er al geoordeeld werd over anderen, was het positief.
Vol interesse loop ik langs de kraampjes. Dat had ik nog niet eerder gezien; een kraampje met Amazigh sleutelhangers, vlaggen, tassen en prachtige sieraden, ongetwijfeld gemaakt door oude vrouwen in een kleine droog dorpje in Noord Afrika. Ook de hoeveelheid taboedoorbrekende boeken van uitgever Jurgen Maas verbaasde mij. Een andere dame, Najat van Henna Happiness, verkocht haar mooie zelfgemaakte kaarsen. Het aanbod was in mijn ogen ongekend aantrekkelijk.
Nadat de gong klonk, duurde het nog zeker een half uur voordat de voorstelling kon beginnen; een typisch Marokkaans trekje om op je dooie akkertje naar de zaal te gaan. Het gekke is dat niemand dat erg vindt, omdat iedereen wéét dat dit gebeurt als je 400 Marokkanen bij elkaar zet. Ook het heen en weer lopen in een theaterzaal is iets wat je bij een zaal vol Nederlanders niet snel tegenkomt. Gelukkig maar want met een kind van twee loop je de hele avond te rennen, show of geen show. Bij de eerste klanken van het voorprogramma waarin Salvadors oom en twee neefjes meededen, gingen de eerste mensen al naar de kant om te dansen. Luid applaus, vlaggen, joelende dames, dansende mannen, er gebeurt van alles in zo’n zaal. Zelfs de burgemeester die op de eerste rij naast Ahmed Marcouch zat, moest een enthousiast dansende man voor zijn neus dulden.
Bij het begin van Imetlaa, de bekende Amazigh band, gaat het dak eraf. Overal staan dansende groepjes mensen, iedereen meezingend of met een grote glimlach. Gek genoeg klap ik hier wel naar hartenlust mee en bij Nederlandse muziekoptredens niet, want meeklappen is voor sukkels. Driekwart van de voorstelling sta ik als enige Nederlandse naast mijn stoel mee te dansen met Salvador. De muziek van Imetlaa is zó aanstekelijk, daar kún je niet bij stil zitten. De Afrikaanse
klanken zijn duidelijk hoorbaar en doen me terugdenken aan de tijd dat ik veel reisde.
In de pauze valt me weer op hoe relaxed de sfeer was; mannen, vrouwen, kinderen, alles staat door elkaar. De vrouwen waren prachtig gekleed en niet de totaal-over-de-top-bling-bling-hysterie die bij Islamitische huwelijken gebruikelijk is. Het valt me overigens op dat hoe meer bling bling de dames dragen, hoe harder de mannen gescheiden willen zitten. Hier waren de sieraden symbolisch bescheiden en de groepen gemengd; hier voel ik me als Nederlandse thuis. De boze ogen die je als Nederlandse in de Islamitische kringen soms ten deel valt, waren hier niet welkom. Want ondanks dat de Imazighen voor alles en iedereen open staan; van kortzichtigheid en extremisme is men hier wars. Sterker nog, dan word je netjes met een snel verzonnen excuus buiten de deur gezet. Als je hoofd niet vertroebeld wordt door het onuitputtelijk oordelen van anderen mensen, houd je blijkbaar ruimte over voor hogere kunsten, muzikale talenten en levenslust. En dat siert de Imazighen, voor mij staat deze cultuur voor vrijheid, openheid maar vooral waardigheid. Alle drie meer dan aanwezig op mijn mooiste Nieuwjaarsborrel ooit. Inderdaad, borrel, want ook aan borrelende Marokkanen geen gebrek deze avond. Je hoort in gedachten de Horeca-afdeling van Theater Zuidplein al paniekerig roepen: “Jongens, de Marokkanen komen! Bestel snel tien fusten extra!”
De veel belovende stand up comedian Mo el Khamssi, krijgt de zaal collectief aan het schaterlachen. Hij mag het podium niet verlaten, voordat men uitgelachen is. En dat duurt gelukkig vrij lang. Halverwege het optreden van de populaire zangeres Milouda moet ik het voor gezien houden. De tweejarige zet het net iets te vaak op een rennen wat met een volledig uit hun dak gaand publiek lastig is. Buiten dat heb ik hem al twintig keer van het podiumtrapje moeten halen, de weg naar het podium is te aantrekkelijk. Terwijl ik thuis nog nageniet met mijn nieuwe Amazighsieraden, CD’s en boeken, gaat het feest in the Theatercafé nog even door. Ik hoor de dag erna verhalen van stiekem opgetrommelde tamboerijnen nadat de muziek is uitgezet, alles even relaxed en feestelijk. Om half drie druppelen de laatste Imazighen richting huis. Ongetwijfeld allemaal even enthousiast en met een nieuw opgepoetste identiteit. Zoals Amazigh Times al schreef, de Point of No Return is ingeslagen, de onderdrukte Amazighcultuur met al haar prachtige facetten slaat keihard terug. Hoe? Met vrijheid, openheid en waardigheid. En daar kunnen we in Nederland met plezier naar uitkijken!
Via deze weg wil ik iedereen bedanken voor het fantastische volksfeest van afgelopen zaterdag! Ik ben trots de Vrouw Van de aanstichter te zijn en nog trotser de moeder van een prachtventje te zijn met die wortels. Assegwas Amaynu, tot in 2965.