Begin april heeft de SVB Marokkaanse 65-plussers met een AIO-uitkering een brief gestuurd met vragen over verblijf en vermogen buiten Nederland. Dit om te controleren of de betrokkene recht heeft op zijn of haar AIO-uitkering. Het is echter om verschillende redenen twijfelachtig of de SVB hiermee rechtmatig handelt. Het SMN adviseert de betrokkenen dan ook om de brief voorlopig niet aan de SVB terug te sturen en te wachten op nader advies.
De SVB stelt in de brief dat de ontvanger binnen een steekproef valt waarmee de SVB controleert of hun klanten zich aan de regels houden. Duizenden Marokkaanse 65-plussers met een AIO-uitkering hebben die brief ontvangen. Daardoor lijkt het erop dat er geen sprake is van een “steekproef”, maar van een grootscheepse controle van alleen Marokkaanse AIO-ers. Dat zou betekenen dat de SVB zijn klanten controleert op basis van afkomst c.q. nationaliteit en dat is verboden. Er zou dan immers sprake zijn van ongelijke behandeling.
Ten tweede is het maar de vraag of de SVB een dergelijke controle mag uitvoeren zonder dat er sprake is van aanwijzingen van onrechtmatig gebruik van de AIO-aanvulling.
Ten derde vraagt het SVB naar het CIN-nummer (Carte Nationale d’Identité) om onderzoek te kunnen doen naar vermogen in Marokko. Het is echter maar de vraag of de SVB naar het CIN-nummer mag vragen. Het gaat immers om privacy-gegevens van betrokkene als Marokkaans burger.
Daarmee is het ook de vraag of betrokkene verplicht is dit CIN-nummer aan de SVB te verstrekken. Ook is onduidelijk wat de gevolgen zijn als hij dit niet doet.
Ten vierde vraagt het SVB de toestemming van betrokkene om de gegevens over vermogen in Marokko sneller te kunnen controleren. Daarbij schrijft de SVB dat – als men geen toestemming geeft – het de gegevens over het vermogen kan controleren via het Internationaal Bureau-Fraude-informatie of speciale attachés bij de Nederlandse ambassade. Dat is om twee redenen misleidend.
Ten eerste kan de SVB deze controles sowieso al uitvoeren, ook zonder toestemming van betrokkene.
Ten tweede is er alleen sprake van controle via IBF en attachés als er in individuele gevallen concrete aanwijzingen zijn voor misbruik van uitkeringen.
Er is, kortom, voldoende aanleiding om de vraag te stellen of de SVB met het sturen van de brief in haar recht staat dan wel onrechtmatig handelt. Het SMN heeft inmiddels juridische deskundigen ingeschakeld om dit uit te zoeken. Ook is er contact geweest met de afdeling Juridische zaken van de SVB. Die heeft toegezegd binnenkort antwoord te geven op gestelde vragen.
Op basis van alle informatie zal het SMN overwegen welke nadere stappen er genomen kunnen worden en de betrokkenen nader advies geven over hoe zij op de SVB-brief kunnen reageren.
Het SMN adviseert dan ook iedere betrokkene om de SVB-brief voorlopig niet te beantwoorden en nader advies af te wachten. Daar is ook tijd voor omdat een ontvanger van de brief formeel vier weken de tijd heeft om de brief aan de SVB te retourneren. In dit geval betekent dat de brief niet voor begin mei bij de SVB binnen moet zijn