Mohammed werd geboren in 1880 in Ajdir bij Al Hoceima bij de Riffijnse (Berberse) stam Ait Waryaghar. Zijn vader was een islamitische geleerde. Hij gaf zijn zoon islamitisch onderwijs en daarna stuurde hij hem naar de universiteit van Fes om daar Arabisch en islamitische wetenschappen te bestuderen. Later studeerde Mohammed in Salamanca aan een Spaanse universiteit waar hij zijn diploma rechten behaalde.
Aanvankelijk werkte hij voor een Spaans tijdschrift El Telegrama del Rif, waarin hij artikels schreef. Later werkte hij als rechter in Melilla. Ook onderwees hij Arabisch en Riffijns aan Spaanstaligen.
De politieke situatie voor de opstand van Abdelkrim
Mohammed Abdelkrim El Khattabi is geboren in een tijd dat het Marokkaanse bestuur erg corrupt was. De heersers streefden persoonlijke rijkdom na. Maar opstanden in een aantal streken verzwakten het bewind en Marokko raakte politiek verdeeld in twee delen: het Blaad El Makhzan, wat het land van de overheid betekent, en Blaad Es Siba, wat het land van de niet-organisatie betekent.
De Marokkaanse Sultan kon zich niet meer tegen die rebellen verdedigen en het was slechts een kwestie van tijd eer hij definitief verslagen zou worden.
Marokko werd vervolgens een protectoraat, verdeeld tussen twee koloniale machten; in de Rif bereidde men zich voor de Spanjaarden tegen te houden. Maar de Spanjaarden veronderstelden dat ze de Riffijnen niet gemakkelijk zouden kunnen onderwerpen. Daarom boden de Spanjaarden politiek gevoelige functies aan de vader van Abdelkrim El Khattabi in zijn functie van Riffijnse stamleider om hem gunstig te stemmen en een samenwerking aan te gaan. Maar de vader van Abdelkrim El Khattabi accepteerde dat niet. De Spanjaarden verboden vervolgens Abdelkrim El Khattabi als rechter in Melilla te werken en hielden hem één jaar vast met als officiële reden dat hij te Duitsgezind zou zijn. Maar zijn vader bleef strijden tegen de Spanjaarden, tot hij vergiftigd werd.
Het begin van de opstand
Mohammed Abdelkrim El Khattabi was dus de opvolger van zijn vader als stamleider en daarom begon hij als negenendertigjarige zich erop voor te bereiden de Spanjaarden te verdrijven. Hij was als Spaans ambtenaar ontslagen omdat hij zich in geschriften te Duitsgezind had opgesteld.
Aanvankelijk was de strategie van de Spanjaarden tegen de Riffijnen gebaseerd op een langdurige geleidelijke verovering. Verscheidene Riffijnen onder wie Mohamed Amezian voerden een bloedige oorlog tegen de Spanjaarden. Maar de Spanjaarden konden de westelijke en oostelijke Rif onder controle krijgen en veel Riffijnse stammen gaven het op tegen de Spanjaarden wegens de overmacht aan manschappen en dus bleef dankzij de succesvolle strategie van Abdelkrim El Khattabi de middelste Rif buiten het gezag van Spanje, terwijl negentig procent van
De opstand van Abdelkrim
Mohammed Abdelkrim El Khattabi liet de Spanjaarden weten dat hij een staat aan het stichten was en dat ze de onafhankelijkheid van zijn republiek moesten erkennen om oorlog te vermijden. Maar de Spanjaarden weigerden een onafhankelijke staat te erkennen; autonomie onder het gezag van Spanje kon wel maar dat accepteerde Abdelkrim niet. De Spaanse generaal Manuel Fernández Silvestre y Pantiga beweerde dat Spanje zonder moeite overal in de Rif kon ingrijpen en hij besloot de Beni Ouaryaghel aan te vallen en er zelfs muntthee in het huis van Abdelkrim te gaan drinken, of hij dat zou willen of niet.
Na de Spaanse weigering de onafhankelijkheid te erkennen bereidden de Riffijnen in 1921 een aanval voor op Annual, de voornaamste basis van de Spanjaarden, waar generaal Silvestre gelegerd was. Mede dankzij het militair inzicht van Abdelkrim konden de Riffijnen de militaire basis op 21 juli omsingelen (Slag om Annual). De Spanjaarden probeerden tevergeefs te ontsnappen aan de aanval. Een Spaans generaal en twintigduizend man werden door zijn leger gevangen genomen. De in paniek vluchtende Spanjaarden werden tot aan zee opgejaagd. Tijdens deze drijfjacht werden tussen de vijftien- en twintigduizend Spanjaarden gedood. Alphonso XIII zou hebben gezegd dat zijn troon om zeep was geholpen.[1] Een Britse politicus zei dat in Anwal het Europese kolonialisme werd gebroken.
Abdelkrim stichtte in 19 september 1921 in Ajdir een Riffijnse staat (de Confederale Republiek van de Stammen van de Rif) waarin hij Riffijnse stammen verenigde. Na zijn overwinning in Adhar Oe Baran tegen de Spanjaarden vatten de passieve Riffijnse stammen de hoop de Spanjaarden te kunnen verslaan en begon de legende van de onverslaanbare Spaanse soldaten te verdwijnen. De Riffijnen sloten zich vervolgens steeds vaker aan bij de beroemde leider die als bijnaam De veroveraar kreeg: Mohammed Abdelkrim El Khattabi.
Dankzij de overwinning en het uitroepen van de onafhankelijkheid werd Abdelkrim een beroemde vrijheidsstrijder, wiens foto’s werden gepubliceerd in Afrika en Klein-Azië. Zijn militaire tactieken werden naderhand overal ter wereld vaak gebruikt in de onafhankelijkheidsstrijd. Zo hebben de Vietnamezen op de manier van Abdelkrim een guerrillastrijd gevoerd tegen de Amerikanen.
Na deze overwinning werden er stakingen in Spanje georganiseerd. De regering viel uiteen en na de staatsgreep van Primo de Riviera, besloot deze naar vredesbesprekingen met Abdelkrim te streven. Maar het leger werkte dit tegen en daarom vertrok hij persoonlijk om tegen Abdelkrim te strijden in een oorlog van honderdtwintig dagen. De Spanjaarden trokken zich naar de kust terug terwijl Abdelkrim wereldberoemd werd. Na die slag zei de Spaanse generaal de Shumpra: De Riffijnse kwestie kost ons te veel. Daarom trekken we ons terug naar de kust bij Ceuta en de Rif zullen we niet ingaan
De samenwerking van de koloniale machten om Abdelkrim te verslaan
Na de crises van de Spanjaarden en de versterking van Mohammed Abdelkrim El Khattabi’s republiek vreesden de Fransen dat ze aan de beurt zouden komen, vooral omdat de Algerijnen de Fransen in Algerije begonnen te irriteren. De Fransen besloten in te grijpen.
Ze hielden zich aanvankelijk neutraal tegenover Mohammed Abdelkrim El Khattabi. Maar heimelijk probeerden ze de Riffijnen tegen Mohammed Abdelkrim El Khattabi op te zetten door te beweren dat de islam het verbiedt om in het leger van Mohammed Abdelkrim El Khattabi te strijden.
De Riffijnen beklommen de bergen waarbij ze in 1925 het Franse leger ontmoetten. De Fransen zetten al hun wapens en vliegtuigen in en haalden extra manschappen uit Frans-Algerije. In korte tijd vielen ongeveer zeventig militaire bases in handen van de Riffijnen en werden er een paar Franse generaals na elkaar vervangen. Maar ze konden niet veel bereiken zonder onschuldigen te vermoorden waardoor veel stakingen tegen de strategie van Frankrijk ontstonden. Dat versterkte de oppositie in Frankrijk en regering na regering viel uiteen. Frankrijk bagatelliseerde zijn nederlagen, zeggende dat de meeste doden Noord-Afrikanen waren, terwijl er niet veel Fransen sneuvelden.
De Fransen merkten op dat Mohammed Abdelkrim El Khattabi niet alleen Marokko wilde bevrijden, maar de hele Arabische wereld. Hij bedreigde alle Europese koloniale machten in de Arabische wereld, zodat zelfs Groot-Brittannië zich zorgen maakte over het Midden-Oosten.
De koloniale machten boeken successen
Mohammed Abdelkrim El Khattabi kreeg geen steun voor een algehele Arabische strijd tegen de koloniale machten. De Fransen en de Spanjaarden gingen met elkaar samenwerken en zo kregen ze in het geheel ongeveer één miljoen soldaten bijeen. Mohammed Abdelkrim El Khattabi verzwakte dusdanig dat hij ze niet meer af kon weren.
Het gebruik van chemische wapens
Chemische wapens werden gebruikt zonder onderscheid te maken, duizenden verloren het leven. Mohammed Abdelkrim El Khattabi besefte dat zijn leger, dat uit ongeveer twintigduizend soldaten bestond, bijna vernietigd was. Met primitieve wapens begon men niets tegen de moderne wapens en enorme koloniale leger met ongeveer een miljoen soldaten.
Abdelkrim geeft zich over
Abdelkrim veronderstelde dat de Fransen minder wraakzuchtig dan de Spanjaarden zouden zijn en daarom besloot hij zich in 1926 aan de Fransen over te geven. De Fransen hebben hem naar hun verre kolonie Pondicherry in India en later naar het eiland Réunion (in de Indische Oceaan, tussen Madagaskar en Mauritius) gestuurd. Na twintig jaar besloten de Fransen hem in 1947 naar een paleis in Nice over te brengen. Maar Abdelkrim kon ontsnappen en werd als asielzoeker in Egypte ontvangen. Daar zou hij met de pan-Arabisten samenwerken en het bureau Maghrib Arab een grote bekendheid geven.
Na de officiële onafhankelijkheid van Marokko
Toen Marokko in 1956 officieel onafhankelijk werd, vroeg de Marokkaanse sultan Mohammed V hem naar Marokko terug te keren. Maar Abdelkrim zag daar het nut niet van in: volgens hem was Marokko nog steeds bezet. Na de invoering van de grondwet van 1962 door Hassan II, maakte hij zijn bezwaren kenbaar. Hij stelde dat die grondwet niets met democratie te maken had en heimelijk voor de kolonialen was gemaakt. In 1963 stierf hij in Caïro en werd er begraven.