Momenteel zijn er ruim 370.000 Turken in Nederland waarvan circa 5% ondernemer is. Als we kijken naar het aandeel van vrouwelijke ondernemers is dat 17%. Dat is fors minder dan de 32% vrouwen gemiddeld bij ondernemers in Nederland. Marokkaanse ondernemers zijn nog verder ondervertegenwoordigd met maar 12% vrouwelijke ondernemers.

Ondanks het feit dat de overheid het belangrijk vindt ondernemerschap onder vrouwen van Turkse en Marokkaanse afkomst te stimuleren, bestaat er toch nog een grote kloof tussen de bestaande infrastructuur van Kamer van Koophandels en banken, én de ondernemers. Een van de redenen is gelegen in het feit dat we nog steeds het beeld hebben van een blanke man als succesvolle ondernemer. Vooroordelen vanuit officiële instanties, met name banken, maar ook vanuit gemeenten of andere groepen uit de samenleving, zijn nog steeds aan de orde van de dag. Ook anno 2013! Dit betekent voor ondernemers die vrouw zijn, jong én met allochtone achtergrond dat ze zich erg moeten bewijzen in ondernemersland. Maar ook de eigen Mediterrane migrantencultuur is soms terughoudend ten aanzien van deze ondernemende vrouwen. Er wordt over hen geroddeld en gespeculeerd dat ze het toch niet zullen redden. Eer en schande speelt nog steeds een grote rol. Men heeft bijvoorbeeld liever niet dat een vrouwelijke ondernemer zich in de publieke ruimte profileert. Zeker als ze met veel verschillende mannelijke partijen te maken krijgt. Dan zou de gemeenschap slecht over haar kunnen praten, dat ze geen ‘goede’ vrouw of ‘goede’ moeder is. Dit is lastig voor onderneemsters die bijvoorbeeld ‘weddingplanner’ zijn en ’s avonds op pad gaan, of cateraars.

Veel Turkse en Marokkaanse onderneemsters laten zich nog afschrikken door de kloof tussen hen en de instanties en de weg naar ondersteuning weten ze niet altijd te vinden. Zij participeren ook nauwelijks in commerciële netwerken wat hun kans op ondersteuning en informatieverschaffing verkleint. Het is bekend vanuit diverse wetenschappelijke studies dat vrouwen en etnische minderheden op een andere manier netwerken. Ze zijn veel meer op elkaar gericht en halen benodigde informatie en middelen meer vanuit familie en vrienden dan vanuit officiële instanties. Meer rolmodellen uit de eigen achterban die wel breder netwerken zouden hier de huidige onderneemsters zeer helpen.

Naast deze belemmeringen in ondernemersland zijn er ook succesfactoren aan te wijzen. De ondernemers zijn vrouw én Turks dan wel Marokkaans waardoor ze deze kennis over vrouwelijke etnische doelgroepen en het gebruik van specifieke multiculturele competenties kunnen inzetten voor hun bedrijf. Voorbeelden van dergelijke ondernemingen zijn een adviesbureau voor specifieke maatschappelijke vraagstukken en een etno-marketing bedrijf. De positieve inzet van een specifieke identiteit (cultuur in combinatie met vrouw zijn) kan dus een ‘unique selling point’ worden in hun ondernemerschap. Andere succesfactoren zijn een betere ondersteuning bij de administratie en fiscale aangelegenheden en mentoring. Aansluiting bij netwerkverbanden is voor een ondernemer van belang, dus ze zouden actiever kunnen deelnemen in bestaande verbanden. Netwerkverbanden kunnen zelf pro-actiever aansluiting zoeken bij de allochtone ondernemers en het belang onder de aandacht brengen. Maar ook niet te bescheiden zijn, opkomen voor je rechten en om advies vragen als je ergens niet uitkomt. Door deze factoren in te zetten zouden we Turkse en Marokkaanse ondernemers al een goede steun kunnen bieden waardoor we meer diversiteit krijgen in ondernemersland. En dat is goed voor iedereen.