Het Marokkaanse jongerenwerk in Amsterdam maakt zich los van het reguliere stedelijke jongerenwerk. Na een hoogopgelopen conflict kunnen beide organisaties niet meer door één deur.

De van oorsprong Marokkaanse organisatie Argan is eind jaren negentig opgegaan in het Stedelijk Jongerenwerk Amsterdam (SJA), maar die fusie wordt nu weer ongedaan gemaakt. Volgens Johan Andrée, directeur van SJA, willen de Marokkanen zich terugtrekken op hun eigen terrein: ‘Ze vinden zichzelf een doelgroep-organisatie, een zelforganisatie voor de eigen achterban. Dat is in strijd met onze doelstellingen. Wij willen álle jongeren bij elkaar brengen en zorgen dat het allemaal Amsterdammers worden’.

Taoufik Ben Yahia, projectmedewerker van Argan, ziet het anders: ‘Wij zijn formeel geen specifiek Marokkaanse organisatie. Wij noemen onszelf liever Amsterdams jongerencentrum met belangstelling voor kansarme jongeren, en in de praktijk zijn dat vooral Marokkaanse jongeren. Maar we leggen ook doelbewust contact met joodse organisaties en met homo-organisaties.’

Onhelder
Patrick Snoek, beleidsadviseur jeugd bij de Amsterdamse Dienst Maatschappelijke Ondersteuning (DMO): ‘De reden voor de splitsing zit zeker niet alleen in het feit dat de Marokkanen zich willen terugtrekken op eigen terrein. Er speelt veel meer, al blijft het voor ons onhelder waar het nu precies in zit. Het is ook mogelijk dat het erg zit in de persoonlijke verhoudingen. Daarnaast hebben beide organisaties sterke politieke tentakels en een actieve achterban.’

Volgens de gemeentelijke dossierhouder van deze kwestie levert Argan ook niet louter Marokkaans jongerenwerk. ‘Wat ze doen is breder, ze trekken ook andere jongeren aan en werken met andere organisaties, maar wél vanuit hun eigen Marokkaanse identiteit.’

De bron van de richtingenstrijd in het Amsterdamse jongerenwerk ligt aan het eind van de jaren negentig. SJA werd uit een fusie van vijf organisaties opgericht als overkoepelend en ondersteunend orgaan voor het jongerenwerk in de stadsdelen. ‘Vanaf het begin was het geen hosannah’, stelt SJA-directeur Andrée, ‘Argan wilde altijd een status aparte omdat ze naar eigen zeggen anders hun doelgroep, de Marokkaanse jongeren, niet konden bereiken.’

Onder druk van naderende bezuinigingen besloot het SJA twee jaar geleden de organisatiestructuur om te gooien: de losse units (zoals Argan) moesten voortaan centraal worden aangestuurd vanuit één programmabureau. Argan en zijn achterban kwamen daarop in verzet en mobiliseerden de politiek. ‘Want onze doelgroep zou zich niet identificeren met SJA’, zegt Ben Yahia.

‘Die jongeren zien ons deels toch als belangenbehartiger, maar óók als een partij die kritiek kan leveren zonder hen af te breken. Als een reguliere organisatie bijvoorbeeld een debat over homoseksualiteit zou organiseren, is de reactie: wat moeten we daar, de buitenwacht wil ons iets opdringen. Maar als wij het doen, denken ze: het zal wel goed zitten. Dan is het geen top-downproces. Maar als we volledig opgaan in SJA zijn we niet meer in staat onze doelgroep goed te bedienen.’

Eind 2009 liepen de zaken zo hoog op dat organisatie-adviesbureau Van de Bunt erbij werd gehaald. Van de Bunt-directeur Khalid Boutachekourt adviseerde om Argan te verzelfstandigen.

Moeizaam
‘De integratie van Argan in SJA is vanaf het begin moeizaam verlopen’, schreef Boutachekourt in januari 2010 aan verantwoordelijk wethouder Asscher. ‘De medewerkers en de vrijwilligers van Argan hebben zich nooit thuis gevoeld binnen het SJA. Medewerkers van de overige units zijn van mening dat de cultuur en werkwijze binnen Argan ook sterk verschilt van de cultuur en werkwijze in de rest van de organisatie. Het onafhankelijkheidsstreven is bij Argan sterk aanwezig, zowel onder de jongeren als onder de medewerkers.’

Argan is volgens de SJA-directie lastig aan te sturen, schrijft de adviseur. ‘Zowel de leiding als meerdere medewerkers binnen het SJA vinden dat de jongeren van Argan zich onbehoorlijk gedragen en dat zij van de politiek te veel ruimte krijgen, waardoor het SJA onbestuurbaar wordt. De directie geeft aan door enkele vertegenwoordigers binnen Argan geïntimideerd te zijn.’

In die sfeer zag de Amsterdamse gemeenteraad geen andere weg meer dan splitsing. Die is inmiddels in gang gezet, binnenkort vergadert de raadscommissie over het verdelen van de totale subsidiepot. ‘Het college van B & W heeft dit eenzijdig besloten zonder overleg met mij of het bestuur’, aldus SJA-directeur Andrée. Het bestuur gaf er in maart 2010 om die reden al de brui aan. Met het wegvallen van Argan komt het bestaansrecht van SJA als koepelorgaan ook op de tocht te staan.

De raad heeft eind 2010 besloten de subsidie af te bouwen. Patrick Snoek: ‘Maar elk stadsdeel houdt wel zijn eigen jongerenwerk.’ SJA-directeur Andrée: ‘Het blijft toch merkwaardig: dan is er binnen Amsterdam geen stedelijk jongerenwerk meer, alleen nog voor Marokkaanse jongeren. Dit valt echt niet te rijmen met het regeerakkoord, waarin wordt gezegd dat er geen etnisch-specifiek beleid meer wordt gevoerd. Maar goed, we voeren een achterhoedegevecht, we kunnen de splitsing toch niet meer tegenhouden. Ik kan dan wel blijven roepen dat het oerstom en onbegrijpelijk is, maar dan ben ik natuurlijk weer de gefrustreerde directeur van een opgedoekt clubje.’