Zussen vermoorde Marokkanen houden emotioneel betoog

De zussen van de vermoorde Marokkanen Karim Fourkour en Fouad Bendella hebben woensdag emotionele verklaringen afgelegd in de rechtbank.




Geert G. uit Baarlo, die in de Venrayse moordzaak als medepleger veroordeeld is voor de moord op de twee, staat in hoger beroep terecht voor het gerechtshof in Den Bosch. G. kreeg een kleine twee jaar geleden 30 jaar cel opgelegd. Hoofddader Lau Geeraets werd veroordeeld tot levenslang, hij pleegde later zelfmoord in zijn cel.

Boeten
Volgens de zus van Karim Fourkour is het leven van haar familie kapotgemaakt. “Hij is op een vreselijke manier van ons afgenomen. De pijn zal nooit overgaan”, verklaarde ze in de rechtszaal. Bendella en Fourkour werden in 2006 doodgeschoten nadat ze de hennepkwekerij van Lau en Geert wilden plunderen. Hun lichamen werden pas jaren later in een bos in Arcen gevonden. “We sliepen niet. We hoopten dat hij weer naar huis zou komen. Degene die dit op zijn geweten heeft zal ervoor moeten boeten. De jongens zijn koelbloedig vermoord.”

Pijn
Ook de zus van Fouad Bendella hield een emotioneel betoog. “Het deed zo’n pijn. Mijn moeder schreeuwde het uit van verdriet. Het leek alsof ze helemaal gek werd”, sprak ze. “Ze was die dag van de wereld. We zochten overal. In bossen, bij vijvers. Mijn vader maakte zakken met zwerfvuil open om dat te checken. Dat is nog lang doorgegaan. Mijn ouders konden niet meer normaal leven.”

Opnieuw ontvoering kind voorkomen in Nador

In Arouit, in de provincie van Nador, is maandag opnieuw een kind bijna ontvoerd. Enkele dagen geleden ontsnapten drie kinderen al aan een ontvoeringspoging in dezelfde gemeente.




Het nieuw slachtoffertje wist volgens plaatselijke media aan zijn ontvoerders te ontsnappen en zocht hulp in een winkel.

De daders van de eerste poging reden met een SUV met een kentekennummer uit Meknes. Of dezelfde bende betrokken is bij de tweede poging is niet bekend.

Marokkaanse autoriteiten zetten Britse onderzoekster het land uit

De jonge Britse onderzoekster Khadija Chennoufi-Gilkes is in Al Hoceima op donderdag 2 februari 2017 aangehouden, zonder kennis te krijgen van de reden van haar aanhouding.




Zij werd uit het Florido hotel, waar zij sinds een jaar verblijft voor haar academisch onderzoek in de Rif, naar de politiebureau in Al Hoceima mee genomen. Zij zat 24 uur vast. Kennissen van de onderzoekster melden dat zij op vrijdag 3 februari 2017 naar het vliegveld van Tanger is gebracht om haar het land uit te zetten.

Vorig jaar werd Khadija, die de Britse nationaliteit heeft en van Maleisische afkomst is, op de luchthaven van Algiers aangehouden en ondervraagd na haar bezoek aan Tizi Ouzou in Algerije.

Khadija Chennoufi-Gilkes is Socio-Linguïstisch antropologie student, werk aan haar Ph.D. onderzoek dat getiteld is: Insiders and Insider-Outsiders: A comparative discourse-network study of the Algerian and Moroccan Amazigh cultural movements via social media. Voor haar onderzoek moest zij naar veel plaatsen gaan in Noord-Afrika, dus ook naar de Rif, waar zij historische plaatsen, dat getuig zijn voor Riffijnse cultuur en verzet, onderzocht.

Deze arrestatie en uitzetting, staat niet op zich zelf, het heeft te maken met de spanning tussen de Magahzan en de Rif. Gezien dat Khadija aanwezig was bij culturele en politieke evenement in de Rif en haar steun en solidariteit voor volksbeweging in de Rif is de reactie van Marokkaanse Makhzan niet nieuw.

Khadija spreekt en schrijft Tarifit, en is auteur van vele publicaties over de geschiedenis en de Riffijnse samenleving.